Gevierendeeld
Onze redactie aan het woord Gina Schilder
Ik was 26 toen ik moeder werd. De zwoelte van volle kroegen en benevelde hoofden trokken nog aan mij. Ik vond dat ik recht had op los en nachtelijk vertier. Mijn dochter logeerde dan ook regelmatig bij oma. Keek ik na middernacht in haar lege ledikantje, dan snotterde ik in stilte. Ik verlangde naar een vol nest en tegelijkertijd naar een onvoorspelbaar leven en een backpack op mijn rug. Ik wilde op zondagochtend haar kindervoetjes horen, maar ook tot het ochtendgloren mijn rug nat dansen op een barkruk met een wodka in mijn hand. Vrijheid en ouderschap. Ze smelten niet lekker samen en je krijgt er never-nooit-niet een visje krokantbruin in gebakken.
Heel soms overvalt het me nog steeds, het gevoel gevierendeeld te worden. Laatst nog. Toen na vier weken stabiel donkergrijs weer op een dag de hemel in 34 tinten Stille Oceaan openbrak en de zon schel door het raam tetterde. Vorst! Het was dezelfde dag waarop mijn zoontje met hoge koorts uit bed kwam en de daaropvolgende twee dagen niet onder mijn oksel vandaan wilde. Ik zag het stralende winterweer vanachter het raam en voelde mij die grote, levenslustige gorilla in een te kleine Artis. Na wat worstelen en wentelen in weerstand kun je uiteindelijk niet anders dan erin berusten. Of het wordt je fataal.
Toen ik na die zonovergoten winterdag mijn zoontje naar bed bracht en hij ‘je bent lief’ fluisterde voor hij zijn koortsige ogen sloot, besloot ik vriendschap te sluiten met die begeerlijke vrijheid in plaats van het te veroordelen tot een kerker in diepe krochten van mijn ziel. Zonder winter immers geen zomer. Zonder licht geen donker. Het is er allemaal. Vrijheid is als het begin van een regenboog. Je kunt blijven zoeken, maar vinden zul je het nooit. Berust je erin, dan vindt het jou vanzelf. Maar makkelijk is dat niet.