Bijzondere backs: Broer Boy en zus Stephanie Kemper beide actief in het betaalde voetbal
Het is een zeldzaamheid: broer én zus in het betaalde voetbal. Boy Kemper, opgeleid bij RKAV en FC Volendam en vervolgens bij Ajax, is momenteel (geblesseerde) speler bij ADO Den Haag. Zus Stephanie, ook begonnen bij de plaatselijke RKAV, debuteerde onlangs in de vrouweneredivisie bij Telstar. En, hoe kan het ook anders, beide spelen als linksback. Daarnaast delen ze dat ze op karakter door de pijngrens heen gaan, als het team dat nodig heeft. Dit keer Stephanie aan het woord.
Door: Eddy Veerman
(Top)sport stroomt door de aderen van de ‘Kempertjes’. Opa Bob was keeper, vader Gerard een uitstekend (amateur)wielrenner. ,,Mijn moeder heeft gehandbald. Thuis ging en gaat het vaak over voetbal. Ook mijn moeder volgt alles.” Stephanie volgde al jong de verrichtingen van broer Boy. ,,Ik zag hem voetballen en dacht: dat wil ik ook. Ik begon bij de mini’s, was zeven jaar. Dat was de tijd dat Klaas Leeflang het organiseerde. Meidenvoetbal kwam hier toen echt op. Dan speelde je niet alleen met je eigen leeftijd maar ook samen met oudere meiden. Voor afgelopen zomer werd ik – door Klaas – gevraagd of ik bij de RKAV een team wilde trainen en daar had ik wel oren naar. Hoorde ik dat het om de 10-3 van de meisjes ging. Daar keek ik écht van op. Dat betekent dat er drie meisjesteams in die leeftijd zijn. Dan is het ontzettend gegroeid sinds ik hier weg ben gegaan.”
Ze was destijds in haar klas de enige die ging voetballen. ,,De andere meiden speelden handbal. Ook na schooltijd, dan gingen de meiden met elkaar ‘tutten’, ik ging dan met de jongens voetballen op het schoolplein. Ik vond het spelletje leuk en toen ik bij de RKAV kwam, waren er meer meiden uit de buurt. En we waren ook best goed, schoten niet steeds met de punt van de schoen bijvoorbeeld. We wonnen alle wedstrijden ruim. Ondertussen keek ik vaak bij Boy. Hij wilde prof worden. En waarom zou ik er niet mijn beroep van kunnen maken? Het vrouwenvoetbal kwam op, er was een eredivisie en er gingen speelsters naar het buitenland.”
Kop en schouders
,,Van mijn team was ik de enige die de droom had. Maar er zaten meer meiden in die écht goed konden voetballen en Dames 1 hebben gehaald. Nu spelen er nog steeds meiden in het eerste. Bijvoorbeeld Lynn Veerman. Er was veel talent bij ons, ik stak er zeker niet met kop en schouders bovenuit. Een speelster als Sylvana Veerman had zo met mij mee gekund naar Telstar. Maar dan moet je wel veel laten. Dan is er weinig ruimte voor feestjes.”
,,Met Jessica Posthumus heb ik nog aan talentdagen van de KNVB meegedaan. Daar is voor mij het balletje gaan rollen. Ik werd als twaalfjarige gescout door de trainer van de meidenacademie van Telstar. Die meiden speelden wedstrijden voor VV Alkmaar. Het betekende dat ik een paar keer per week met het openbaar vervoer naar IJmuiden en Alkmaar ging. Zat ik soms om zes uur ’s morgens in de bus. Ik zat op een school waar ik ook enkele ochtenden mocht trainen.”
Ondertussen bloeide broer Boy op bij De Toekomst. ,,Toen ik bij Telstar Onder 16 speelde, hadden we op zaterdag eerst mijn wedstrijd en dan was het racen naar de thuis- en uitwedstrijden van Boy, om daar ook te kunnen kijken. Later speelde ik daar zelf, als speelster van Jong Telstar. Ik weet nog dat we met de meiden aankwamen op De Toekomst, iedereen was zo onder de indruk. Bij PSV hadden we dat ook, zo’n mooi jeugdcomplex en zo professioneel. Daarna merk je dat ook als je daar weer komt en er nieuwe meiden bij zijn. Dan kunnen wij aangeven dat ze zich na binnenkomst daar echt overheen moeten zetten, anders krijg je op je kloten. Maar het is echt gaaf om mee te maken en dan ben je een voorbeeld voor andere meiden.”
