Vandaag geopend: 08.00 - 17:30

All posts by Eddy Veerman

‘Had nu graag achter twee kleine Pannetjes aan gerend’

Daders MH17 berecht, maar gemis leeft bij nabestaanden Cor en Neeltje onverminderd

Verscheidenheid in emoties vechten nog regelmatig om voorrang bij de nabestaanden van Cor Schilder (Pan) en Neeltje Tol. Dat was de afgelopen week, met de uitspraak van het MH17-proces, niet anders. Opluchting, tevredenheid tussen grote aanhalingstekens, woede, gerechtigheid, tranen van intens gemis, het wisselt elkaar af, nadat drie van de vier verdachten zijn veroordeeld en ‘levenslang’ te horen kregen. Op papier. Want in werkelijkheid hebben de nabestaanden levenslang. ,,Je wilt het niet, maar de hele week zijn je lichaam en hoofd er mee bezig. Ook al is het acht jaar geleden”, zegt Ria, de moeder van Neeltje.

Door: Eddy Veerman

Op 17 juli 2014 werd het Malaysian Airlines-vliegtuig met de vakantievierende Cor en Neeltje neergehaald. Door een Russische raket, boven Oekraïens grondgebied. Gebied dat inmiddels gedurende de oorlog in de handen kwam van Rusland. ,,Toen ik hoorde dat Rusland Oekraïne binnenviel, had ik hetzelfde gevoel als toen we hoorden dat het vliegtuig met Cor en Neeltje was neergestort. Het gevoel dat er iets van je wordt afgesneden”, geeft Jan, de vader van Neeltje aan. Ria: ,,Het gevoel van ‘nu kunnen we daar nooit meer naar toe’. Want dat is nog steeds onze wens. Om naar de plek te gaan. En de lokale bevolking te bedanken. De mensen die hielpen met het bergen van lichamen en veiligstellen van spullen.” Jan: ,,Ik kijk nu dagelijks of Oekraïne bij het heroveren van het bezette gebied een stukje verder komt, want misschien is het ons dan gegund om daar naar toe te gaan.”
Het proces tot aan de uitspraak van vorige week duurde twee en half jaar. Ria: ,,Ik voelde weer die spanning van destijds, na de gebeurtenis. ‘Hoe komen ze terug?’, dat spookte steeds door je hoofd. Ik was compleet verkrampt, totdat ze waren gevonden. En ook nu, richting de uitspraak van de rechter: het zat dieper dan we dachten. We hadden er bij willen zijn, maar de week dat je jezelf daar voor op kon geven, kwam precies in de week waarin we met andere omstandigheden te maken hadden.”

Gedachten
Daags voordat het vonnis de wereld overging, bezochten zij, samen met Dennis Schilder – de broer van Cor – voor de tweede keer de reconstructie met wrakstukken van het gecrashte vliegtuig. Jan: ,,Daar ben je voorafgaand geestelijk ook erg mee bezig. De tweede keer geeft altijd een ander beeld, de eerste keer hebben we veel vragen gesteld. Nu heb ik zelf ook meer gekeken naar details.” Ria: ,,Ik heb destijds veel uitleg gekregen en werd wat gerustgesteld. In mijn gedachten zag ik Neeltje steeds weer vallen en vroeg me af ‘heeft ze nog iets meegekregen?’ Maar dat werd me toen op het hart gedrukt dat dat niet zo was.”
De dag van de uitspraak zaten ze voor de tv. Jan: ,,We volgen alles zoveel als mogelijk en alle nabestaanden worden ook overal bij betrokken. Dat is de afgelopen jaren heel goed verzorgd.” Ria: ,,We waren al eerder geïnformeerd over de vorderingen van het proces. Er is enorm veel werk verzet achter de schermen.” Jan: ,,De Russen probeerde telkens te traineren en dingen te ontzenuwen. Als dan zo’n uitspraak volgt, dan heerst ergens een gevoel van tevredenheid. Ze zullen niet achter slot en grendel komen, het gaat mij alleen om waarheidsvinding.”
Ria: ,,Je zag dat de rechter ook emotioneel was. En dat snap ik. Ik heb in de tussentijd ook een paar getuigenissen gezien, waaronder video’s met ingesproken boodschappen door families uit Australië en Nieuw-Zeeland. Ik moest op een gegeven moment stoppen…” Jan: ,,Je eigen leed is te groot om zoiets er nog bij te dragen.” Ria: ,,Ik wilde zelf ook een getuigenis doen, maar toen het zo ver was, zat ik totaal niet goed in mijn vel. Ik kon het niet. Daarop ben ik gaan schrijven. Althans, dat wilde ik. Het eerste kladje kon weg, want dat was drijfnat. Uiteindelijk heb ik wel wat kantjes volgeschreven, met erg veel moeite. Dat is bij de processtukken gevoegd.”
Drie daders zijn gestraft, maar het verzacht niets van het leed. ,,Neel is elke dag bij me. Ik mis haar verschrikkelijk. Regelmatig vraag ik haar ook: hoe zouden we dat nou doen, of dat? Dat geeft me wat rust. En ik had nu zo graag achter twee van die kleine Pannetjes aan gerend…” Jan: ,,Zo dichtbij verblijf je. Het leven gaat verder, ook visueel gezien. Want vaak denk je ‘wat als..’ Hoe was het dan geweest nu? Hadden ze kinderen gehad? In die trant denk je. Je bent constant een omgeving aan het bouwen, die er niet meer is, maar die je had gehoopt te hebben.” Ria: ,,Maar het is niet zo. Ik probeer er ook niet continue aan te denken. Dan word je gek. Vriendinnen hebben inmiddels wel kinderen en dat is ze zó gegund, maar het doet wel pijn.”

‘Je bent constant een omgeving aan het bouwen, die er niet meer is, maar die je had gehoopt te hebben’

Jan: ,,In de tijd dat het gebeurde met de MH17, had Neeltje haar bloemenwinkel in De Stient en in het weekeinde ging zij vaak met optredens van Cor mee. Ze hadden hun eigen vrije leven en zo gaat het met kinderen. Ze raken wat verder van je af, zoals in de puberteit, en dan komen ze weer terug. Cor en Neel hadden toen dat drukke leven, raakten wat verder van ons af en als ze kinderen mochten krijgen, dan zouden ze als het ware weer terug komen en dan zou je elkaar weer vaker zien. Die periode leek aanstaande en dat ‘terugkomen’, dat ontbreekt, dat mis ik…”

