Daar komen de schutters
De kranten stonden er de afgelopen weken ‘bol’ van: om Nederland goed te kunnen verdedigen moet onze krijgsmacht veel groter worden. Momenteel telt defensie ruim 75.000 mensen, maar dit aantal moet binnen afzienbare tijd tenminste doorgroeien naar 100.000. En op termijn misschien zelfs wel naar 200.000. Het is daarom tijd om ‘snel noodzakelijke veranderingen door te voeren’, schreef staatssecretaris Tuinman van Defensie recent nog aan de Kamer.
Voor deze absurde groeispurt heeft defensie ‘de hele maatschappij nodig’, schrijft Tuinman. Met name het aantal reservisten moet drastisch omhoog. Dat zijn mensen die naast hun gewone baan op deeltijdse basis voor defensie willen werken. Daarbij wil defensie niet al te kieskeurig zijn; zélfs mensen die normaliter afgekeurd zouden worden zijn gewoon welkom. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd.
Eerlijk gezegd moest ik lichtelijk in mijzelf lachen toen ik dit nieuws hoorde. Ik moest meteen denken aan de hilarische Tv-serie ‘daar komen de schutters’. Ook kreeg ik een beetje het ‘Jambers-gevoel’: “overdag is hij een stille, bedeesde bibliothecaris, maar ’s nachts is hij de koning van het tankbataljon”.
Daarbij geldt verder, dat veel banen ook nauwelijks ruimte laten voor het vervullen van een reservistenrol. Mijn uiterst drukbezette advocatenbaan zou nauwelijks te combineren zijn met het beroep van parttime-militair. Ik zie het al voor me: “mijnheer de rechter, mr. Hoekstra moet vandaag verstek laten gaan, want hij ligt op dit moment in een schuttersputje op de heide”.
Los van dit alles roept de inzet van reservisten natuurlijk ook de nodige juridische vragen op. Hoe zit het bijvoorbeeld met hun arbeidscontract? Hebben zij recht op verlof om defensietaken uit te voeren, en wat betekent dit voor hun werkgever? Binnen het arbeidsrecht zijn er specifieke regelingen voor werknemers die naast hun reguliere baan actief zijn als reservist. Werkgevers en werknemers doen er in ieder geval goed aan om zich hierin te verdiepen, zodat beide partijen weten waar ze aan toe zijn. Hoe dan ook zijn dit allemaal zaken het ‘zijn of worden’ van reservist bemoeilijken en minder aantrekkelijk maken.
Begrijp me niet verkeerd, als iemand het leuk of uitdagend vindt om op deze manier zijn of haar steentje bij te dragen aan onze defensie, dan is dat uiteraard prima. Maar ik denk dat dit soort reservisten weinig tot geen gewicht in de schaal zal leggen. Dáár win je de oorlog anno 2025 niet mee. De ‘reservistenoproep’ is vooral panische ‘haastige spoed is zelden goed-propaganda’, aangewakkerd door de Trump-idioterie. En ook ingegeven door het jarenlang falen van onze nationale en Europese defensiepolitiek. Wij lopen inmiddels mijlenver achter op andere grootmachten en deze achterstand is écht niet zomaar in te halen door massaal verkapte amateursoldaten te ronselen.
Dat alles neemt uiteraard niet weg, dat het een goede zaak is om te bouwen aan een betere en veel professionelere defensie. Dat kan namelijk nooit kwaad, zeker in deze onzekere tijden. Maar doe dat dan wél op een draagvlak van goed gemotiveerde, goed getrainde en goed betaalde fulltime soldaten. Zoals George Washington ooit zei: “voorbereid zijn op de oorlog is de beste manier om de vrede te handhaven”.
Evert Hoekstra
088 011 77 01
www.ckh-advocaten.nl
Laden ...