Vandaag geopend: 08.00 - 18:15

Sint-Caeciliakoor: Vriendschap, voldoening en verwachtingen

We blijven koorknaapjes

In de rijke geschiedenis van de katholieke gemeenschap van Volendam klinken al ruim 160 jaar de indrukwekkende harmonieën van het kerkkoor. De kenmerkende, galmende stemmen van dit doorleefde koor doen de bodem onder de statige Sint-Vincentiuskerk trillen. ,,Bij het vertolken van een groots stuk staan we hier met kippenvel tot aan onze oren te zingen,” zegt vicevoorzitter Henk Bond met een glimlach. Ondanks de hechte vriendschappen onder de leden, de diepgaande voldoening en het maatschappelijk belang van hun stichting, wordt het koor geconfronteerd met een zwaarwegende uitdaging: ,,Er is een dringende behoefte aan nieuwe leden. We kijken reikhalzend uit naar nieuwe aanwas, om de traditie van het Sint-Caeciliakoor voort te zetten.”

n

n

Door: Kevin Mooijer

n

 

In deze rubriek brengen we een ode aan ‘Cultuurbewakers’. Ontdek unieke ambachten, tradities en passies die met uitsterven worden bedreigd. Ontmoet mensen die zich vol overgave wijden aan het behoud van cultureel erfgoed. Laat je inspireren door het enthousiasme en doorzettingsvermogen van onze cultuurbewakers.

 

Vicevoorzitter Henk Bond (58) en de kersverse voorzitter Thoom Veerman (63) stappen de trap op die ze al zo vaak beklommen: die van de kerktoren. Na twee trappen bereiken ze het einde van hun klim. ,,Eén trap verder en je bent in het domein van de galmgaten”, merkt Thoom op. De heren betreden een smalle gang, rondom betimmerd met donker hout en gedecoreerd met beeltenissen van heiligen en koorleden die hun voorgingen. Eenmaal om de hoek ontvouwt zich een onvergetelijk decor: de Vincentiuskerk in al zijn glorie. Vanaf hun vertrouwde positie hebben de koorleden uitzicht op het altaar, dat zich aan de andere kant van de kerk bevindt, zo’n tien meter lager. ,,Mooi, toch?” vraagt Thoom met gepaste trots.

 

Verandering

Beide mannen zijn al vele jaren betrokken bij het kerkkoor dat ze zo koesteren. ,,Dat is ook meteen waar het gevaar schuilt,” zegt de voorzitter lachend. ,,Eenmaal bij ons, wil je niet meer weg.” Het kerkkoor werd opgericht in 1860, samen met de opening van de grote kerk. Sindsdien heeft de stichting veel veranderingen doorgemaakt. ,,Het grootste verschil met vroeger is de afgenomen striktheid,” vervolgt Thoom. ,,In het verleden werd bijvoorbeeld genoteerd wie aanwezig was. Als je niet kwam opdagen, moest je een stuiver betalen. Drie keer de fout in en je kon vertrekken. Gelukkig behoort die tijd tot het verleden.” Henk bevestigt lachend: ,,En vergeet niet dat je vroeger een auditie moest doen om überhaupt kans te maken om bij het koor te mogen. Tijden veranderen. Tegenwoordig worden nieuwe leden met open armen ontvangen door de groep. Het kameraadschap staat voorop, dat is gelukkig onveranderd gebleven.”

 

‘Dan stonden ze hier in hun ketelpak de sterren van de hemel te zingen, om vervolgens weer de steiger op te klimmen”

 

,In de beginjaren bestond het koor voornamelijk uit notabele figuren en middenstanders”, vervolgt Thoom. ,,De bakker, de kruidenier en schoolmeesters maakten deel uit van het koor. De rest van de mannen was namelijk op zee. In de loop der jaren is dat aanzienlijk veranderd. Het Sint-Caeciliakoor verwelkomt leden uit diverse lagen van de bevolking, zowel mannelijk als vrouwelijk.” Henk haalt een mooie anekdote aan om Thoom aan te vullen: ,,Vroeger was het gebruikelijk dat koorleden die in Volendam werkten, tussen het werk door even op een begrafenis kwamen zingen. De werkplaats van schilder en koorlid Gerrit ‘de Beer’ bevond zich niet ver bij de kerk vandaan. Verschillende van zijn medewerkers zongen ook in het koor. Het kwam regelmatig voor dat ze de kwasten even neerlegden om op een uitvaart te zingen. Dan stonden ze hier in hun ketelpak de sterren van de hemel te zingen, om vervolgens weer de steiger op te klimmen. Hetzelfde gebeurde met postbodes. Evert ‘Pum’ en Albert van Zelst zetten hun gevulde posttassen hier om de hoek neer, zongen hun partijen, en gingen fluitend weer verder met hun postroute.”