,,Ik ga vaak een stuk wandelen of een stuk fietsen en dan praat ik met haar. Ik moet zorgen dat ik altijd dicht bij haar blijf… dat gevoel heb ik. Soms zeggen mensen dat afstand goed is. Maar dichtbij haar blijven, dat is goed voor mij.” Ria: ,,Ik denk ook dat we dit tot onze dood houden. We praten er veel over, ook met Nienke, haar man en hun kinderen, die ook groter worden en vragen hebben.” Jan: ,,Maar ik ben niet bang voor de toekomst. Zo denken is niet goed voor je gezondheid. Pijn doet het en die pijn moet je ondergaan, maar je moet zorgen dat het niet ondraaglijk wordt. Ik probeer zoals gezegd zelf Cor en Neel dichtbij me te houden en de jaren en het verwerkingsproces zorgen er dan ondertussen voor dat zij langzaam maar zeker wat verder weg geraken, zodat je er iets meer afstand van krijgt. En er beter mee leert leven.”
Ria: ,,De jongste van Nienke is nu tien en stelt meer vragen. Ze is vernoemd naar Neel en we zien zoveel gelijkenissen.” Jan: ,,Dat is positief. Dan leeft zij voor mij een beetje voort.” Ook Dennis Schilder was daags voor de uitspraak bij de reconstructie van de wrakstukken. ,,Ik wist wat ik er van kon verwachten. Er waren wel recent gevonden wrakstukken toegevoegd. Dit keer was de Volendamse piloot Evert Voortman ook mee en die lette vanuit zijn vakgebied uiteraard op allerlei details. Vervolgens kwam de uitspraak. Hier hebben we enkele jaren naar toe geleefd. En voor mij is dit een stuk afsluiting. Dat is voor iedereen verschillend. Voor mijn moeder zal het nooit worden afgesloten, dat weet ik.”

Opgespoord
,,We zijn steeds op de hoogte gehouden en dat was echt heel goed. Bij de uitspraak zelf had ik wel verwacht dat ze schuldig zouden worden bevonden. Opvallend was wel dat één van de vier werd vrijgesproken en hij was ook degene die was bijgestaan door een advocaat. De anderen kregen levenslang, dat is in dit geval alleen op papier. Want ik had me er jaren geleden al bij neergelegd dat als ze zouden worden veroordeeld, ze niet zouden worden opgespoord.”
,,Ik heb het niet allemaal op tv gevolgd, ik was gewoon aan het werk. Wat dat betreft ben ik nuchter. Ik mis Cor zeker wel en tuurlijk heb je af en toe je momenten, maar ik ben er niet continu mee bezig. Dat is mijn aard. Ik kan er niks meer aan veranderen. Er zijn heel veel mensen die een familielid op jonge leeftijd hebben verloren. Maar dit is natuurlijk regelmatig in het nieuws.”
,,Onze kinderen zijn nog jong en ze zien de foto’s van Cor en Neel wel in ons huis, maar ze stellen nog niet allerlei vragen. Ik moet wel zeggen, dat als hen iets overkomt… Daar zal ik moeilijk mee om kunnen gaan. En daarin speelt ongetwijfeld mee wat ons eerder is gebeurd, met dit drama.”
Zaterdag zijn de Volendamse nabestaanden bij een bijeenkomst in het Justitieel Centrum van Schiphol. Daar wordt de uitspraak en wat er volgt uitgelegd.

Fotogalerij

Nieuwe DBC-rector over aanzet tot samenwerking met Triade

‘Tijd van concurrentie is voorbij’

Van opschalen naar inkrimpen. Van lokaal karakter naar een school met een regionale functie. Niet alleen de omvang maar ook de identiteit van het Don Bosco College was het afgelopen decennium aan verandering onderhevig. De laatste jaren is de goede naam van de school in Volendam in het geding. Een te hoog percentage uitval van lessen, waarvan een groot deel niet kan worden ondervangen. Dat zet de kwaliteit van het onderwijs onder druk. En de communicatie daaromtrent zou ook te wensen overlaten. Hans Werkman is afgelopen zomer als nieuwe (interim-)rector aan de slag gegaan, om zowel naar binnen als naar buiten de spelende issues en processen aan te pakken en te stroomlijnen. ,,Ik heb een voorliefde voor complexe vraagstukken.”

Door: Eddy Veerman

Werkman loste afgelopen zomer Kees Laan – belast met een bezuinigingsoperatie én de school een nieuwetijds gezicht geven – als rector af. ,,Mijn voorganger had een ingewikkelde opdracht. Hij werd verantwoordelijk voor de uitvoering van het sociaal plan. Dat moet je doen vanuit een goede visie op onderwijs, maar daarmee was de school juist onderweg, zat het in een transitie. En corona trad in. Dit is een school van de gemeenschap, er is veel gemeenschapszin, dus als je de school echt wilt leren kennen, moet je alle mensen ontmoeten, zowel binnen de school als de Volendammer zelf.

‘Een dip is logisch. Alleen viel dat samen met een leerlingenkrimp én corona’

Daarbij is hij gehinderd door corona, dus dan heb je het pittig. De startsituatie voor mij betrof een school die door corona ontregeld is én een sociaal plan achter de rug had, wat impact heeft gehad. Na zo’n ontwikkeling heb je een team van docenten en mentoren dat eigenlijk opnieuw zijn weg moet vinden. Dat is voor een deel een heel normaal proces, voor een school die sinds 1985 bestaat. Een dip is logisch. Alleen viel dat hier samen met een leerlingenkrimp én corona.”

,,Dit is een regioschool, met een sterke binding met Volendam”, vervolgt Werkman. ,,Het uitgangspunt is dat hier over tien jaar nog steeds een school staat met een volwaardig aanbod. Om dat aanbod te realiseren, moet je nadrukkelijk met partners zoals de Triade kijken naar hoe je dat doet. Als je kijkt naar de uitstroomrichtingen van deze school, dan zie je leerlingen de kant van economie, zorg en techniek op gaan. Het interessante is om samen met collega-scholen en de ondernemers, zorginstellingen, eigenlijk het hele veld in de omgeving, te kijken hoe je die leerlingen een zo goed mogelijke opleiding kan geven. Dan is het logisch dat het dicht bij Volendam gebeurt. Maar dan wel samen. Want de middelen worden schaarser, het aantal leerlingen neemt niet toe en de tijd van concurrentie is voorbij, dat ligt achter ons. Dat zie je in 65 andere regio’s in Nederland ook. De uitdaging is dan om zo goed als mogelijk de verwachting van de gemeenschap en wat de school kan realiseren, naast elkaar te leggen. En daar de verbinding in zoekt. Je moet in gesprek met ouders, met ondernemers, met jeugdzorg, met maatschappelijk werk. Omdat je samen verantwoordelijk bent voor nabij onderwijs. En dat is niet alleen lesgeven, daar horen ook andere dingen bij. Die verbinding, die is de afgelopen tijd juist losgezongen geraakt. Dus we moeten dat opnieuw verbinden. En sterker maken.”
,,Als je kijkt naar de regiofunctie van de school, is er ook een onontgonnen gebied. Er is sinds twee jaar instroom van leerlingen van buiten door de samenwerking met FC Volendam. Zo zou je meer topsporters kunnen faciliteren, ook handballers en andere sporters. Dan kun je écht wat betekenen. En de resultaten zijn hier goed. Dan kijk ik niet alleen naar het eindexamen, maar vooral naar het succes in het wetenschappelijk onderwijs. Halen leerlingen hun master- of bachelor, ronden ze hun hbo-opleiding af en vinden ze werk, of zijn ze succesvol in het mbo en hebben ze daarna werk? En dan zie je dat de leerlingen van het DBC door de bank genomen bovengemiddeld presteren. Dat is een waarde die de school intrinsiek in zich heeft. Die zit historisch verankerd en moet je zien te behouden. Er zitten kwaliteiten van de regio en van Volendam in, die bepalen dat het zo is. En dat wordt te weinig uitgesproken. Zoals ook de uitstekende wetenschapslijn van het vwo, met een doorlopende leerlijn op nationaal academisch vakgebied, niet direct zichtbaar is. Daarin doet de school dus zichzelf te kort.”

