Wethouder adviseert negatief over maatregelen woningmarkt
‘Twee instrumenten niet invoeren’
Huisbezitters in Edam-Volendam lijken gerust te kunnen zijn: de wethouder ontraadt de invoering van een ‘zelfbewoningsplicht’ en ‘opkoopbescherming’. Die zetten andere gemeenten al in om woningspeculatie tegen te gaan. ,,Het aantal woningen dat hier wordt verhuurd door ‘overige verhuurders’ is landelijk gezien heel laag”, vertelde wethouder Marisa Kes. ,,Als je dit wilt gaan optuigen, dan is dat best een hoop werk. Je moet dit opnemen in verordeningen en gaan handhaven.”
n
n
Door: Laurens Tol
n
Tevens wees zij op andere maatregelen die er al zijn om bijvoorbeeld starters te beschermen. ,,Als je kijkt naar de doelgroepenverordening, daarin gaven we al aan dat betaalbare woningen verkocht worden aan mensen met een bepaald maximuminkomen. Het is dus niet realistisch dat die straks in de Lange Weeren worden verkocht door beleggers. Die voldoen niet aan die eisen. Wij adviseren dus om deze twee instrumenten – waarover eerder een motie werd ingediend – niet in te voeren.” Daarbij voorzien deze woningen in een behoefte, volgens Kes. Bijvoorbeeld voor tijdelijke bewoning als mensen gaan scheiden. Door landelijke besluitvorming gaan tijdelijke huurcontracten sowieso al tot het verleden behoren, haalde de lokale bestuurder aan. Woningspeculatie zou daardoor toch al moeilijker worden.
‘‘Het is niet realistisch dat woningen straks in de Lange Weeren worden verkocht door beleggers’
De aanwezige raadsleden plaatsten enkele kritische kanttekeningen bij het gegeven advies. ,,Wat nu laag is, kan over een paar jaar hoog zijn”, stipte Max Slotboom (PvdA) aan. De wethouder reageerde daarop met het voornemen om de lokale woningmarkt te blijven monitoren. Ook werd gezegd: ,,Het gaat wel om achthonderd woningen, die allemaal particulier verhuurd worden. Dat is bijna een wijk zo groot als de Lange Weeren.” Volgens Kes is dat gemeentebreed nog steeds niet veel. Ambtenaar Mick van der Vossen hield een presentatie voor de raad over dit onderwerp tijdens een themabijeenkomst voor de gemeenteraad. Op verzoek van de raad deed hij hier onderzoek naar en legde uit dat de zelfbewoningsplicht ervoor is bedoeld om de woning door de koper zelf te laten bewonen, in plaats van bijvoorbeeld die te verhuren. Van der Vossen: ,,Het is een anti-speculatiebeding: dat de koper niet kan profiteren van prijsstijgingen, zonder de intentie hebben om er zelf voor langere tijd te wonen. Zo’n zelfbewoningsplicht is vaak tussen de drie en vijf jaar. Die kan wel per woning en per project verschillen. Zo is bij De Broeckgouw gekozen voor een periode van tien jaar. Eerder verkopen kan, maar dan komt daar een financieel nadeel bij kijken.” Een zelfbewoningsplicht kan zowel gelden bij projecten waar de gemeente grondeigenaar is, als projecten waar dat bijvoorbeeld een ontwikkelaar is. Die gaat dus meestal over nieuwbouwwoningen. Naast deze plicht is er de ‘opkoopbescherming’. Daarbij moet de koper een vergunning aanvragen als hij zijn woning wil verhuren. Van der Vossen meldde dat elke gemeente zijn eigen invulling kan geven aan zo’n beschermingsregeling. De ene laat die gelden voor elke wijk, terwijl andere daar onderscheid in maken, vertelde de presentator. Tevens kan zo’n bescherming gelden voor woningen tot een bepaalde marktwaarde.Er zijn meestal ook uitzonderingen bij zo’n opkoopbescherming. ,,Als je de woning bijvoorbeeld verhuurt aan een eerste- of tweedegraads familielid, geldt die niet. Ook niet als je voor een jaar naar het buitenland gaat en het huis in die periode verhuurt. Dan moet er overigens geen sprake zijn van toeristische verhuur. Hetzelfde geldt voor als de woning onlosmakelijk verbonden is met een bedrijfspand.”
‘‘Het gaat wel om achthonderd woningen, die allemaal particulier verhuurd worden’
Van der Vossen deed onderzoek naar ‘wat de woningmarkt in Edam-Volendam kenmerkt’. Hij beschreef de zaken die daarbij opvallen. ,,Onze gemeente heeft een heel hoog percentage koopwoningen, bijna tachtig procent van het aanbod. Ter vergelijking: gemiddeld ligt dit in Nederland onder de zestig procent. Van de twintig procent huurwoningen is ongeveer vijftien procent in handen van de corporatie. Slechts zes procent is in handen van ‘overige verhuurders’. Dit gaat bijvoorbeeld om bedrijven, beleggers en particulieren. Juist dit aandeel is belangrijk voor de opkoopbescherming. Landelijk gezien gaat dit gemiddeld om dertien procent.”
Het gaat dus om een relatief klein aandeel van de totale woningvoorraad, concludeert ook Van der Vossen. Hij deed eveneens onderzoek naar verhuizingen in de gemeente. Daarbij kwamen punten naar voren die geen verrassing hoeven te heten. ,,Inwoners blijven graag in Edam-Volendam wonen. Verhuizingen buiten de kernen zijn vooral gericht op Amsterdam en Purmerend.”