Times where when…
Piet Veerman 75 Jaar
Vandaag wordt Piet 75. Precies een halve eeuw nadat bovengenoemde single van The Cats, met toepasselijke titel, uitkwam. Eén van de vele evergreens, die meegaan met welke vorm van geluidsdrager ook. Creaties die ook de nieuwe generaties raken, evenals de vertolkers ervan. Zoals Piet, met de van hem bekende klank, kraak en kleur. Waarmee hij, binnen de harmonieuze omgeving van zijn dorpsgenoten, klein nog kwetsbaarder maakte en groot zelfs stormvast zong. De tand des tijds kreeg vat op zijn omgeving, op de zanger zelf. Maar hij is still going strong. Des te mooier om bij leven een hommage te brengen, stilstaand bij deze respectabele leeftijd. Met verhalen van vroeger. En idealen van nu. Opgetekend door hen die het beleefden en zo voelen.
Van fan naar pure vriendschap
Af en toe sta ik er nog wel eens bij stil. Tijdens het drinken van een pils of als we bezig zijn met releases, die bijna altijd over Piet Veerman of The Cats gaan. Het blijft bijzonder: Ooit was ik een zestienjarige verzamelaar van zijn werk en uiteindelijk ging ik de boekingen voor hem regelen, ging mee naar tv-optredens en hield een website van hem bij.
Voor mij begon het ergens in 1984. Onze stamkroeg Bar Den Egelantier organiseerde vaak uitjes naar concerten en in dat jaar kwam Eric Clapton naar ons land. Ik vroeg aan onze barkeeper of ik nog mee kon, waarop hij antwoordde: ‘Het zit al vol, maar er is nog wel een plaatsje voor een optreden van The Cats’.
Een dag voor Hemelvaartsdag, op 30 Mei 1984, theater De Flint in Amersfoort. Ik zal het nooit meer vergeten. Om The Cats goed te leren kennen had ik het kersverse album Third Life en de box van 12 albums in huis gehaald.
Ik raakte in de ban en voor ik het wist, had ik de andere albums ook in mijn kast staan. Op de avond zelf wist ik niet wat ik hoorde. Ik had nog nooit iemand zo horen zingen. Vanaf dat moment begon ik met het verzamelen van spullen van The Cats en Piet Veerman. Ik volgde de band en had steevast de eerste exemplaren van de nieuwe uitgaves uit de dozen die net die bij Harmen CD Corner waren bezorgd. Toen The Cats in 1985 uit elkaar gingen en Piet niet veel later zijn solocarrière weer oppakte, werd alles gekocht en opgenomen van de tv in huize Tol. Eigenlijk tot de dag van vandaag.
Ik opperde eens aan een vriend, die familie was van Piet, dat ik graag een website wilde beginnen met mijn compagnon en zeer goede vriend Michel Veerman. Michel, inmiddels ook besmet met het onoverkomelijke Piet-virus, was ook aan het verzamelen geslagen. Het idee kwam bij Piet terecht, maar verder hoorden we niets meer.
Tot kermis 2004, zaterdagavond in de kermistent. Ik sta midden in de zaal naar een optreden van The Pietels te kijken en links van me staat Piet. We groeten elkaar en hij roept tussen de drukte door: ‘We moeten even een keer bij elkaar komen!’
De afspraak werd uiteindelijk gemaakt. Piet vroeg mij zijn site een beetje up-to-date te houden. Vanaf dat moment kwamen de verzoeken van kranten, tv, en alles wat er verder met Piets pr te maken had, mijn kant op. Van het één kwam het ander en uiteindelijk stonden we aan de basis van veel mooie dingen, waaronder een aantal cd’s, boxsets, dvd’s en boeken, waaronder het boek Piet Veerman, The Story Of …. Het ereburgerschap en de Outstanding Achievement Award. Tevens waren we verantwoordelijk voor de reünie ‘Those Were The Days’ van The Cats in 2006. Ook wij kregen hier een gouden plaat voor.
Doordat we best veel aan het promoten waren en ikzelf veel tijd aan de site besteedde, konden we eigenlijk ook wel de boekingen doen. Dat was eigenlijk het enige dat we tot dan niet deden. Na goed overleg met Piets boekingsbureau en Piet zelf zijn we daar ook mee begonnen.