,,Als je kijkt naar de ‘lesuitval’, gat het over betrouwbaarheid: doe je wat je zegt te gaan doen. Hier ligt een strakke kwaliteitseis op. We willen dat uitvallen van lessen terugdringen. Waarbij je enerzijds geplaagd wordt door een lerarentekort, waardoor je moet leunen op externe krachten. Het – landelijke – tekort wreekt zich ook hier, zeker na het sociaal plan, waarbij mensen móesten uitstromen. Waardoor je mensen kwijtraakt, die je daarna weer nodig blijkt te hebben. Dat kun je moeilijk uitleggen, maar dat is wel wat vaak gebeurt. En daar zit een mate van onrechtvaardigheidsgevoel in en dat doet iets met je motivatie én dat doet iets met je samenhang. Dit is echt een uitdaging.”

‘Waardoor je mensen kwijtraakt, die je daarna weer nodig blijkt te hebben. Dat kun je moeilijk uitleggen, maar dat is wel wat vaak gebeurt’

,,Waar we nu volop op inzetten, is dat de lessen worden gegeven zoals gepland. We registreren het uitval tot op klasniveau. Uitval moet je ook in de schoolloopbaan van de leerlingen compenseren, dus als je dat nu niet kunt, moet je dat meenemen in de planning richting volgend jaar. En we leggen veel nadruk op de kwaliteit van uitvoering van de lessen. Daar proberen we ook gericht op te communiceren. Daarvan heb ik gezegd: we bespreken het eerst intern voordat we extern communiceren. Dat zorgt voor vertraging, maar voorkomt dat mensen in de krant iets lezen over wat ze zelf intern nog niet hebben gehoord. Dat is een principe wat ik strak probeer te eerbiedigen. Vanaf januari gaan we gerichter communiceren naar buiten. En dus ook laten zien wat er wel goed gaat.”
,,Als school heb je altijd eerst een verantwoordelijkheid naar de gemeenschap waarin je staat. En afgeleid daarvan ook een verantwoordelijkheid om die school goed in te richten. Maar dat hangt altijd af van wat de collega’s in de regio doen. En veel te lang hebben we – als je kijkt naar de zorg en het onderwijs – op de concurrentiepoot gezeten, maar die trend draait. Er is een beweging gaande van samenwerking zoeken en elkaar versterken.”

Dan dien je ook mensen mee te nemen en het belang in te laten zien?
,,Als je de ingewikkelde dingen op een snelle manier besluit – mits je het proces uiteraard goed doorloopt – hou je meer tijd over voor onderwijs. En dat is de kern. Het moet gaan over de kwaliteit van onderwijs. Je moet als scholengemeenschap investeren in wendbare en weerbare leerlingen, zodat ze overeind blijven in deze complexe maatschappij. Qua taal, lezen, de wereldkennis waarmee je ze toerust, ook vanuit burgerschap. Dat moet zichtbaar worden in je curriculum en je lesopbouw. Met Marisa Jonk-Elzenaar en Jennifer Veerman hebben we inmiddels twee docenten op burgerschap. Waar het in een school immers ook over moet gaan is ‘wie ben ik als jongere en hoe sta ik in het leven’. Het moet niet zo zijn dat je op je twintigste pas een beeld hebt van hoe de wereld in elkaar zit en hoe je je daartoe moet verhouden.”

De komst van de sporters van buiten wordt enerzijds als verrijkend gezien, maar verloopt niet altijd even soepel?
,,Je weet dat dat spanningen oplevert. Er spelen vraagstukken die bij ons in Bos en Lommer speelden toen ik dertig jaar geleden in Amsterdam woonde. Ik zie dezelfde polarisatie. Je moet in verbinding je positie innemen. We moeten niet verder polariseren, maar bruggen bouwen.”

Een school die gaandeweg groeit en nieuwe leerkrachten inpast, ondertussen wil evolueren en met krimp van leerlingen en docenten te maken krijgt, dat zorgt ook voor interne wrijving?
,,Mijn opdracht is dat ik moet zorgen dat de school op een goede manier wordt geleid en dat het een betrouwbare partner is voor de omgeving, leerlingen, ouders, onze medewerkers en dat je de verworvenheden en kwaliteiten van de school versterkt. En dat wat niet goed gaat, dat je daar een aanpak op hebt. Dat moet leiden tot een nieuw schoolplan. Wat betreft het managen van interne situaties, je moet daar aandacht voor hebben en dat moet je doen op een consistente manier. Wij spreken docenten en leerlingen aan. Je moet de dialoog voeren. Docenten hebben een voorbeeldrol. Je ziet vaak, dat als iemand niet geleerd heeft om zich te uiten, dan komt het er altijd op een bepaalde manier uit. Dat moet je niet veroordelen, maar erkennen en in gesprek gaan. Ik luister altijd naar de inhoud.”

,,Je dient goed personeelsbeleid te voeren, waarbij je mensen bindt en boeit. Dat heb je niet één-twee-drie ingericht, maar je moet mensen loopbaanperspectief bieden. Er waren te weinig mogelijkheden om dat goed vorm te geven. De landelijke wet- en regelgeving – die is complex – zit daarbij veel scholen in de weg. Daarom moet je het lerarentekort regionaal oppakken. Ik ben de interne bedrijfsvoering aan het reorganiseren. Zodat je beter kunt sturen op wat je ziet. Daar zit de winst in. Dat is voor ouderen en leerlingen niet meteen zichtbaar, dat gaat op de middellange termijn iets betekenen.”

,,Mijn basisopvatting is: iedereen komt naar zijn werk om er een goede dag van te maken, tenzij het tegendeel is bewezen. Dat vertrouwen heb ik bij iedereen. En je moet ook verbinding met iedereen hebben. Dat geldt ook voor ouders. Op welke manier zij de boodschap ook verwoorden als ze contact zoeken met de school, dat is altijd met de intentie dat zij zorgen hebben om hun kind. Misschien kun je het qua verpakking niet eens zijn, maar op de inhoud en de betrokkenheid van samen verantwoordelijk zijn voor leerlingen vind je elkaar altijd. Ik heb liever dat een ouder zich meldt, dan is het aan ons door te vragen over wat de werkelijke zorg is.”

