Vandaag zijn we gesloten.

Jan van Zanen, de nieuwe burgemeester van Den Haag én trots Edammer: n n

‘In deze gemeente heb ik alles geleerd wat ik ben’

Net een maand is hij beëdigd als burgemeester van de op twee na grootste stad van Nederland: Den Haag. Jan van Zanen (58) is een joviale en drukbezet man en begint nu, na periodes in Amstelveen en Utrecht, aan zijn derde burgemeesterspost. Gelijk valt hij met z’n neus in de boter. Zijn eerste dagen had hij te maken met een grote demonstratie, het aftreden van een wethouder en twee zware raadsvergaderingen. Het lijkt de nuchtere Van Zanen, opgegroeid in onze gemeente, niet minder vrolijk te maken, maar hij beseft wel dat zo’n grote, internationale stad veel uitdagingen met zich meebrengt. Lachend zegt hij dan ook zelf: ,,Jantje, maak je borst maar nat!”
Door Frank Zwarthoed

Lopend door het grote, spierwitte gemeentehuis van Den Haag, valt pas op hoe klein ons eigen stadskantoor aan de Willem van de Knoopdreef eigenlijk is. ‘Het IJspaleis’, zoals het Haagse gebouw in de volksmond heet, is gigantisch, verblindend wit, en doet van binnen een beetje denken aan het Waterland Ziekenhuis, maar dan groter. Ik ben er natuurlijk, om eens te praten met de nieuwbakken burgemeester van Den Haag, Jan van Zanen. Zoon van Cor en Coby van Zanen, wonend aan de Lingerzijde in Edam.
Hoewel er nooit eerder een ontmoeting heeft plaatsgevonden, lijkt het tijdens ons gesprek soms of we elkaar al jaren kennen. De burgemeester is praterig, goedlachs maar ook vlijmscherp. Zo vraagt hij, ontwapenend, in de eerste minuut al of mijn vriendin Lisa heet en handbalt in Volendam, mij even in verbazing achterlatend. Wat blijkt? De burgemeester heeft zijn Volendamse huisschilder Ab, die sinds jaar en dag het schilderwerk in zijn huis verzorgt, even gevraagd wie nou toch die Volendamse Frank Zwarthoed is die hem ging interviewen voor de NIVO. De wereld is klein.
Van Zanen heeft een hoop te doen in Den Haag. Natuurlijk is hij als burgemeester in de eerste plaats verantwoordelijk voor de veiligheid in de stad, en in Den Haag gebeurt nog wel eens wat. Maar hij moet de komende tijd ook goed de stad leren kennen: ,,Ik kom in allerlei wijken, ga ontbijtbijeenkomsten doen met mensen uit de cultuur, mensen in het onderwijs, ondernemers, mensen uit de zorg, om erachter te komen: hoe zit Den Haag in elkaar? Wat speelt er?”
Hij ziet, naast het waarborgen van de veiligheid, een belangrijke opdracht voor zichzelf: ,,Den Haag is een stad waar decennialang grote sociaaleconomische verschillen bestaan. De top van Nederland is hier, maar tegelijkertijd hebben we ook mensen die het heel beroerd hebben. Er zijn hele sterke wijken en er zijn minder sterke wijken, dat verschil is heel groot. Ik wil samen met de mensen verbindingen leggen, of dat nou tussen zwart en wit is, tussen rijk of arm, tussen hoogopgeleid of laagopgeleid of tussen zand en veen, zoals ze dat hier noemen.”
Hij stopt even en zegt lachend: ,,In Edam-Volendam is het verschil ‘van achter het klaphek of niet’.” Op iets serieuzere toon vervolgt hij: “Ik heb daar trouwens nooit aan meegedaan, ik weigerde altijd om iets onaardigs te zeggen over Volendammers. Ik vind dat zo’n onzin. Ik heb ook altijd Volendamse vrienden gehad. Dat geleuter over Edam of Volendam, dat was vroeger hoor. Je moet een trotse Volendammer zijn, ik ben een trotse Edammer, en dat kan prima samen. Misschien zien ze dat – in Den Haag – ook wel in mij, dat ze hopen dat ik een brug kan slaan tussen groepen. Maar dat kan ik pas doen als het goed gaat met de veiligheid en wat daarmee samenhangt. Dat is prioriteit 1,2,3 en 4.”