In een veertien jaar lange samenwerking maak je mooie dingen mee. De ontmoetingen, bijvoorbeeld met twee journalisten van Radio 1 die twee verschillende, fictieve, verhalen wilden horen over het Wald Hotel in Hiltrup tijdens het WK’74. Piet schudde die overigens ter plekke uit zijn mouw. Of een poging tot een documentaire die gemaakt zou moeten worden door John Appel (maker van ‘Zij Gelooft In mij’).
Het idee om Klaas Leyen en Wim Jongbloed op terugwerkende kracht te bedanken voor hun diensten voor The Cats werd een prachtig moment tijdens de presentatie van de cd/dvd ‘Trying To Explain’. De playlist van deze cd/dvd maakten we overigens gezamenlijk.
Samen met Michel Veerman aan zijn boek schrijven, het bezoek aan de presentatie van Het ‘Testament van de Jaren 60’ en het promoten van de box ‘The Dutch Invasion’ in Hilversum. Maar ook de opening van 192TV, de fotosessies met Maarten Corbijn en gewoon de bezoekjes aan huis. Allemaal momenten om in te lijsten.
Om me heen hoor ik nog wel eens dat Piet te weinig uit zijn carrière heeft gehaald. Dat blijft een discussie. Maar als je met The Cats meer dan 13.000.000 geluidsdragers, en solo krap een 1.000.000 platen hebt verkocht, 6 singles naar de eerste positie hebt gezongen, een Edison hebt ontvangen, ereburger van Los Angeles, Aruba en Edam-Volendam bent, met The Cats een gouden harp en een Gouden Hond hebt gekregen, Artiest van het jaar 1987 was in Nederland en België en je wordt bovendien Lid in de orde van Oranje Nassau, dan ben je er wel even geweest, toch?
Nu, 34 jaar na die voor mij magische avond in De Flint in Amersfoort, ben ik nog steeds diezelfde liefhebber en verzamelaar. De muziek van Piet en The Cats, het is mijn passie en dat zal altijd zo blijven.
Door het vele contact en overleg, leer je elkaar kennen. Zo heb ik Piet leren kennen als een markant persoon, gezellig maar ook een perfectionist. Maar het meest bijzonder is de vriendschap!
Wij hopen dat we daar nog heel lang van mogen genieten.
En oh ja, Piet en Neel, van harte!
Johan Tol
1 Way Wind the magazine
We hebben de platen nog
Bezig met een nieuw vertaalproject van vertaalde Nederpopklassiekers had ik onlangs een keer of dertig ‘One Way Wind’ op mijn koptelefoon en raakte opnieuw onder de indruk van die godvergeten mooie stem en frasering van Piet.
Toen ik bij ‘m thuis op de bank het resultaat liet zien en zelfs even tweestemmig mocht proberen, vond ik zijn stem nog steeds prachtig, maar Piet liet zich niet overhalen voor een gastoptreden in Carré en zei met een uitgestreken gezicht dat ik het zelf veel beter deed. Volendamse humor. Goeie gast.
Voor mij kan Piet zo de bühne weer op, in het theater, met alleen gitaar, zang, en een buts mooie verhalen. Maar als hij het optreedboek wel uit heeft, begrijp ik het ook. We hebben de platen nog.
Piet, bedankt voor de muziek en heb nog een paar mooie jaren met je gezin.
Een Cats-fan van het eerste uur,
Jan Rot
Ene Piet de Koster, een kraandrijver
Piet en ik kennen elkaar al een tijdje. Aan het begin van de zestiger jaren waren wij vanuit Amsterdam op de Monseigneur Veermanlaan komen wonen en mijn oudere zus was al spoedig lid van een vriendinnenploeg waarin ook Neel Sul zat. Neel had al een beetje verkering. Met ene Piet de Koster, een kraandrijver die heel aardig scheen te kunnen zingen en in een bandje zat.
Op sommige zondagmiddagen – als onze ouders elders op visite waren – was het in ons ouderlijk huis een soort ladies day. De vriendinnenploeg bezette dan de woonkamer en besprak daar dan het leven en de liefde.
Daarbij was de aanwezigheid van een nieuwsgierig, aankomend pubertje natuurlijk niet altijd gewenst.