Waarom hapte jij toe op deze functie?
,,Ik ben inhoudsgedreven en heb een voorliefde voor complexe vraagstukken. En krimp is er zo een. Waarbij processen vanaf de raad van toezicht tot aan de klas in beweging zijn, dus op alle lagen. Ik vind het mooi om de gesprekken tussen die lagen te voeren, verbinding te brengen. Ik wil de school op weg brengen naar slagvaardigheid en goed onderwijs. Daarin heb ik ook expertise opgedaan. We weten vrij veel over wat je in je curriculum moet doen en docenten in de les zouden kunnen doen om leerlingen iets te leren en in beweging te krijgen. Een van mijn missies is: wat we weten van de wetenschap, kennis en expertise van andere scholen, om dat toegankelijk te maken voor de scholen waar ik dan tijdelijk werk. En dan wil ik daar graag drie jaar voor op zetten. Ik leen mijn expertise aan de school en daar krijg je ook kennis en wetenschap voor terug.”

,,Ik wil iets organiseren dat de mensen snappen en blijven uitvoeren, ongeacht welke leidinggevende er zit. Dat is duurzame schoolontwikkeling. Wat je veel schoolleiders ziet doen, is vanuit eigen overtuiging het onderwijs vorm geven. Mijn opdracht is moreel en maatschappelijk: de context waarin de school zit heeft invloed op hoe je dat moet uitvoeren. De gemeenschap vindt iets van die opdracht, als school moet je je daar toe verhouden en je positie innemen en dat bepaalt je onderwijsvorm. Onderwijs is niet wat je zelf bedenkt wat onderwijs moet zijn, maar is wat je met elkáár maakt. Dán blijft het ook renderen. En hier is voldoende expertise om met elkaar mooi onderwijs te maken. Ik ben ondertussen dienstbaar aan het gesprek en daar kan ik een hoop aan toevoegen.”
,,Ik volg leergeschiedenis: vanuit ervaring kom je tot gedeelde kennis. Je kunt pas naar voren kijken als je je eigen verleden goed kent en daarvoor erkenning hebt. Daar zitten allerlei elementen in. Neem de Nieuwjaarsbrand. De kinderen van toen, hebben inmiddels kinderen hier op school zitten. Dat is maar één onderdeel van de geschiedenis. Maar wel een belangrijke. We gaan een aantal sessies organiseren, waarin we met mensen terugkijken. Wat is er gebeurd, hoe verhoudt zich dat met hoe ik in mijn werk sta en hoe vertaalt zich dat naar de dag van morgen. Als je dat bespreekt, kun je pas een nieuwe beweging maken. Daar zit verdriet, pijn maar ook de mooie verhalen. En die moet je vertellen. Een najaarsperiode als deze is een mooie reflectietijd voor zoiets. Kijk naar het monument in onze aula, dat en de Nieuwjaarsbrand, het zit in het weefsel van de school. Op sommige momenten komt dat naar boven. Daar moet je recht aan doen. De herdenking van ‘twintig jaar na’ is hier door corona niet geweest en je ziet dat er een stukje niet af is. Mijn overtuiging is dat je daar nog iets mee moet doen. Want hét is er, heb ik gemerkt.”
,,Met eén van de getroffenen van toen, Gary Bootsman, zijn we in gesprek. Zij wil op dat vlak graag iets toevoegen. Een mooi voorbeeld. Dit is precies wat we hier te doen hebben met elkaar. Daar gaat een helende werking van uit. Zoiets als dit is een intrinsieke waarde van de gemeenschap en die krijg je als school gewoon cadeau. Daar is deze school echt uniek in. Dat kan ik met al mijn elders opgedane ervaring wel zeggen.”

,,Wat ik ook kan zeggen, is dat we hier vaker de surveillerende aanwezigheid van de politie zullen zien. Er is samenwerking met hen gezocht. Een thema als drugs speelt binnen Edam-Volendam en dus ook op school. Ouders hebben daar zorgen over. Daar moet je niet naïef in zijn. Dat speelt in elke gemeenschap dus daar spelen we ook op in.”

Foto: Martina Ketelaar

 

Fotogalerij

De doorbraak van een doorzetter

De route die zij moest afleggen, was een lange, kende veel hobbels en soms was de weg zelfs opengebroken. Sanna Veerman (20) moest van ver komen, overwon talrijke tegenslagen en op het WK in Liverpool werd zij beloond voor haar doorzettingsvermogen. Op de brug werd zij vijfde van de wereld.

Een week beleefde had zij al haar momentum in Liverpool, toen zij zich kwalificeerde voor de finale met een plaats bij de beste acht van de wereld. Haar 14,533 was de beste prestatie ooit en goed voor een zesde plaats. ,,In de tussenliggende dagen heb ik wedstrijden van anderen gekeken, maar ook musea bekeken en gewinkeld. We zaten midden in het centrum van Liverpool. Aangezien ik één toestel turnde, had ik daar naast de training en de fitness ruimte voor.” Zondag wachtte de finale. ,,Je wilt én nog een keer presteren én er van genieten.” Eén van de finalisten kwam ten val en haar landgenote Naomi Visser ging al vrij vroeg tijdens haar oefening de mist in. Het zegt alles over de spanning, die hoog oploopt op het moment dat de ogen van het publiek en de tv-kijkers op jou gericht zijn. ,,Dan wordt de druk groot. Dit is de laatste stap, daar ben ik nu achter gekomen. En dat weet je pas als je daar bent. Hier, in zo’n grote finale, had ik nog nooit gestaan. Voor mij voelt het oncomfortabel om te denken: schijt aan alles. Dat vind ik supereng. Je moet het nu doen. Da’s niet iets waar ik voor wegloop, maar ik vind het wel lastig. Dit is waar je al die tijd voor hebt getraind. Ik stond in de coulissen met Nina Derwael (de Belgische Olympisch kampioene, red.) ‘Dit is het punt dat ik gewoon weg wil’, zei ze. ‘Heb jij dit ook?’, vroeg ik haar. Ze gaf aan dat het elke finale net zo erg is, die spanning. Maar zij heeft al wel Olympisch goud gewonnen. ‘We moeten het nu laten zien’, zei ik tegen haar.”