‘Ik hoop ooit op een buitenlands avontuur, voor de ervaring. Hoe is het daar om als prof te leven, in een land waar je niemand kent en je er in je eentje voor staat’
Ze verloor al enkele keren van Ajax, zoals laatst in de eredivisie, met 2-7. ,,Maar we hebben ook een keer 2-2 gespeeld. Nu ik bij het eerste zit, zie je gewoon dat clubs als Ajax, PSV en FC Twente betere speelsters hebben, betere faciliteiten. Dan moet je echt een goed strijdplan hebben én dat heel goed uitvoeren, anders voetballen zij er zo doorheen.”
Telstar had al eens eerder eredivisie gespeeld. ,,En best goed ook. Toen het ophield, zijn veel meiden naar VV Alkmaar gegaan. Twee seizoenen geleden ontstond het idee om weer terug te gaan en ik was wel toe aan een nieuwe uitdaging. Na onderling contact kon ik aansluiten. Dit seizoen zijn we nieuwkomer in de eredivisie en hebben we ook een aantal nieuwe speelsters, dus het heeft tijd nodig om op elkaar ingespeeld te raken.” Momenteel bezetten de Witte Leeuwinnen de laatste plaats. ,,Je ziet ons met de week groeien. Daar werken we op allerlei manieren aan. Door leuke activiteiten te doen en we hebben ook een mental coach. Laatst hebben we samen gegeten en gingen we ook in tweetallen in gesprek met elkaar. Dan leer je elkaar beter kennen en dat is goed voor het teamproces. Na de winterstop denk ik dat we wel eens kunnen gaan verrassen.”
In maart van dit jaar raakte zij geblesseerd, maar Stephanie wilde niet afhaken en speelde door. ,,Een enkelblessure. Ze zagen niks. Ik kon niet eens normaal wandelen, maar heb met pijnstillers gespeeld. Daarna heb ik nog een tijdje doorgesukkeld, omdat we een te kleine selectie hadden.” Broer Boy deed dat recentelijk ook bij ADO, en moest vervolgens alsnog eerder dan gepland onder het mes. ,,Dat zit in ons karakter. Pijn is emotie, dat kun je uitschakelen”, glimlacht ze. ,,Maar bij mij heeft het vervolgens langer geduurd dan nodig was, dus iedereen die er bij betrokken was, had achteraf wel spijt. Pas toen Boy me begin oktober naar een fysiotherapeut stuurde, ging het beter. Ik was anders gaan lopen en daardoor is de boel scheef gaan staan. Eenmaal rechtgezet kon ik weer pijnvrij trainen. Eindelijk.”
Enthousiasme
,,Voor mijn herstel was ik al eerder gaan optrainen en om alleen voor rondjes op het veld naar IJmuiden te gaan, dat vond ik zonde. Dus pakte ik mijn schoenen en liep hier bij de RKAV binnen. Er is veel veranderd, de pannakooien, het Jan Smit Stadion, dat was toen nog niet. Maar toen ik door de gangen van de kleedkamers liep, rook ik weer die oude lucht, die is nog niet weg”, glimlacht ze. ,,Toen zag ik Klaas. Hij vroeg of ik interesse had om een team te trainen en daar had ik ook al eens over nagedacht. Het begon met meelopen en nu geef ik één keer in de week training. Omdat ik zelf als klein meisje hier ook ben getraind, leek het mij ook leuk om mijn enthousiasme van het voetbal over te brengen op jonge meiden. En ik zie nu hoeveel plezier zij hebben en dat maakt het leuk. Ze kunnen ook lekker ‘kleppen’”, lacht Stephanie. ,,Maar ze zijn wel enthousiast.”
,,Het vrouwenvoetbal wordt – op allerlei manieren – veel serieuzer geworden dan in het begin. Hoewel de meningen uiteenlopen. Nog steeds zijn er mensen die het niks vinden, maar steeds meer mensen vinden het leuk om te kijken. Helemaal sinds de vrouwen in 2017 het EK wonnen, heeft het een vlucht genomen. In het buitenland zijn de topcompetities.” Spelers komen uit voor Barcelona, Arsenal, Paris St.Germain. ,,Ik zou zelf ook graag eens de stap naar buitenland willen maken. Naar een competitie en land als Noorwegen bijvoorbeeld. Voor de ervaring. Hoe is het daar om als prof te leven, in een land waar je niemand kent en je er in je eentje voor staat.” Als Boy straks zijn rentree maakt, is zijn zus – die deeltijd in de kinderopvang werkzaam is – weer aandachtig toeschouwer. ,,Ik kijk automatisch naar hoe hij zich positioneert. En als hij op links opstoomt, wie neemt het dan over, hoe staat de verdediging dan. Het is toch wel bijzonder. Hopelijk maken we allebei nog mooie voetbalavonturen mee.”