Kinderen uitgedaagd door gymles van vakleerkracht, maar ideaalplaatje is nog ver weg
‘Het is een absolute meerwaarde”
Vanaf het begin van dit schooljaar zijn basisscholen verplicht hun leerlingen wekelijks twee lesuren bewegingsonderwijs aan te bieden: een gymles onder leiding van een op de ALO afgestudeerde vakleerkracht of een bevoegde groepsleerkracht, een juf of meester met een zogeheten aantekening. In Edam maken de vakleerkrachten er al langer een fantastische dynamische gymles van, voor beide uren; in Volendam gebeurt dat sinds twee jaar, voor één uur in de week, gefinancierd door de SKOV. Wesley Meijer en Gabrielle Silven zijn momenteel de enige lesgevers, waardoor zelfs niet alle SKOV-kinderen les krijgen van een vakleerkracht. Het werven via uitgezette vacatures levert vooralsnog niets op. En wat gebeurt er wanneer de SKOV over twee jaar, zoals bij de aftrap gesteld, wil dat de scholen zelf de gymdocent gaat betalen? Een rondje langs de velden, in een tweeluik.
n
In Edam zijn al langer – vanuit de Sport-Koepel – vakleerkrachten die het bewegingsonderwijs verzorgen op de basisscholen De Trimaran en De Nieuwe School. Carlo Vonk geeft al vier jaar les op de Trimaran en sinds kort ook in Volendam op De Scheepswerf. Omdat de SKOV daar voor enkele klassen geen vakleerkracht voorhanden had, heeft Scheepswerf-directeur Leo Huis Carlo ingehuurd. ,,Vrij snel heb ik in Edam te horen gekregen van de groepsleerkrachten dat ze zien dat de kinderen, als gevolg van de lessen, motorisch vaardiger worden. Niet alleen in de sporten, maar ze struikelen ook minder, als ze buiten zijn. En lijken onbewust bekwamer te vallen. Dat fundamentele verschil hoorde ik meteen. Dat laat meteen een meerwaarde zien, zonder dat we met ellelange cijferkolommen hoeven te komen.”
,,In het begin zag ik nog wel dat leerkrachten het spannend vonden, als het om de kleuters ging. Als ik dan bijvoorbeeld bij een klimmoment er geen matje onder legde. Ik kon onderbouwen waarom ik dat niet deed, maar er leefde dan toch wat angst. Dit is mijn vierde jaar en inmiddels is dat niet meer. Het vertrouwen is er dat wij de kinderen goed kennen en alsmede de inschattingen kunnen maken. De juffen zien ze telkens voor het eerst, ik heb sommige kinderen al drie jaar. Er is een natuurlijk vertrouwen gekomen in dat wij in de gymzaal verantwoordelijk zijn voor wat er gebeurt.”
Maar het kan nog mooier”, vervolgt Carlo. ,,Want je wilt het ook graag naar buiten de gymzaal – op het schoolplein – trekken. En in de klas het bewegend leren stimuleren. Dan moet je naar meer interactie tussen de groepsleerkracht en de vakdocent. Wij hebben leuke beweegvormen waardoor het interessanter wordt. Dan wordt het leren meer pleziervol en het vergroot de spanningsboog van de kinderen.”
‘‘Vrij snel vertelden de groepsleerkrachten dat ze zien dat de kinderen motorisch vaardiger worden”
,,Scholen krijgen veel op hun bordje. Er is echt wel een wil, maar initiatieven kosten scholen en leerkrachten tijd en geld. Ze zien echt wel de meerwaarde in. Tijdens Kinderboekenweek haak ik bijvoorbeeld aan bij het thema daarvan; dan zet ik een estafette uit, waarbij de kinderen memoriekaarten gebruiken voor een beweegbaan. Dan willen de juffen dat ik het laat staan, want ze gebruiken in de klas ook die themakaartjes.”
Van de kinderen krijgt hij veel terug. ,,Vooral die kleintjes laten dat weten. We krijgen heel vaak het verzoek of we hetzelfde willen doen als de week ervoor, want die les was zo leuk. En als dat een week later weer het geval is, dat is positief.” Door middel van de MQ-scan (Motorische Quotiënt) houden ze de motorische ontwikkeling bij. ,,Door twee keer per jaar die meting te doen, acht jaar lang, ga je een lijn zien. Maar ik probeer niet teveel bezig te zijn met de getalletjes. Iedere les zoek ik even contact met de groepsleerkracht, deel ik wat me is opgevallen, qua gedrag of ik vraag voorafgaand waar ik op moet letten. Enkele keren per jaar bespreek ik één op één met de docenten de kinderen, ook op motorisch gebied. Tevens wat voor de ouders belangrijk is om te weten. En als de situatie daar om vraagt, sluiten we bij die gesprekken aan, vanuit onze expertise. Het mooie is dat je de kinderen al jaren lesgeeft, dus je weet ook op welke sport ze vier jaar geleden zaten en dingen die hen nu interesseren; daar kun je op doorpakken.”
Brigitte Lang van De Nieuwe School in Edam is ,,heel blij met de vakleerkracht”, in dit geval Misja Castelijn van de SportKoepel. ,,Hij is volledig aan onze school verbonden, geeft de midden- en bovenbouw twee keer in de week gymles en hij is bij ons tevens IT-er. De lijnen tussen Misja en de groepsleerkrachten zijn kort, dus als er iets speelt, is dat meteen bespreekbaar. Sommigen van hen zijn eventueel bevoegd om zelf de gymles te verzorgen, maar de voorbereidingen die Misja treft en de aantrekkelijkheid waarmee hij de lessen vergroot, dat is geweldig, daaraan zie je dat een vakleerkracht bewegingsonderwijs meer kennis van zaken heeft. Ik neem wel eens een kijkje, dan zie ik uitgebreide circuits, het is een absolute meerwaarde.”
‘‘Helemaal voor kinderen in het speciaal onderwijs is gymles van vakleerkracht van belang”
Linda Tol, sinds vorig schooljaar directeur van De Aventurijn, zat in 2021 nog in de sollicitatiecommissie voor het werven van vakleerkrachten. Toen nog als directeur van De Jozefschool. Ze onderkent het belang van de aanwezigheid van de vakleerkracht. ,,Helemaal voor kinderen in het speciaal onderwijs. Veel van onze leerlingen zijn niet verbonden aan een sportvereniging, omdat er een belemmering is in de sociaalemotionele of motorische ontwikkeling. Daarom is het aanbieden van voldoende bewegen op school belangrijk. Een beweegmoment is bovendien goed om even te ontladen. Wij zijn erg blij met Wesley Meijer en hebben bewust één van onze groepsleerkrachten, Yori Baas, vrijgeroosterd om alle leerlingen de tweede gymles te geven. Yori heeft een sportachtergrond. Er is echt sprake van een leerlijn qua motorische vaardigheden; ik merk aan Jory dat hij daarin wekelijks door Wesley wordt meegenomen, dat maakt hem ook enthousiast.”