Mijn zus wist daar echter wel raad op en gaf mij dan de opdracht even naar De Molen – toen nog een veredeld cafetaria waar ook bier getapt werd – te fietsen om een slaatje te halen. Ik deed dat overigens graag, want ook ik was dol op slaatjes.
“En vraag of Piet ook meteen meekomt. Die zit daar met zijn vrienden aan een vat”, voegde Neel er dan aan toe.
En zo kon het gebeuren dat ik, nog nauwelijks droog achter mijn oren, met een gezellige, ongeveer 19-jarige Piet op de bagagedrager van mijn tweedehands fiets, aan elke kant een been, van De Dijk naar de Veermanlaan reed. Met slaatje!
De rest is geschiedenis. Piet vierde triomfen als zanger en bereikte in de loop der jaren de status van legende. En we werden ouder.
Wanneer wij elkaar in de loop der jaren tegenkwamen – vaak was ik dan in gezelschap van wijlen Jip Golsteijn – was het altijd gezellig. Zoals Piet ooit in de documentaireserie ‘Pioniers van de Nederpop’ op geheel eigen wijze aan Johan Derksen duidelijk maakte: “Dan zie je mekaar. Pilsie, Jip? Ja, lekker! En Specs zegt ook geen nee…”.
Op de late avond van Koninginnedag 2006 was het weer eens zover. Ik had die middag en vooravond opgetreden en de opnames voor het album ‘A Wink At The Moon’, mijn eerbetoon aan de inmiddels overleden Golsteijn, waren praktisch afgerond. Redenen genoeg voor een afzakkertje.
Piet bleek niet alleen van de opnames te weten, hij wist ook wie er allemaal meededen.
“Waarom heb je mij niet even gebeld voor een tweede stemmetje?” Vroeg Piet plotseling.
Verbaasd antwoordde ik dat ik dat wel een beetje aanmatigend had gevonden. Ik hem bellen voor een tweede stemmetje.
“Ik had het anders graag gedaan”.
Ondanks het late tijdstip werkte mijn brein nu op volle toeren. Piet bleek bereid om een vocale bijdrage aan mijn plaat te leveren! Een geschenk uit de rock & roll hemel.
,,We kunnen een duet maken van een van de nummers. Dan zingen we ieder een gedeelte”, opperde ik voorzichtig.
,,Da’s toch goed. Kom van de week even langs, dan praten we het even door”.
Diep in de nacht kwam ik thuis. Inwendig juichend, dus in slaap vallen werd een probleem.
Voor de zekerheid belde ik Piet de volgende dag, met de vraag of het aanbod nog stond.
,,Jazeker. Wanneer kom je langs?” Luidde het laconieke antwoord.
Een week later stond Piet in de studio en leverde hij zijn vocale bijdrage aan ‘I Survived’, een nummer van Jip Golsteijn en mij. En wat deed hij dat prachtig!
Ik ben hem daar nu nog dankbaar voor.
En nu is Piet Veerman, groot zanger, icoon, jarig. 75! Een respectabele leeftijd waarmee ik hem, maar natuurlijk ook Neel en de rest van zijn gezin, hartelijk feliciteer.
Beste Piet,
Forever Young’ van Bob Dylan staat aan, ik hef het glas op je en maak een buiging.
Ik hoop je nog vaak tegen te komen.
Specs
Nog één keertje…
Wij Volendammers zijn allemaal opgegroeid met de muziek van The Cats. Het zit bij in ons in het DNA. Als ik One Way Wind, Lea of Marian hoor, dan ‘voel’ ik Volendam van vroeger, terwijl ik het niet heb meegemaakt.
In 2006 hebben wij, samen met Piet, een optreden georganiseerd in Sporthal de Opperdam. Dat was een avond waar we achteraf nog vaak over hebben gepraat. Zonder het toen te beseffen, was het zijn laatste grote live-show met een band. Tijdens de voorbereidingen, die ongeveer een half jaar hebben geduurd, hebben we Piet goed leren kennen. Z’n perfectionisme ging té ver en tot in té kleine details, waardoor het uiteindelijk een hele moeilijke wedstrijd werd, die we natuurlijk wél wonnen.