Zoektocht
Op de tribunes in Liverpool zaten wederom haar ouders. ,,Mijn moeder (zangeres Mirjam Oud, red.) vindt het heerlijk om op een podium te staan met een microfoon. Dus je kunt er mee geboren worden, dat je dat prettig vindt”, lacht dochter Sanna, die in de finale ook omringd werd door twee Chinese turnsters en een Amerikaanse. ,,We deden het als Europa, met vier finalisten, heel goed. Hoe China te werk gaat, is heel anders. Daar trainen ze nóg heftiger dan wij doen. Maar ook zij kunnen vallen, dus het geeft niet per se garantie op succes. De strekking van het verhaal is dus dat iedereen een zoektocht heeft naar hoe je op hoogste podium kan presteren.”
Vóór dat Sanna op moest, zagen dus twee turnsters hun uitvoering onderbroken. ,,Ik had niets te verliezen. Maar je staat wel in een zaal van tienduizend mensen, helemaal alleen in de spotlights. Ik voelde mijn hartslag omhoog gaan. Het sluit allemaal precies aan, bij zo’n oefening. Nu miste ik een combinatie, omdat ik iets te krap zat. Je voelt de zenuwen, maar je probeert vooral goed te voelen wat je aan het doen bent. Je moet de legger niet te laat loslaten, maar ook niet te vroeg, je moet je ritme houden. Het hupje bij de landing was zonde, maar het had achteraf niet uitgemaakt voor een eventuele derde plek. Vorige week was ik al boven mezelf uitgestegen, dit was voor nu het beste dat kon gebeuren”, zegt ze over haar score van 14.116.

De Chinese Wei Xiaoyuan verdedigde met succes haar wereldtitel (14,966 punten), het zilver was voor de Amerikaanse Shilese Jones (14,766) en Nina Derwael eindigde met 14,700 punten op de derde plaats. Sanna was daarachter trots en tevreden. ,,Als ik een week eerder twee tiende minder had gehaald, dan was het niet hosanna, dan had ik de finale niet gehaald. Die scheidslijn is superdun. Deze prestatie op een WK is voor mij een bevestiging dat ik goed bezig ben. Ik voelde altijd dat ik bij de wereldtop kon komen en nu is het zo ver, het is gelukt. En dit moet het begin zijn van iets moois.”
Na jaren waarin er momenten zijn geweest dat zij de wanhoop nabij was. Blessures op bepaalde momenten, alsmede alle heisa rondom de ‘grensoverschrijdend gedrag-perikelen’ in de turnwereld, het leidde er zelfs toe dat er gesproken werd van een verloren generatie. ,,Er zaten zeker verschrikkelijke periodes tussen. Ik heb altijd volgehouden dat het goed zou komen, zo is mijn familie ook.” Tuurlijk waren er twijfels, wanneer zich weer een nieuw hoofdstuk aandiende. ,,Je bent steeds bezig met ‘hoe ga ik zorgen dat het er een keer uit komt?’ Maar er waren ook momenten dat ik dacht ‘maar wannéér gaat het nou gebeuren?’ Daarom is dit een enorme bevestiging.”

Felicitaties
Het is goed gekomen. ,,Ik heb héél veel felicitaties gekregen. Eén iemand zei ‘je bent echt het voorbeeld voor kleine meisjes, om hun droom uit te laten komen’. Dat raakte me. Want zelf ben ik ook met turnen verder gegaan omdat er voorbeelden waren waar ik naar keek. Ik ben altijd dezelfde persoon gebleven, maar stond nu wel gewoon in WK-finale. Het kán dus. Je kunt dus echt iets groots bereiken. Je turnt omdat het leuk is, maar dat is het natuurlijk niet altijd, wanneer je zoveel uren traint en keuzes moet maken. Goede prestaties geven dan stimulans om door te gaan. Ik ben super gemotiveerd nu. Je moet eerst een keer zo’n finale beleven, wil je daarin echt gaan excelleren.”

Volgend jaar is er weer een WK. ,,Ik heb nu nog schoonheidsfoutjes. Volgend jaar is het allerbelangrijkste, als team moeten we ons dan kwalificeren voor de Olympische Spelen van Parijs2024. Deze oefening moet tegen die tijd perfect zijn. Met een moeilijkere afsprong zou ik nog twee tiende punt kunnen winnen. En als ik naar de Olympische Spelen mag, zal ik, wanneer ik voor een medaille wil gaan, de oefening nog wat moeilijker kunnen maken om tot een hogere score te komen.”

Fotogalerij

Geen finale voor Marit Beets tijdens Miss Grand International-verkiezing in Indonesië, maar wel:

‘Terugkijken op een fantastisch avontuur’

Ze kwam terug met een koffer zonder kroontje, maar wel gevuld met giften en levenservaring. Marit Beets bracht het tijdens de Miss Grand International-verkiezing in Indonesië niet tot de finale, maar kan wel terugkijken op een overweldigende belevenis. ,,Ik ben superblij dat ik deze kans heb gekregen en Nederland op de kaart heb mogen zetten.”

,,Bij aankomst voelde het wat onwennig”, begint ze haar verhaal. ,,Je hebt een idee bij een internationale verkiezing, maar weet eigenlijk niet wat je moet verwachten. De eerste twee dagen bestonden uit vooral fotoshoots voor sponsoren, waarvoor vooral meiden werden uitgekozen die al hoog in de ranking stonden op social media. In die dagen dacht ik wel: wat doe ik hier? Die gedachte zag je bij meerdere meiden. Je probeert het te vermommen. Miss Canada zei het ook toen ik haar even sprak, want je raakt wel aan de praat met elkaar. ‘Heb ik wel kansen?’, dacht ik in die dagen.”
,,Op een gegeven moment kwam de winnares van de verkiezing van 2014 naar onze groep. Zij vertelde dat ze in het jaar dat zij won, nergens voor werd gekozen en dat dat ook in haar hoofd ging zitten. Maar uiteindelijk won ze wél, dus die peptalk bracht me op het juiste pad: ik was in Jakarta om de top tien te halen, dus vanaf dag vier heb ik álles gegeven. Álle energie in mijn lichaam heb ik in de verkiezing gestopt.”

,,Voorafgaand was ik ervan op de hoogte dat we weinig zouden slapen, vanwege het volle programma, maar dat het daadwerkelijk zó weinig was… Regelmatig moesten we ’s morgens om zes uur vertrekken en om twaalf uur ’s nachts waren we klaar, dat maakt het heel intens. In de eerste twee weken kan je lichaam dat nog aan, daarna werd het heftiger. Dan word je wakker en heb je geen gevoel meer in je lijf. Moet je jezelf het bed uit trekken.”

Energie
Marit liet zich niet van de wijs brengen. ,,Ik liet het niet aan anderen merken, ik behield mijn energie en bleef vrolijk. Daardoor viel ik op, er werd benoemd dat ik de meest energieke Miss was.

