Zeepdispenser voor sinterklaas
Het laatste dat mijn moeder voor mij kocht voor sinterklaas was een zeepdispenser. Zo’n stationnetje waar je ook een sponsje in kwijt kan. Ze was toen al heel ziek, ook al wisten wij dat niet. Het moet haar veel moeite hebben gekost om die zeepdispenser te kopen. Ik vond het ding niet eens zo mooi, maar het herinnert me aan onze laatste pakjesavond samen.
Niet lang na 5 december ging het bergafwaarts. Ik denk nog vaak aan de laatste woorden die ze me toefluisterde. ‘Doe het goed, of ‘doe het goede’. Ik kon haar moeilijk verstaan, want haar kracht nam af bij elke ademteug. Wat bedoelde ze met die uitspraak? Vond ze dat ik op dat moment niet het goede deed? Of moedigde ze me juist aan om het goede te blijven doen? Ik weet het niet. Haar licht was al gedoofd, haar stem gebroken. Misschien wel door al het goede dat ze zelf al had gedaan in haar leven.
Ik vind dat mijn moeder heel veel goed deed. Buren van buren, vrienden van nichten en kinderen van vriendinnen konden aanschuiven bij nummer 37. Iedereen mocht nemen wat onze koelkast bood. Ontbrak er iets, dan stapte ze op de fiets naar de supermarkt en kocht het. Ze was gul. Met alles. Haar hart was groot, warm en voor iedereen. Er kon altijd een ziel bij. Thuis aan tafel, in haar hart, in zelfgemaakte tenten op de bank, in de PX aan de bar, bij de koffie in Lennon’s, op zolder tijdens slaapfeestjes of in de tuin onder de boom; hoe meer zielen, hoe meer vreugd.
Toch deed ze ook best wat dingen minder goed. Logisch natuurlijk. Want mijn moeder was naast een engel ook maar gewoon een mens. Die minder goede kanten kopieerde ik onbewust, ik nam ze mee naar mijn volwassen leven. Heel veel mensen doen dat, want ouders zijn de grootste voorbeelden die je hebt. Die bagage weerhield mij in sommige situaties het goede te doen. Goed ruziemaken bijvoorbeeld. En het goed goedmaken. Goed aangeven wat ik nodig heb. Goed uiten van emoties. Al die dingen deed mijn moeder – en mijn vader ook niet trouwens – niet zo goed voor aan mij. Ik leerde ze fout aan en iets afleren is lastig. Schade en schande dwongen mij om verkeerd aangeleerd gedrag in te ruilen voor beter. Of het in ieder geval te proberen. Want behalve dat het vele malen fijner leeft, geef ik, samen met mijn man, graag het goede voorbeeld aan onze kinderen. Ik weet zeker dat mijn ouders dat ook probeerden. Uiteindelijk willen we allemaal het goede doen, nietwaar?
Ik wens iedereen een gezellige pakjesavond. Doe het goed.