De fans van Piet zagen ‘m nog één keer zoals ze hem het liefst wilden zien. Mijn mooiste herinnering aan die periode gaat over de repetities bij mij thuis. Met de hele band om de grote tafel met akoestische gitaren en een microfoon in opnamestand in het midden. Die opnames heb ik nog vaak teruggeluisterd, met verbazing over de kracht en de sfeer in Piet z’n stem. Dát was Piet zoals wij, 3JS, hem het liefste wilden horen….
En stiekem zouden we hem ook nog één keertje zo willen opnemen in onze studio. Zoals de laatste albums van Johnny Cash werden opgenomen: kaal, akoestisch en zo droog mogelijk. Eerlijk. De stem van Piet was uniek. Hij klonk als een Amerikaanse country-zanger. The Cats waren ook eigenlijk een soort westcoast-country band. Ze brachten deze muziekstijl naar Volendam en beïnvloedden alle andere bands en muzikanten in het dorp hiermee. Hierdoor zijn we vandaag de dag en twee generaties verder nog steeds zulke verwoede muziekliefhebbers en verzamelaars en lopen er in ons dorp honderden gitaristen, pianisten, zangers en zangeressen rond. In zekere zin hebben we dit aan The Cats en de stem van Piet Veerman te danken.
Ik heb al vaker gezegd dat er wat mij betreft een standbeeld mag komen van de jonge Piet Veerman zoals er in muzieksteden als Memphis of New Orleans ook standbeelden staan van de artiesten die er geboren werden en de stad op de kaart hebben gezet. Naast het feit dat hij destijds met afstand de beste zanger van het land was, zag hij er ook nog eens uit als een held. Ik zie dat standbeeld wel voor me. Ik zou het graag onthullen. Maar dan wél NA z’n overlijden…. en ik hoop dat dat nog heel lang gaat duren.
Jan Dulles
Zijn mooiste wapenfeit
Het is lang geleden, maar dat is het al gauw als je 75 wordt. We hadden elkaar gevonden in onze gemeenschappelijk passie voor muziek; Piet, Jaap, Cees en ik.
Die passie kwam erop neer dat we heel veel oefenden. Vooral op het zingen. We hadden al snel in de gaten dat onze stemmen goed samenklonken.
Bovendien hadden Cees en Piet elk een sterke solostem.
Cees voor de Pop en Rock hits die we repeteerden en Piet ging geen zee te hoog met de ‘neger’-nummers, een term die in het huidige tijdsgewricht met fronsende wenkbrauwen zou worden ontvangen maar toen was er niets mis mee.
The Drifters, Solomon Burke, Ben E. King, Otis Redding, Wilson Pickett, allemaal negers en zij waren onze helden.
De kreten rhythm & blues en soul waren nog niet gangbaar of simpelweg nog niet doorgedrongen tot de Volendammer Zwaardstraat waar we oefenden in de slaapkamer die Piet helemaal voor zichzelf had. Het voordeel van enigst kind zijn.
In ons enthousiasme vergaten we nogal eens dat het beneden een hels kabaal gaf als we met onze voeten ritmisch de maat stampten op de houten zoldervloer.
Als het te gortig werd kwam moeder Márie naar boven met kussentjes. Zonder iets te zeggen keek ze wie de ergste boosdoeners waren en schoof met feilloos maatgevoel een kussentje onder een voet als die even in het ritme omhoog kwam. We konden gewoon blijven doorspelen en met een big smile deed ze de slaapkamerdeur weer dicht.
Die talloze avonden oefenen op de zolderkamer in de Zwaardstraat heeft de basis gelegd voor het latere succes waarvan we toen niet eens durfden dromen.
We leerden onszelf de juiste stemmen te vinden in de samenzang. Net zo lang tot het goed klonk. En we leerden met elkaar dezelfde timing aan te houden.
Toen we genoeg nummers hadden ingestudeerd om te kunnen meedoen aan een talentenjacht verzonnen we ‘Mystic Four’ als naam voor ons kwartet.
Onze ambities gingen echter verder dan het winnen van een talentenjacht dus ons kwartet werd uitgebreid met een drummer waardoor de naam niet meer klopte en werd omgedoopt tot ‘The Blue Cats’.
Tijdens een van de eerste optredens van die nieuwe samenstelling ontpopte Piet zich als een entertainer pur sang.