‘‘Als persoon leer je er ontzettend veel van, je komt jezelf tegen, je moet constant ‘aan staan’

Maar van binnen dacht ik ‘ik ga er aan’.” Ze genoot ondertussen wel van alle activiteiten. ,,Het is supervet om mee te maken. Mijn ouders waren er en zij zijn op de mooiste plekken geweest op Bali en Indonesië. Daar hadden wij geen tijd voor, maar je mag wel ontzettend gave mensen ontmoeten, hebt leuke sponsorbezoekjes.”
,,Als persoon leer je er ontzettend veel van, je komt jezelf tegen, je moet constant ‘aan staan’. Je presenteert je land, wilt het best van het best laten zien. Er waren verschillende events: de ceremonie als eerste. Vele andere meiden kwamen in een extreme galajurk vol glitters, ik had een gouden jumpsuit. Grand is Grand, in alle opzichten, dus je moet in galajurk. Dat was een les. Daarna hadden we een interview en de nationale kostuumronde.” Marit droeg een zware ketting, in Delfts Blauw. ,,Maar qua kleding was het less is more, terwijl anderen een kostuum van kilo’s zwaar hadden.”
,,Het derde evenement was de introductie in sportkleding, daarna de galaronde. Tijdens die avond werd de top twintig gekozen. Je doet steeds extreem je best, waarbij je niet weet waar ze naar op zoek zijn. Tijdens de finaledag was er de openingsdans samen en vervolgens werd de top twintig bekendgemaakt. Toen zat het er op voor mij op. Ik heb me van begin tot het eind zo goed mogelijk gemanifesteerd, maar het mocht niet baten. Achteraf gezien hoor je wel dat er een politiek spelletje is gespeeld, dat bepaalde landen geld hebben geïnvesteerd in een plek in de top.”
Tijdens de eerste weken werd er ook steeds een ranking gevormd. ,,Dan kan er worden gestemd, of probeer je zoveel mogelijk likes bij je foto’s te krijgen, of kan het publiek een stem kopen. In Nederland doen daar niet of nauwelijks mensen aan mee, in sommige andere landen is zo’n verkiezing wel bizar groot, zoals op Mauritius en in Thailand. Die laatste Miss bijvoorbeeld, had 2,7 miljoen volgers.”

Compliment
,,We hadden een hele hechte ploeg, met iedereen heb je wel contact.” Marit lag goed in de groep. ,,Mensen vinden het fijn om binnen een competitie door positieve mensen omgeven te zijn. Met Miss België had ik wel het meeste contact, omdat je dezelfde taal spreekt. Dan kun je ook eens even samen mopperen als je dat een keertje zo voelt, want er zijn altijd mensen die een beetje op je zenuwen werken”, lacht ze. ,,Zij heeft me regelmatig geholpen tijdens het traject, bijvoorbeeld met een ontbijtje als ik moeite had met opstaan. Wij gaan elkaar naderhand zeker opzoeken.”
Tijdens de finaledag had Marit nog goede hoop. ,,Ik heb steeds de mindset gehad van: de jury heeft een bepaald beeld wat zij wil zien. Ik kon alleen maar alles geven en als ik niet het meisje ben waar ze op zoek naar zijn, kan ik dat niet veranderen. Dus uiteindelijk heb ik me er bij neergelegd. Ik kan terugkijken op een fantastisch avontuur.” Marit kreeg jammer genoeg niet de kans haar speech te doen tijdens de finaleshow, die was voorbehouden aan de top 10. Toch bereikte haar boodschap de jury. ,,Het moest gaan over de slogan ‘stop the war and violence’. Ik had echt een hele goede speech. Toen ik het tijdens de repetities voordroeg, stonden de mensen van de organisatie er van op te kijken. Naderhand, tijdens de finale, was er een vragenronde en samen met andere Missen zat ik in de catacomben te kijken en te luisteren en hoorden we opeens elementen van mijn speech bij een deelneemster. Backstage draaiden een aantal meiden hun hoofd om naar mij, met de woorden ‘zij heeft jouw speech gejat’. Ik was vol ongeloof. ‘We weten dat het origineel van jou is’, zei Miss Nigeria nog. De jury heeft drie keer mijn speech gehoord, dus het moet zijn opgevallen. Ik zie het maar als een compliment. De wereld heeft het kunnen horen, maar niet uit mijn mond.”

Fotogalerij

Eerste Open Dag SKOV-scholen

Van de beoogde doelgroep nieuwe kleuters, konden of kwamen lang niet alle ouders de eerste Open Dag van de SKOV bezoeken. Maar degene die binnengingen bij de diverse basisscholen, lieten zich graag rondleiden door directeuren, leerkrachten of zelfs leerlingen vertelden maar al te graag hoe leuk en goed hún school is. De Open Dag was een kans voor basisscholen, die zich onderscheidend mogen profileren, aangezien ouders vanaf nu mogen kiezen op welke school zij hun kind plaatsen. Daarmee breekt de SKOV met het traditionele plaatsingsbeleid.

Door: Eddy Veerman

Op het schoolplein van De Spinmolen klinkt muziek van Buurman & Buurman en ligt de rode loper uit. Op de Blokgouw speelt de op handen zijn fusie met De Springplank. ,,In december moet er meer duidelijk zijn, inhoudelijk wordt er al samengewerkt en dat versterkt elkaar”, zegt de interim-directrice van de Spinmolen, Marcha Heerschop. Vanuit het Amsterdamse is zij gewend dat ouders van bestaande leerlingen ook in de school mogen kijken. ,,Die vraag heb ik onlangs hier ook gekregen en het is goed om dat mogelijk te maken. Wat betreft nieuwe leerlingen denk ik nu nog dat de meeste ouders wel kiezen voor de dichtstbijzijnde school, ik verwacht nog geen grote veranderingen. Maar in de toekomst zou het best zo kunnen zijn dat het concept van een school die elders in het dorp ligt ouders gaat overhalen. Het moet nog groeien, is nog in ontwikkeling, dat de ene school misschien meer innovatief is op onderzoekend leren, de ander op wetenschap en techniek. Hier is de sfeer goed, is er orde, structuur en regelmaat, willen we kinderen een onderzoekende houding meegeven en is het bewegend leren opgepakt. Ik vertel ook wat wij vinden dat de maatschappij nodig heeft en we in dat opzicht mee willen geven. De maatschappij is veranderd, dus het onderwijs moet meeveranderen.”
William Zwarthoed, directeur van de Petrusschool, leidt een moeder met haar kind langs zowel groep 8 als de kleuterklas. Vertelt over talentontwikkeling en hoe dat wordt georganiseerd, over kinderen betekenisvolle feedback geven en over het geven van keuzemogelijkheden aan kinderen. ,,We formuleren doelen voor leerlingen, maar ook voor onze samenleving”, zegt hij. ,,De ouders van zo’n tweehonderd kinderen hebben een brief gehad met de aankondiging van de Open Dag en voor ons is deze dag wel belangrijk. Als je kijkt naar de prognoses van het aantal leerlingen op basis van het aantal geboortes, wordt het hier vlakbij in het Middengebied minder. Maar vlakbij komen meer nieuwe kinderen in de Bloemenbuurt en de Broeckgouw.” William beseft dat het ook wat weg heeft van concurreren met elkaar en daar wil hij eigenlijk van wegblijven. ,,We hebben in Volendam echt een mooie ploeg directeuren van de basisscholen, die samenwerken en van elkaar leren. Er is een hoge mate van betrokkenheid bij elkaars wel en wee en dat moet niet verloren gaan.”

