Eredivisie geen belemmering voor ontwikkeling dameshandbal in Volendam n
‘De vijver is groot genoeg’
Met een ongeëvenaarde snelheid dendert de Volendamse dameshandbaltrein richting het laatste station van het lange traject: de Eredivisie. Met de derde plaats in de Eerste Divisie én het mogelijke wegvallen van topclub Dalfsen ligt de weg open om de kroon op het werk te zetten. Toch zou een vijfde promotie in evenzoveel seizoenen voor problemen kunnen zorgen nu een aantal bepalende speelsters aangegeven hebben te stoppen en het niveauverschil tussen de eerste selectie en de opleidingsploegen nog immens is. Het handbalwalhalla is binnen handbereik, maar is Volendam daar zowel binnen als buiten de lijnen klaar voor? “Ook de heren kenden een tijd van promotie en degradatie, voordat zij uiteindelijk structureel bij de top hoorden.”
Door Sonny Sier
Bovenaan de piramide komen is makkelijker dan er te blijven. Het is KRAS/Volendam in het herenhandbal gelukt een prominente rol op te eisen in de top van Nederland en België. Vanzelf ging dat allerminst. Toen de ‘gouden generatie’ – met spelers als Tom Schilder en Joey Duin – afzwaaide, koos de clubleiding ervoor het gat aan te vullen met vooral handballers van buiten de gemeentegrenzen. Met als gevolg dat het Volendamse karakter van het team langzaam veranderde. Inmiddels steekt de club veel energie om weer van onderaf lokale handballers op te leiden voor de hoofdmacht.
Kruispunt
Met de ervaringen van die tijd staat KRAS/Volendam met de damesafdeling op een kruispunt. Want, de kans dat zij mogelijk slachtoffer worden van het eigen succes ligt op de loer, nu zij rammelen aan de poort van de Eredivisie. De seizoenen waarin Garage Kil/Volendam Dames 1 de overwinningen aaneenreeg lijken met een mogelijke promotie voorbij. Daarnaast moet het volgend jaar verder zonder Anja Tol, Priscilla Bergman en Deniece Feijen en twijfelt Alyssa Alings nog over haar toekomst. Bovendien zal het tijd nodig hebben voor de investeringen in de jeugdopleiding en het topsportprogramma ervoor zorgt dat de doorstroming van onderaf versoepelt wordt. Maar kunstmatig een extra jaar in de Eerste Divisie vertoeven, daar wil de clubleiding niet aan denken. “Daarmee verloochen je de basisprincipes van sport. Bij sport hoort nou eenmaal promotie en degradatie”, vertelt algemeen manager Joost Ooms. “Als wij vinden dat we topsport bedrijven, dan moeten we uitdagingen zoals een promotie naar de Eredivisie niet uit de weg gaan.”
‘Talenten als Denise Mol
en Marilyn Tol bewijzen
dat er behoefte is aan
topsport binnen het dameshandbal
in en om Volendam’
Ooms onderkent dat de plannen om met het vlaggenschip structureel in de Eerste Divisie te spelen sneller zijn behaald dan verwacht. ,,En ja, dat brengt uitdagingen met zich mee. Maar we houden ons vast aan onze visie. We lopen eigenlijk voor op schema. Mochten we dit jaar promoveren, dan is het helemaal geen ramp als plots blijkt dat we het seizoen erna onderin de Eredivisie meedoen of misschien zelfs weer degraderen. Het damesteam zit in hetzelfde schuitje als dat het herenhandbal zat rond 1996. Toen promoveerde en degradeerde het eerste team ook een aantal keren, voordat het een paar jaar later meedeed in de top.”
Behoefte aan topsport
Toch ziet Ooms een groot verschil tussen de heren- en damesafdeling. ,,De vijver om topsport voor de dames in Volendam structureel van de grond te laten komen is groot. Er handballen veel meer meiden dan jongens bij ons en dat is een ontwikkeling die je overal ziet. Daarnaast bewijzen onze talenten Denise Mol, Marilyn Tol, Nicole Rep, Sharon Plat en Jaimy Mens (VOC, red.) dat er behoefte is aan topsport binnen de Volendamse gemeenschap. Net zoals Debbie Bont, Anja Tol en Sylvia Zwarthoed in het verleden die behoefte hadden. Ik ben er dan ook van overtuigd dat het mogelijk is om met KRAS/Volendam een rol van betekenis te spelen in de top van het dameshandbal. Maar daar hebben we met z’n allen wel een lange adem voor nodig.”