Via de oom van Cees, die pastoor was van de Haarlemmerstraat-kerk in Amsterdam, hadden we een optreden in de parochiezaal. Het ging lekker, enthousiaste reacties, en tot besluit zouden we nog een toegift spelen ‘op veler verzoek’. Dit viel echter niet in goede aarde bij de nonnen die het parochiehuis bestierden. De hoofdzuster vond dat het welletjes was geweest met die verderfelijke beatmuziek en schakelde de zaalmicrofoon uit waardoor we genoodzaakt waren te stoppen want we hadden in die tijd nog geen eigen zanginstallatie.
Het publiek roerde zich en wilde meer horen. Nou dat kon!
Zonder microfoon sprak Piet met zijn aangeboren volumineus stemgeluid tot de zaal: ,,Nou, zal ik dan maar een verhaaltje vertellen?”
Bij de manier waarop hij het zei, wisten wij al wat er ging komen, want behalve heel veel oefenen hadden we ook wel eens een gezellig zitje waarbij Piet steevast de gangmaker was.
Hij kende het hele repertoire van de West-Friese komiek Kees Stet uit zijn hoofd inclusief het smeuïge West-Friese dialect.
Piet vertelde het hilarische verhaal van ‘het brandspuithuisie’ waarin de paraatheid van een West-Friese vrijwillige brandweer op de hak werd genomen. Wij hadden dat al vaker gehoord maar we lagen net als de zaal dubbel om het verhaal, hoe Piet het bracht, maar ook om de koddige situatie.
Er volgde een lange periode van grote successen, heel veel optredens en buitenlandse tournees.
De jaren in een succesvolle band zijn te vergelijken met een complex huwelijk met meerdere personen tegelijk. Je bent veelal vaker in elkaars gezelschap dan met je eigen gezin.
Het samen optreden zijn meestal ervaringen die je voor geen goud zou willen missen en je lacht heel wat af met elkaar, maar er zijn ook de onderlinge spanningen, irritaties en ruzies.
Dát en het maar blijven doordenderen leidde beurtelings tot burn-outs bij Cees, Piet en mijzelf.
Verschillende keren moesten we het bijltje erbij neergooien en hingen we als band in de touwen.
Na een succesvolle reünie in de jaren ‘80 ging het uiteindelijk zwaar mis toen Piet ermee stopte en solo verder ging. De onderlinge verhoudingen waren ernstig verstoord en bleven dat jarenlang.
Na het overlijden van mijn vrouw Henny op 18 november 2001 begon er voorzichtig een nieuwe fase in de verstoorde relatie toen Piet en zijn vrouw Neeltje ons tegen de verwachting in kwamen condoleren. Dat heeft mij en het gezin heel veel goed gedaan.
The Cats hebben enorm veel te danken gehad aan de uitzonderlijke talenten van Piet, zijn fabelachtige stem, zijn unieke stijl van soleren op de akoestische gitaar, zijn composities, maar persoonlijk vind ik dat condoleren toen, november 2001, zijn mooiste wapenfeit.
Het heeft ervoor gezorgd dat we uiteindelijk weer konden samenwerken en dat we elkaar weer konden vinden om iets voor elkaar te betekenen.
Van harte gefeliciteerd, Piet!!!
En gewoon blijven doorgaan met jarig worden 😉
Arnold Mühren
Van onschatbare waarde
Als groot bewonderaar van kunstenaar Piet Veerman en de Cats, en in het besef dat zij aan de wieg stonden van de extreem succesvolle Volendamse muziekscene waarmee ons dorp al 50 jaar lang goede sier maakt in binnen en buitenland, wilde ik wel wat op zijn verjaardagskaart zetten.
Hoewel er door m’n jeugdige vriendschap met Cats-drummer Theo Klouwer en bassist Arnold Mühren geen echte rivaliteit was tussen ons, luisterde ik eind 60-er jaren – de BZN ploeter tijd – toch anders naar de muziek van m’n Cats collega’s dan nu.