,,Wij hebben de ouders van vijftien kinderen op bezoek gehad en daar was ik erg tevreden over, omdat ze echt geïnteresseerd waren en open vragen stelden”, zegt Rob Karregat, sinds de zomer directeur van de Jozefschool. ,,Juist door die vragen leren wij als school. Je wordt bewust van waar je als school voor staat en wat je de kinderen mee wilt geven. Het jezelf zichtbaar maken is voor elke school van belang, waarbij deze dag voor ons nog iets belangrijker is, aangezien wij in de Oude Kom zitten. Veel ouders zullen straks gewoon de school dichtbij kiezen of waar al een ander kind verblijft. Het gaat om degene die een bewuste keuze willen maken en echt op zoek gaan, het is goed om straks met de scholen te kijken of we die ouders hebben bereikt met deze dag of dat een vervolg wenselijk is.”
De Aventurijn (speciaal onderwijs) deed niet mee aan de Open Dag. ,,Omdat je kinderen doorgaans worden doorverwezen naar onze school”, liet directeur Linda Tol weten. ,,Maar ouders van leerlingen die hier al zitten, kunnen uiteraard altijd een afspraak maken om een keertje te kijken.”

Fotogalerij

Moeder vertelt: ‘Het gebruik is zo gigantisch hoog, bizar’

Drugs acute bedreiging voor toekomst van gemeenschap

‘Volendam topt Europese hoofdsteden als Milaan, Parijs en Londen qua drugsgebruik’, kopten landelijke media precies tien jaar geleden. Onderzoek naar drugs in rioolwater wees destijds uit dat hier één lijntje cocaïne op 40 inwoners per dag werd gebruikt. Met xtc stond Volendam op nummer 3 in Europa. Een decennium verder is geen onderzoek nodig om te staven dat het drugsgebruik hier momenteel erger is dan ooit. En niet alleen onder de jongste generatie, ook in de generaties van dertigers en veertigers is drugsgebruik normaal. Ouders hebben er dikwijls geen weet van dat hun kind gebruikt of zelfs dealt. Daarbij wordt Moedige Moeders soms benaderd door verontruste kinderen, omdat zij verslaving signaleren bij (één van) de ouders en gebukt gaan onder de gespannen sfeer thuis. De toekomst van onze gemeenschap staat serieus onder druk. Als je het aantal drugsdoden van de laatste twee decennia In Edam-Volendam telt, kom je tot het schrikbarende cijfer van rond de twintig. Los van de verscheurde gezinnen met een kind die met verslavingsproblematiek kampen en proberen te overleven. Een Volendamse moeder, die anoniem haar verhaal doet, benadrukt de urgentie. Haar jonge tiener was soms dakloos, soms spoorloos. Inmiddels is het contact verbeterd. Nadat zij met haar hulpvraag stuitte op muren, op regels, maar gelukkig ook op toewijding.

Het is niet iets van de laatste decennia: in de zeventiger jaren – de hippiecultuur – laafde een minderheid uit onze gemeenschap zich ook al aan LSD, wiet en cocaïne. In 2004 richtten Gary Kok (en andere bevlogen mensen) als moeder van een verslaafd kind Moedige Moeders op, dat naderhand met nieuwe betrokkenen ook landelijk opvolging kreeg. Inmiddels is drugs diep in onze samenleving geworteld. Wietplantages worden opgerold, wikkels op straat achtergelaten, deals geschieden onder ogen van burgers. Toch houdt de gemeenschap zelf bepaalde dynamieken in stand, zoals de zitjes, die vaak het voorportaal vormen. Jongeren en volwassenen kiezen graag voor het in hogere sferen zijn, om, vaak ook door de groepsdruk, de hedendaagse ‘zorg’ te ontstijgen. Het hoort er bij. In combinatie met depressiviteit, eenzaamheid, gokverslaving en alcoholgebruik vormt drugs een acute bedreiging voor de gemeenschap.
Als je er in zit, bepaalt het je leven, zo onderkent deze Volendamse moeder. Enkele jaren geleden veranderde een mooie voorjaarsdag in een donkere wolk, toen zij een telefoontje kreeg van de school waar haar kind zat. ,,Ik mocht mijn kind komen halen, want zij was onder invloed van drugs. Dan begint het. Eenmaal thuis stel je vragen. Ze gaf aan dat het de eerste keer was, was in tranen, zei sorry. Ook met de school zijn we in gesprek gegaan en wat me tegenviel, was dat de school geen verantwoordelijkheid wilde pakken aangaande eventuele aangifte tegen degene die het verschafte; dan stonden we als ouders alleen. Mede omdat dat de overdracht en inname van de drugs vlakbij de school plaatshad en niet op het eigen terrein.”
,,Drie weken later werden we weer gebeld en werd aangegeven dat het de laatste waarschuwing was. Ik ben naar de huisarts gegaan, die verwees me door naar de gemeente, waarbij ik in mijn hulpvraag aangaf dat wij dit niet alleen konden. Zeven maanden later kon ik pas terecht. Ondertussen hadden we een hangende puber, die zich regelmatig terugtrok op haar kamer en anders was zij op school, althans, dat dachten we.”

‘Je komt achter dingen die onder je neus gebeuren, maar waar je totaal geen oog op hebt. Dat jouw tiener op dagelijkse basis drugs gebruikt’

,,In de tussenliggende periode heb ik zelf contact gezocht met Moedige Moeders. Tijdens de bijeenkomsten heb ik eerst geluisterd naar de moeders die daar al enige tijd zaten. Dan ga je van ongeloof naar erkenning en herkenning van je eigen verhaal. Tot op de dag van vandaag begrijp ik niet dat de gemeente niet veel meer doet met deze mensen van MM, die zoveel kennis hebben van deze problematiek. Zij kunnen zoveel meer betekenen voor Volendam. Ik kon daar zelf ook mijn verhaal vertellen. Dat er naar je verhaal wordt geluisterd, dat was al een ervaring, die is niet te beschrijven.”
,,Eén van de mensen die Moedige Moeders helpt met het in gesprek gaan met verslaafden, won het vertrouwen van ons kind. In de gesprekken die zij hadden, bleek, zo hoorden wij naderhand, dat het drugsgebruik dusdanig frequent was, dat we enorm schrokken. Je komt achter dingen die onder je neus gebeuren, maar waar je totaal geen oog op hebt. Dat jouw tiener op dagelijkse basis drugs gebruikt en het precies wordt uitgekiend dat wanneer je elkaar pas weer ziet, de effecten uitgewerkt zijn. We zijn geconditioneerd en dan weet je van anderen dat pubers vooral liggen, hangen en eten en dat deed onze puber ook. Dus je ziet het niet. Totdat mijn man het zag aan haar gezicht – als ze thuiskwam van een zitje of buiten had gestaan met andere jongeren – en dat mij duidelijk maakte. Dan zie je opeens die andere blik, de ogen die anders staan. Erg gefocust. Op de vraag of ze iets had genomen, werd er ontkend. Daarom heb ik drugstesten thuis gehaald, via Moedige Moeders.”
,,Na zeven maanden mochten we bij de gemeente komen. We kregen een psycholoog van Youz toegewezen, die de gesprekken aanging met ons kind. Wij kregen een gezinsbegeleider van de Brijder, waar we meteen veel baat bij hadden. De psycholoog ging aan de slag met de trauma’s van ons kind – want ze voelde zich soms depressief – waarbij ik er ook van uit ging dat ze samen aan de verslaving zouden gaan werken.”

