
‘Ajje rekene moe-je wéér rekene’
‘Ajje rekene moe-je wéér rekene’ vind ik een van de mooiste gezegdes in het Volendams. Hier zit namelijk pure wijsheid in. Sommige schrijvers en filosofen hebben hier hun eigen versies van. Zoals de Amerikaan Cormac McCarthy prachtig beschrijft: ‘Between the wish and the thing the world lies waiting’. Een voorbeeld hiervan vind je bijvoorbeeld als je een reis plant met een navigatiesysteem. Je kunt plannen wat je wilt, je weet nooit welke omstandigheden je onderweg zult tegenkomen. Zo kun je maar beter wat extra tijd incalculeren als je echt ergens op tijd wilt zijn.
Zelf treed ik nog al eens op als bassist. Het principe is daarbij altijd hetzelfde: een band speelt muziek voor een publiek. En toch is het altijd anders. Zo kan het warm of koud zijn, kom je leuke en minder leuke mensen tegen, kan de akoestiek goed of juist slecht zijn. Bij het schrijven van een stuk als dit speelt bijvoorbeeld de vorm van de dag mee. Dit zal ook het geval zijn bij onderwijzers, die bij het lesgeven tevens afhankelijk zijn van de gemoedstoestand van hun klas, welk tijdstip het is, zelfs welke dag.
Aan deze Volendamse wijsheid moest ik eveneens denken tijdens de coronaperiode: je kunt allerlei maatregelen opleggen, hoe goedbedoeld je ze ook zijn. De wereld doet daar zijn eigen ding mee, zodat er onbedoelde effecten kunnen optreden: boosheid in de samenleving, eenzaamheid onder jongeren.
Het rekenende denken is in deze tijd alom vertegenwoordigd in modellen en het gebruik van data, met natuurlijk alle voordelen van dien. Toch is de wereld te complex om volledig te begrijpen en dat is ergens ook goed, want dat maakt het leven daarop zo interessant. Als er weer eens iets anders loopt dan verwacht, dan denk ik altijd aan die ene Volendamse zin.