The Cats waren vanaf het in 1968 (50 jaar geleden) door Piet Veerman gezongen ’Times Where When’ extreem succesvol en mateloos populair in binnen en buitenland. Dat was een ongekende status in een tijd met slechts één muziek programma op tv en één radiozender. Het ging altijd maar over The Cats, die de ene na de andere top 5-hit scoorden, terwijl wij daar als BZN vóór onze doorbraak in 1976 nog van droomden. Als je dan jong bent, poep ambitieus, en alles door je eigen gekleurde muzikale bril bekijkt, ben je al jaloers voor je het zelf door hebt. Dan vind je elke nieuwe plaat van The Cats wat minder dan de vorige. En dat was natuurlijk helemaal onterecht.
Gelukkig is dat gevoel korte tijd later, en zeker toen we in 1976 zelf ook de smaak van succes te pakken kregen en leerden hoe moeilijk het is om succes te initiëren en continueren, omgeslagen in diep respect en grote bewondering. Ik beschik al vele jaren in mijn i-tunes bieb over een map met het complete Cats en Piet Veerman repertoire, dat ik nog vaak – en altijd tot groot genoegen – van jong en oud thuis in onze Weinstube afspeel.
Cats succes: een top mix van virtuoze close harmony, top solostemmen maar ook afwisseling daarvan, pakkende gitaarliks, doordachte repertoire keuze, top- Leyen/Jongbloed producties/arrangementen, onsterfelijke Mühren evergreens als onder andere ’Lea’, ‘Why’, ‘One Way Wind’, en andere beauty’s zoals onder andere ’Scarlet Ribbons’ en het door Piet Veerman onder meer geschreven ’Let’s Dance’, die door de gehele natie, jong en oud, vriend en vijand overal luidkeels werden meegezongen, én…. de herkenbare prachtige stem en “oermens”-uitstraling van Piet.
Belangrijke pijler onder het Cats,- en Piet Veerman solo-succes, is de herkenbaarheid, de identiteit; het eigen geluid; een voorwaarde voor duurzaamheid van succes én de artiest . En juist daarin speelde Piet Veerman met zijn stem en zijn theatrale uitstraling altijd een absolute hoofdrol. Zo heeft elke Nederlander nog wel resten van Piets solo-act bij de grootste “Volendamse hit” ooit: ’Sailing Home’ uit 1987 in zijn gehoorgangen of op zijn/haar netvlies. De ondergang van de Titanic zou als achtergrond bij die imponerende act als een comedy zijn overgekomen.
Ik durf te beweren dat er – nu nog steeds – geen Nederlander (boven de 15) is, die na beluisteren van een willekeurige opname Piet’s stem daarop niet na 2 a 3 seconden herkent .. en dat wil toch wat zeggen. En het is niet alleen het herkenbare stemgeluid, maar ook zijn fabelachtige zangtechniek die Piet tijdens zijn leven al tot een Volendamse legende maakt; luister nog maar eens naar bijvoorbeeld ’Scarlet Ribbons’.
Ongetwijfeld leverde het stoere Rock and Roll-imago dat The Cats en met name Piet uitstraalden ook een bijdrage aan het succes, al zijn de “sex, drugs en rock and roll”-uitspattingen misschien nooit verder gegaan dan de gezellige na-zitjes van muzikanten onder elkaar na een kroegbezoek op de Volendammer dijk. Ik herinner me nog goed dat, als dit dan bij Piet en Neel thuis was, Piet eerst even de gordijnen dicht deed want, zo zei hij dan op amechtige toon: ,,Dan zien we niet dat de dag er aan komt”. Met andere woorden: ,,Dan komt er geen end an”. De rest laat zich raden.
Gezelligheid kende overigens nooit geen tijd bij Piet; zo speelde ik bijvoorbeeld in 1982 in de studio van Arnold de baspartij op ‘De Blusvereniging’ van ‘De Geiten’; een pretproject van Specs Hildebrand, waarin Piet een slissende ‘Kees Stet’-achtige act opvoerde; heel gedurfd, maar virtuoos en buitengewoon hilarisch; wat hebben we ons die nacht de stuipen gelachen en vooral gezopen, tot de volgende middag; het kon nooit op!
Ook in de Hilversumse tv-studio’s was het tijdens gezamenlijke tv-optredens van BZN en de Cats tijdens de pauzes altijd heel “gezellig”. Als Piet dan met een paar biertjes op de aanwezigen jolig begon ‘toe te spreken’, hoor ik nóg de bezorgd kijkende Arnold zeggen: ‘Ooh jee , Piet doet al toneelstukkies’. Bang dat het uit de hand zou lopen.
