‘Help, ik heb een puber’
Met regelmaat verschijnt op je telefoon zo’n fotoherinnering, dan smelt je meteen en denkt ‘konden we maar even terug naar toen’. Toen de kids nog peuter en kleuter waren. Ze zijn nog steeds van goud, maar inmiddels heeft de puberteit zich thuis wel in tweevoud aangekondigd en dat gaat gepaard met hip (bru)taalgebruik, rollende ogen, diepe zuchten en blikken van totaal onbegrip, als reacties op jouw vraagstelling of het standpunt dat je inneemt.
Een jaar geleden bereidde ik mezelf alvast voor, stapte bij het CJG binnen, zag op een deur ‘Cursus Peuters’ staan, maar moest toch echt de entree van ‘Cursus Omgaan met Pubers’ hebben. Gevuld met een reeks inzichten keerde ik elke avond huiswaarts. En zo ondernam ik steeds meer, om mijn soms explosieve reacties tijdig in de kiem te smoren. ‘Choose your battles’, krijg je te horen, ‘laat het wat losser, wel grenzen stellen en houd alles bespreekbaar’. Je leert het puberbrein te begrijpen (‘ze kunnen er niks aan doen’), maar dán gaat het nog om het toepassen daarvan op je eigen brein. Nou, dat is soms verrékte lastig.
Het boek ‘Lastige kinderen? Heb jij even geluk’ ligt naast het bed en vorige week togen we naar de theatershow van Kluun: ‘Help, ik heb een puber’. Bij de garderobe deelden ouders al hun ervaringen: ‘dertien nog maar en het is al begonnen…’ Of ‘nou, die van ons is zestien, het is écht ónvóórstélbaar’. Eenmaal in de zaal, zaten er nog achthonderd ouders en leek het een huiskamer vol herkenbaarheden. Het was een avondje lachen om je eigen worsteling. Om Kluun’s imitaties van de attitude van pubers en we knikten glimlachend als hij ons ouders een spiegel voorhield, zoals de kinderen dat dikwijls doen.
Dat vragen als ‘heb je al…’, ‘wil je ook nog…’ of ‘je moet ook nog ff…’ het laatste is waar ze na een schooldag op zitten te wachten. Dan telt meestal één ding: het scherm. Ook al komen ze daar net van af. De troostende gedachte van Kluun ‘dat het met jullie kinderen ook goed komt’, die gaat meestal op, maar we weten uit ervaring dat dat niet altijd het geval is. Voor de kids van nu liggen er zoveel meer valkuilen dan in onze jeugdtijd. Bovendien konden wij bij thuiskomst de dag verwerken; de jeugd van nu kan zich er nauwelijks aan onttrekken, want alles gaat door op smartphone of tablet.
Ik mediteer, lig op een spijkermatje, dompelde van de week weer in het koude IJsselmeerwater. Lees over een groeiend landelijk initiatief om het kind tot op zekere hoogte ‘smartphone- en social media-vrij’ op te laten groeien, Kluun adviseert ouders ‘de vangrails’ te zijn voor de kinderen, zoals boekenschrijfster Eline Snel ‘Ruimte geven en dichtbij zijn’ voorschrijft. Alles om in liefde te blijven kijken naar het kind in die puber. Als we ’s avonds bij hun bedjes zitten en we gezamenlijk uitspreken ‘ik hou van jou, tot aan de maan en terug’, begint het smeltingsproces weer. En als ze ’s morgens wakker worden, ben ik zielsblij dat ze er zijn. Want dat lieve hartje zit nog steeds in dat kind van die fotoherinnering. Voor wie het ook verrékte moeilijk is, om in dit tijdperk puber te zijn.