‘Op m’n dertiende ging ik
in het oude stadhuis van
Edam-Volendam zitten,
bij de raadsvergaderingen’

In welke stad Jan van Zanen ook burgemeester is, hij blijft een Edammer in hart en nieren. Hoewel hij geboren is in het ziekenhuis van Purmerend (,,maar dat zeg ik bijna nooit!”) heeft hij een bijzondere band met Edam: ,,Edammer blijf je je hele leven. Ik heb er mijn jeugd doorgebracht en kom er nog om mijn ouders te bezoeken. Ik ben er opgevoed, ben er naar school gegaan, en heb er in de zaak van m’n ooms gewerkt.”
Van Zanen komt uit een familie van Edamse kaasgroothandelaren. Zijn opa, die ook Jan van Zanen heette, zat ook al in de kaas, net als een aantal van zijn ooms. In zijn jeugd heeft Jan ook nog verscheidene kaasjes ingepakt voor de zaak, waar hij naar eigen zeggen best goed in was. Zijn vader was ook een zakenman. Geen kaashandelaar, maar architect. Hij heeft een aantal bekende gebouwen in onze gemeente ontworpen, zoals de Rabobank in Volendam, het gebouw van Boon Edam en het stadskantoor. Als het aan zijn vader lag, was Jan dan ook in het bedrijfsleven gegaan.
Toch zou Van Zanen geen kaashandelaar en geen architect worden. Zijn passie lag bij het openbaar bestuur. Dat was al vroeg duidelijk: ,,Op m’n dertiende ging ik in het oude stadhuis van Edam-Volendam zitten, bij de raadsvergaderingen. Vond het zo mooi!”
Vier jaar later, op z’n zeventiende, organiseerde hij een politiek debat in het Hof van Holland, voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1978. Hij organiseerde het niet alleen, hij zat het debat ook voor: ,,Ik zat dan tussen Albert van de Slinger (CDA) en Siem Lut (VD80), al die grootheden. Die gunden het mij. En de Edammer politici, bijvoorbeeld van de Partij van de Arbeid, die vonden het ook goed, want ik was neutraal.” Lachend: ,,Toen was ik eigenlijk al een beetje burgemeester.”
Om reclame te maken voor deze activiteiten ging hij dan op z’n fiets naar de krant. Ook naar de NIVO. In een oud interview is terug te lezen dat Van Zanen de NIVO af en toe bestookte met artikelen: ,,Dat deed ik op m’n tiende al. Toen organiseerde ik een ruilbeurs op m’n school. En later ging ik naar de krant om reclame te maken voor de JOVD Edam-Volendam (de jongerenafdeling VVD, red.), die ik mede had opgericht. Ik vond dat allemaal hartstikke leuk.”
Zijn interesse voor politiek zat ook al in zijn familie. Zijn ome Henk was jarenlang raadslid en wethouder in Edam-Volendam en zijn opa, de kaashandelaar, zat in de noodgemeenteraad, die na de Tweede Wereldoorlog werd gevormd. Ondanks dat zijn vader misschien het liefst wilde dat hij zakenman werd, is het politieke toch met de paplepel ingegoten. Van Zanen vindt dat goed te verklaren: ,,Ik kan het niet op z’n Volledams vragen – ‘Eèh jèj…’ – maar ga jij nou eens morgen in het handbalteam van je vriendin vragen: waarom ben jij op handbal gegaan? Of de fanfare, of de voetbal, of op het koor. Ik denk dat zo’n zeventig of tachtig procent zegt: ‘Nou, m’n vriendin of m’n moeder..’. Zo gaat dat met politiek ook. Je hoort ervan, je ziet het. ” En zo werd, als jonge jongen, zittend tussen de Edamse en Volendamse politieke topstukken, eigenlijk al een eerste stap gezet richting het burgemeesterschap van Van Zanen.