Toen de Cats ophielden live te bestaan, en alleen nog Piet Veerman solo ten tonele verscheen, bevestigde hij zingende weg steeds meer zijn rol als aartsvader en boegbeeld van de Volendamse muziekscene. Piet zingt geen ‘palingsound’, wat het ook zijn mag; hij ís het. ,,Als je het woord ‘Volendam’ uitspreekt, hóór en zie je Piet Veerman erbij”, zei laatst een toerist op de dijk tegen mij. En zo is dat! De goodwill die Piet voor zijn geboortedorp en voor de Volendamse muziekscene geïnitieerd heeft, is voor ons allemaal van onschatbare waarde; ik denk dat alle latere generaties artiesten méér aan Piet Veerman te danken hebben dan ze misschien zelf beseffen.
“The Cats’ en Piet Veerman solo waren kaskrakers, waar de bandleden en Piet zelf wellicht zelf nog het minste van geprofiteerd hebben. Ondanks dat heeft Piet zich nooit door de commercie laten inpakken; kwaliteit stond voorop. Intimi weten dat Piet in zijn streven naar perfectie tijdens de opnames heel lastig kon zijn voor zijn omgeving, overdreven eigenzinnigheid en onzekerheid werden hem hierbij verweten. Edoch…
Niet vergeten mag worden dat hij zichzelf daarbij ook niet ontzag, en de lat voor zichzelf heel hoog legde. En dat is te horen. Met een stem zo breed als de Volendamse dijk en de dramatiek van een zich voltrekkende scheepsramp, appelleert Piet met zijn zangact aan een oeroude basale functie van muziek maken, het overbrengen van gevoel en emotie. Hét fundament waarop de écht succesvolle Volendamse muziek sinds de eind-sixties grotendeels gebaseerd is geweest. Dat is wat het grote brede publiek wilde en altijd zal blijven willen. Daar kan geen Ronnie Flex of Lil Kleine verandering in brengen.
Ter demonstratie hiervan laat ik geïnteresseerde kennissen tijdens alcoholische bijeenkomsten in onze Weinstube bij tijd en wijle ‘I will Survive’ horen; een sfeervolle track van een cd van Specs Hildebrand & the Livingroom Band, waaraan onder andere Piet Veerman meewerkte. Na het eerste deel, dat met gepaste empathie gezongen wordt door Theo van Scherpenseel, valt Piet in met zijn couplet. Dan gebeurt er iets geks; iedereen, liefhebber van ‘t genre of niet, reageert. Er ontstaat ineens emotionele spanning en kippenvel, het lijkt wel of het lied in een hymne verandert, en of er een zanger uit een ander universum aan het werk is. Iedereen is geraakt en begrijpt meteen wat ik bedoel. Daar is een icoon bezig!
Dat is Piet. Ik zeg ís, want Piet blijft hopelijk nog heel lang bij ons. Hij heeft al menig medisch tegenvallertje overwonnen, en dat-ie oersterke genen heeft bewijst zijn kleindochter Mell, die twee generaties verder met hetzelfde unieke artistieke sop is doordrenkt als haar bap. Ik denk dat ik namens heel muziekminnend Nederland spreek als ik Piet zeker nog 25 jaar een mooi leven toewens. Dat heeft-ie verdiend, en dat is hém, z’n vrouw Neel, en al z’n dierbaren van harte gegund. Maak er een mooi feest van Piet.
Graag nóg 25 jaar!
Jan Tuijp (Pet)
Meer vader
Mijn vader alweer 75 jaar, when the f*ck did that happen!? Alsof het gister was, dat Cornel Do (toen nog bakker) een geweldige ‘Piet-mét-gitaar-taart’ voor zijn 50ste verjaardag maakte. En nu ben ikzelf zelfs dat getal alweer voorbij. Ik heb de foto van die taart nog liggen, die moet ik nog inplakken…
Dan komt de vraag of ik iets over mijn vader wil schrijven, maar waar moet je dan in Gods naam beginnen? Dat ik als meisje van twee jaar rechtop in mijn bedje zat te wachten tot-ie thuis kwam van een optreden, met een smile op mijn gezicht? Dat ik ‘meer vader’ had in mijn jeugd dan mijn klasgenootjes, in tegenstelling tot wat veel mensen dachten? Dat wij in de buurt ook mee mochten naar optredens en repetities? Zou ik daar trouwens de liefde voor de coulissen vandaan hebben? En wat hadden we een lol met de Cats-kinderen!