Recreatie-gen
Aan aantallen ligt het dus niet. De grootste uitdaging blijft ‘m zitten in de omschakeling van het vrijblijvende karakter naar de topsportgedachte. ,,We kozen een aantal jaren terug bewust voor de weg met de meeste weerstand. Want de recreatie-gen zit nog altijd verweven in de damesafdeling van de club”, weet Ooms. “Mensen als Pim Ligthart, John Kaars, Sylvia Zwarthoed, Ruud van den Broeck, Fiona en Joan Scherpenzeel en ook een aantal nieuwe generatie sponsoren proberen die verandering door te zetten. Natuurlijk blijven wij een verenging waarin recreatief handbal mogelijk is, maar het proces van het willen gaan voor het hoogst haalbare was moeilijk te doorbreken en blijft nog steeds een uitdaging. Veel factoren zijn van invloed of een handbalster haar talent optimaal wil benutten. Daarin speelt sociale druk ook een rol. Want mensen beseffen niet altijd de meerwaarde van als je als handballer zes keer per week traint, het krachttrainingsprogramma volgt en alles ervoor wilt laten om het uiterste uit jezelf te halen.”
‘We gaan geen
speelsters halen,
maar zijn ook geen
gesloten elitair clubje’
Ooms vervolgt: ,,Toch zijn die ‘gekken’ er en het worden er steeds meer. Zij moeten het voorbeeld zijn voor de jongste jeugd om hun dromen na te jagen. Debbie Bont is daarin natuurlijk het mooiste voorbeeld. Om het proces van handballers die de kwaliteiten hebben om de top te halen ook daadwerkelijk te overtuigen voor die top te gaan te versnellen, bieden we tegenwoordig ook mentale begeleiding aan in de vorm van een sportpsycholoog.”
Snel rijp
KRAS/Volendam onderscheidt zich door een topsportprogramma aan te bieden die vergelijkbaar is met die van (top)clubs in de Eredivisie. ,,Voor het komende seizoen doen we er wat betreft krachttraining nog een schepje bovenop. Daarnaast bieden we extra individuele trainingen aan en maken de drie toptalenten van de Dames 1 extra trainingsuren bij de Jongens A1. Bovenop de trainingsmomenten die zij al draaien bij de jeugdselecties van Oranje. Met die faciliteiten proberen wij meiden zo snel mogelijk rijp te maken voor het eerste team. We hebben te maken met de algemene tendens dat talentvolle meiden steeds vroeger naar het buitenland vertrekken. De periode dat de Dames 1 profiteert van de vruchten is vergeleken met het herenhandbal een stuk korter. Een type Tom Schilder, een topper die zijn leven lang bij dezelfde club speelt in een kleine competitie, is in het dameshandbal haast uitgesloten.”
‘De Volendamse gemeenschap
zal gaan bepalen of dit
een structureel succes wordt’
De ontwikkelingen in Volendam zijn niet onopgemerkt gebleven bij handbalsters uit de regio. Geregeld nemen handbalsters contact op met de club om te informeren naar de mogelijkheden om aan te sluiten bij een van de topsportteams. ,,Ik kan verzekeren dat wij geen speelsters halen”, benadrukt Ooms. ,,Met VOC, SEW, ZAP, DSS en VZV zijn er veel goede damesverenigingen in de regio. Speelsters daar zien ook wat er gebeurt in Volendam. Wij zijn geen gesloten, elitair clubje waar alleen speelsters met een bepaalde achternaam mogen handballen. Dat zou erg slecht zijn en schurkt tegen discriminatie aan. Iedereen die zich wil conformeren aan ons programma is welkom. Het is vervolgens aan de technische en staf en de technische commissie om te bepalen hoe de selecties eruit komen te zien.”
Beroep op gemeenschap
Alle ambities ten spijt heeft KRAS/Volendam zijn technisch kader voor het komende seizoen nog niet compleet. ,,Zo eerlijk moeten we ook zijn”, zegt Ooms. “Zo neemt onder andere Pim Ligthart afscheid en heeft Sylvia Zwarthoed onlangs een stapje terug gedaan. En ik kan niet zomaar even een blik met mensen optrekken die deze toppers vervangt. We hebben fysiek mensen nodig. De groep die gelooft in het dameshandbalproject groeit elke dag, maar het kan nooit groot genoeg zijn. De Volendamse gemeenschap zal gaan bepalen of dit een structureel succes wordt. We moeten doorgaan en de overtuigen dat hier echt iets bijzonders aan de gang is. Ik verwacht dat die basis er is. Een topclub in zowel het mannen- als het vrouwenhandbal; het kan echt.”