 

Met hart en ziel

Thoom reflecteert: ,,Het lijkt waarschijnlijk alsof er een contrast is tussen hoe mensen in de kerkbanken een dienst ervaren en hoe wij dat boven in de nok van de kerk doen. En dat klopt ook. Als je 75 tot 100 begrafenissen per jaar meemaakt, raak je er op een bepaald moment aan gewend. Dat betekent natuurlijk niet dat ons respect minder wordt, maar de eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat wij wel plezier en voldoening uit het zingen halen.”

 

‘‘Neem bijvoorbeeld de zangers van de 12 Rovers, stuk voor stuk geweldige koorzangers. En allemaal waren ze lid van het kerkkoor”

 

Henk voegt toe: ,,Het koor brengt ons geluk. Ik ben al lid sinds mijn 22e en vind het nog steeds geweldig. Als we boven in de kerk staan, zingen we met hart en ziel. Iedere keer weer. Ik zou nooit meer zonder dit koor kunnen. En je ziet dat al onze leden er zo in staan. Iedereen blijft lid tot zijn dood.” De krachtige stemmen van het Sint-Caeciliakoor zijn een eerbetoon aan zowel de vreugde van huwelijksvieringen als aan het verdriet van uitvaarten. ,,We zingen niet alleen tijdens verschillende gelegenheden, maar ook in verschillende samenstellingen”, legt Thoom uit. ,,We hebben een mannenkoor en een vrouwenkoor. Soms zingen alleen de mannen, soms alleen de vrouwen, en soms zingen we samen. Het is afhankelijk van de wensen van degene voor wie we zingen. Bij uitvaartdiensten zingt doorgaans alleen het mannenkoor, maar indien gewenst sluit ook het vrouwenkoor aan. Dat geeft weer een heel andere dimensie aan de mis.”

 

Koorknaapjes

,,Ons koor is altijd gezegend geweest met fantastische zangers”, zegt Henk met een glimlach. ,,Ik zeg dit niet omdat het ons koor is, of omdat we Volendammers zijn, maar omdat ik zelf met hen heb gezongen. Neem bijvoorbeeld de zangers van de 12 Rovers, stuk voor stuk geweldige koorzangers. En allemaal waren ze lid van het kerkkoor. Met Klaas ‘Schimmel’, Jaap ‘de Beer’ en Jan Smit ‘Vais’ zijn er nog slechts drie van die giganten over. We koesteren iedere sessie waarin we met hen mogen zingen. Mede dankzij hen, onze organist Gustaaf Schulz en dirigent Jan Laan, blijft de kwaliteit van de zang op een hoog niveau. Hoewel het voor Volendammers de normaalste zaak van de wereld is, krijgen wij vooral van buitenstaanders die hier een dienst bijwonen vaak te horen hoe bijzonder de muzikale opluistering van de vieringen hier is. De zang draagt in iedere situatie bij aan de gewenste sfeer, en dat kan echt binnenkomen bij mensen die dat niet gewend zijn. Elders in Nederland kom je zoiets niet tegen. Tenminste, dat heb ik zelf nog niet ervaren. En dan heb ik het natuurlijk niet over professionele koren, maar puur over vrijwilligers, net als wij. We blijven immers koorknaapjes.”

 

‘‘ De Heksidesupporters hebben hun samenzang tot kunst verheven”

 

Momenteel telt het koor 32 mannen, maar Thoom en Henk zouden graag een aantal nieuwe gezichten verwelkomen. ,,Vijftig leden zou ideaal zijn. Dan kunnen we de druk op de solopartijen wat beter verdelen”, zegt Henk. ,,We hebben momenteel bijvoorbeeld twee bas-solisten, waarvan er één in de lappenmand zit. Hierdoor zijn we volledig afhankelijk van de andere bas-solist. Het zou prettig zijn om meer stemmen beschikbaar te hebben en zo de diensten beter te verdelen.” Thoom lacht en voegt een optimistische noot toe: ,,Ik heb er vertrouwen in dat het goed zal komen. Zet eens een willekeurige thuiswedstrijd van FC Volendam aan, dan hoor je wat onze jeugd kan als het op samenzang aankomt. De Hekside-supporters hebben hun samenzang tot kunst verheven. Wellicht mogen we binnenkort een aantal van hen verwelkomen in ons koor.”

 

Fotogalerij