Dat geen vraag te persoonlijk is? Dat we altijd een beroep op hem (en mijn moeder) kunnen doen, maakt niet uit wanneer en wat? Hoe gepassioneerd hij kan raken over onrecht (ik noem een Erdogan, Brussel, geldverspilling, oplichterij)? Onze bezoekjes aan pa en ma zijn in ieder nooit saai, haha! Hoe hartstochtelijk hij kan strijden voor zijn, mijn en jouw zaken? Hoe gul hij is voor ons? Hoe luid we kunnen discussiëren en beargumenteren, with no hard feelings? Hoe hij nog steeds elke dag geniet van muziek in al zijn vormen en stijlen?
Hoe ik zijn liefde voor ons allemaal voel? Zijn hobbykamer is als een museum over ons leven, daaruit spreekt de waardering voor elk van ons. Dat zou je echt eens moeten zien! Of hoe… Zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik kan niet kiezen.
Ik prijs mezelf heel gelukkig, dat we nog dagelijks contact hebben(als de telefoon twee dagen niet gaat begin ik me echt zorgen te maken) en ik hem hier kan zeggen hoe trots ik altijd op hem ben geweest en nog steeds ben.
Als hij vertelt over vroeger, de anekdotes, hang ik aan zijn lippen en denk ik: shit, heb ik het weer niet vastgelegd. Ook de jongere generatie geniet van de verhalen en de humor van mijn vader en moeder. Vrienden en vriendinnen van onze kinderen komen er rustig bijzitten en willen niet weg: veel te gezellig. Dan komt het beste in mijn ouders naar boven, daar geniet ik zo van.
Hij vertelt ook vaak wie zijn helden zijn, van wie hij de liedjes zo graag zingt. Of het nou Kris Kristofferson is of iemand anders, ik weet het vaak niet meer, maar voor mij is het allemaal mijn vader. Zelf zegt hij ook wel eens dat hij in de eerste fase van Alzheimer zit, dat hij steeds vaker vergeet. Zoals hij vorige week wilde passen voor Jeroen van Inkel Live op de radio. ‘Ik weet dat allemaal niet meer zo goed’. Maar als ik dan doorvraag, dan weet hij het allemaal nog precies. ‘Oké, laat ze maar bellen dan’.
Ik heb nog wel een wens… Ik denk dat mijn moeder en ik stiekem zijn grootste fans waren als-ie stond te schitteren op het podium. En ik wil nog weleens hardop dromen Ik zou het toch zó geweldig vinden als ie nog één keer in een vol Carré zou schitteren en groots afscheid zou nemen van al zijn fans en muziekliefhebbers.. Zou dat nou niet geweldig zijn?!
Met gitaar, met al zijn kleine liedjes, want die wil hij nooit weglaten. Er wordt altijd gevraagd of hij een feestje wil maken, dus de optredens worden altijd langer, want hij doet zelf toch ook gewoon die kleine liedjes. Carré is het uitgelezen podium voor die kleine liedjes.
We krijgen zoveel mails van mensen: of ze hem nog een keer kunnen zien, of ze koffie kunnen drinken, want ze kunnen geen afscheid nemen. Maar dat doet hij niet. Ik weet dat hij op twee gedachten hinkt. Hij vindt het lastig om afscheid te nemen. Misschien moet je het ook geen afscheid noemen.
Als je bij hem in zijn muzikale hart zou mogen kijken, daar is nog volop leven. Het proces van iets maken, dat trekt nog steeds.
Elk jaar schrijven mijn vader en Cor Dekker steevast een kerstkaart naar elkaar. Dat ze elkaar te weinig zien. En dat de tijd op raakt. Tja. Nu kan het nog… Nog één keer…
Vae, alvast van harte gefeliciteerd met je 75ste verjaardag en zorg alsjeblieft dat je er nog minstens 25 aanplakt,
love you to the moon and back!
XxX, je dochter, Jacqueline