Populair in Utrecht
Na zijn jeugd in Edam ging hij rechten studeren in Amsterdam en in de Verenigde Staten. Hij kreeg een baan als secretaris van een landelijke ondernemersorganisatie, vervulde zijn militaire dienst bij de Koninklijke Luchtmacht en kreeg een vriendin, die in Utrecht woonde. Hoezeer hij gehecht is aan Edam, bleek wel uit de eerste nacht die hij buiten de stad doorbracht: ,,Ik heb toen enorm gehuild, ik vond het erg. Dat is natuurlijk onzin, want ik had al een jaar in Amerika gezeten. Maar ik ben van de afdeling heimwee. Daarom kom ik ook altijd op plekken terug, ook in Edam.” Hij is bijvoorbeeld laatst nog door Edam en Volendam gefietst, bezocht de Noorderstraat, waar zijn school stond, en door Volendam gereden: ,,Even een vissie gehaald op de Dijk.”
Nadat Van Zanen in Utrecht was beland, ging zijn carrière hard. Hij werd daar gemeenteraadslid voor de VVD, wethouder en maakte daarna een mooie stap door burgemeester te worden van Amstelveen. Zijn kinderen groeiden op in Utrecht. Toen hij uiteindelijk de mogelijkheid zag om burgemeester van Utrecht te worden, twijfelde hij ook geen moment: ‘Yes!’, haalt hij zijn eerste reactie van destijds terug. Jarenlang heeft hij in de Domstad gediend als burgervader. Van Zanen was populair onder de Utrechters. Hij was vaak onder de mensen en werd zelfs door zijn oude Utrechtse politieke tegenstander (en oud-raadslid) Henk Westbroek volmondig gesteund in zijn herbenoeming als burgemeester.
Toen kwam opeens Den Haag voorbij, een buitenkans. Hoewel Van Zanen verknocht was aan Utrecht, kon hij deze mogelijkheid niet laten liggen: ,,Maar als je de brieven leest, van mensen uit Utrecht… Die vonden het natuurlijk niet leuk.”
Het voordeel is wel dat Den Haag op sommige punten niet zo verschilt van zijn geliefde Edam-Volendam: ,,Den Haag ligt aan zee, en daar ben ik wel erg van. Ik heb altijd ‘aan het IJsselmeer gewoond’, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik houd ook erg van zwemmen bijvoorbeeld. En van goede vis! We zijn wel bedorven hè, als Edammers en Volendammers. Als ik vis ergens eet, is het natuurlijk bijna nooit zo goed als op Volledam. Gelukkig is er hier veel goede vis te krijgen, bijvoorbeeld in Scheveningen.”

‘De nuchterheid en
gemeenschapszin heb
ik meegenomen uit
Edam-Volendam’

Het interview loopt bijna ten einde, we praten ondertussen al drie kwartier. De tekstschrijver van Van Zanen – want ja, die heb je als burgemeester van Den Haag – zit naarstig mee te schrijven. Immers: Van Zanen’s hele levensverhaal komt in dit uurtje op tafel. De burgemeester wijst mij er even lachend op dat het wat hem betreft geen epistel hoeft te worden: ,,Het is toch niet zes bladzijden hè, het is toch maar een klein stukje?”
Op de vraag welke typische Edamse of Volendamse eigenschappen hij heeft, die hij kan gebruiken in zijn werk als burgemeester, denkt hij kort na en zegt dan: ,,Ik kijk met veel trots en plezier terug op m’n Edam-Volendamse tijd, ik heb er eigenlijk alles geleerd wat ik nu ben. Ik kom uit een middenstandsgezin van ‘hard werken, niet zeuren’. Maar ook de eigenschap ‘doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg’, de nuchterheid en gemeenschapszin heb ik meegenomen uit Edam-Volendam. Ik heb er leren spreken, leren fietsen… met tegenwind. Die eerste twintig jaar zijn heel bepalend voor me geweest.”
Hoewel hij niet met zekerheid kan zeggen of hij ooit nog terugkeert naar zijn ‘oude’ gemeente, maar dit ook niet uitsluit, vergeten zal hij zijn roots niet: ,,Ik ken de geuren nog en de namen en ik volg het lokale nieuws nog op de voet. Ik ben op dat gebied heel nostalgisch. Waar ik ook ben, waar ook ter wereld, als er een Volendammer vishandel of goede kaaszaak is, ga ik naar binnen.” Hoewel hij geen Volendammer is, zegt hij de Volendammers in heel de wereld veel tegen te komen: ,,En als ze me dan zien, is daar de vriendschappelijkheid.” Gekscherend imiteert hij ze in z’n beste Volendams: “Je bent een Edaijer? Naja, dat vergeven we je.”

Foto: Burgemeester Jan van Zanen op zijn tour door Den Haag, hier poserend in de Haagse Edamstraat. – Foto: Martijn Beekman

 

Fotogalerij