,,In de tussentijd ga je ook kijken naar wat je zelf anders had kunnen doen. Ik had misschien meer persoonlijke aandacht moeten geven, af en toe één op één met haar moeten gaan zitten. Maar ze zat in een fase van ‘ouders zijn dom’ en met enkele vrienden maakten ze ook een coconnetje, van ‘wij tegen de rest tegen de wereld’. De spanningen liepen steeds hoger op, ze bleef soms nachten weg. We probeerden grip te krijgen op de situatie, dat maakte het alleen maar erger. Dat zorgde er ook voor dat we de politie soms moesten vragen om naar haar te gaan zoeken.”

 

Radeloos

,,We waren radeloos. Via Moedige Moeders heb ik vervolgens zelf contact gezocht met ‘Yes we can’, een kliniek voor verslavingsproblemen. De hulpverleenster van Moedige Moeders ging ondertussen het gesprek aan met onze dochter en zij wilde opgenomen worden. Ze kreeg een intakegesprek met de kliniek en kon terecht. Het School Maatschappelijk Werk vond het ook goed als zij tien weken aan zichzelf zou gaan werken. Ik was blij dat de lichten op groen stonden en ging naar de gemeente met de aanmelding. Maar de gemeente gaf aan dat ze dergelijke hulpverlening bij andere zorgaanbieders hadden ingekocht, niet bij ‘Yes we can’. Dus ze mocht niet. Dan knakt er iets. Twee andere jongeren van moeders die ook bij MM zaten lukte het wel, op een andere manier. Dat zijn twee successtory’s geworden. Daarna hebben we nog gesprekken gehad bij de gemeente, maar ze bleven bij hun standpunt. En daar konden wij niet bij. Vervolgens raakten we ons kind kwijt…”

,,We probeerden haar in de gaten te houden, want we hielden rekening met van alles. Op het moment dat ik even voor mijn werk weg moest, is ze het huis uit gegaan. In de periode daarna sliep ze op allerlei plekken. Ook bij andere familieleden. Daar bleef ze ook niet lang, want daar waren ook bepaalde regels. Ons contact verwaterde. En vanwege de privacy kreeg ik van de psychologe niks te horen, terwijl haar verschrikkelijke dingen overkwam, zo hoorden we later.”
,,Wat er in die maanden gebeurde, kan ik eigenlijk niet omschrijven. Je gaat door… Zoekt steeds naar iets, wilt iets verzinnen wat je kunt doen zodat er weer contact komt of dat zij hulp krijgt. Voor ons gezin was het goed dat we de gezinstherapeut hadden, die ook pogingen ondernam om haar aan te laten haken. Dat was vergeefs. Je voelt verdriet, ongeloof, boosheid. Op een gegeven moment zet dat ook je relatie onder spanning. Daarom probeerden we twee weken leuke dingen te doen, om op te laden. Maar in je achterhoofd blijft… Je kunt zoiets niet loslaten. Of het moet zijn dat je erg ver in het proces zit, dat je al zoveel pijn hebt geleden, dat je niet anders kan. Als moeder kun je niet opgeven, het is mijn kind…”, zegt ze met trillend stemgeluid.
,,En nog zó jong… Ze heeft veel omzwervingen gemaakt. Je leert veel tijdens zo’n proces. Als ik het loslaat, als ik stop, dan gaat het echt fout… Dat denk je steeds. Inmiddels weet ik ook, dat als het kind er zelf niks aan wil doen, dan werkt het ook niet. En inmiddels weet ik ook dat het drugsprobleem hier gigantisch is, echt bizar groot. En waar ligt het aan? Het feit dat alcohol tegenwoordig duurder is dan bepaalde soorten drugs, werkt het gebruik van dat laatste in de hand. Voor jeugd is er ook weinig alternatiefs. Ik ging in mijn jeugd naar de PX, daar gaan ze nu niet of nauwelijks heen. Hoe krijg je dat toch weer op gang?”

‘Het feit dat alcohol tegenwoordig duurder is dan bepaalde soorten drugs, werkt het gebruik van dat laatste in de hand’

,,Moedige Moeders probeert het drugsprobleem overal aan te kaarten. Scholen kunnen bijvoorbeeld hun groepen 8 opgeven om een stuk voorlichting te krijgen en dat wordt niet door iedereen gedaan, terwijl sommige ouders – die ook mogen komen – die bijeenkomst ook links laten liggen. Qua voorlichting moet je zorgen dat er iets gebeurt én dan ook een opvolging krijgt. Er lopen hier genoeg mensen die ervaringsdeskundige zijn als verslaafde, die bereid zijn voor een klas te gaan staan en hun verhalen – omdat ze van hier komen en één van ons zijn – doen echt wel wat met de jeugd. Er zijn altijd meelopers, volgers, en die worden zo bereikt.”
,,Er is in Volendam heel veel knowhow opgebouwd als het gaat om verslavingen, maar we doen er veel te weinig mee. Waar hier vroeger veel alcohol werd gedronken om je sterker te voelen, een andere geest te halen, is dat sinds geruime tijd drugs. En dat het zo goedkoop verkrijgbaar is en aan de deur wordt gebracht, maakt het woest aantrekkelijk. Terwijl juist daarin Volendam ook een voorbeeld kan zijn, dat de horeca iets met de prijzen doet, waardoor de barren weer meer gevuld raken, er meer controle is en er geen drugs bij hoeft.”
Haar kind leefde ondertussen op verschillende plaatsen. ,,Ze had relaties. En we hebben wel geprobeerd om te kijken of het bij ons thuis werkte, maar dat ging niet. We hadden regelmatig gesprekken gevoerd met andere ouders, gaven voorzichtig aan dat we wisten dat er bij hun kind ook iets speelde. Maar dat werd weggewoven. Wij hebben ons er thuis wel in verdiept en ontdekten dat er in de telefoon op zowel als Snapchat als Insta een functie zit, dat wanneer kinderen iets gaan doen waarvan ze niet willen dat hun ouders mee kunnen lezen, dan staat er ‘ga even verder op Snap’. Er ligt een functie onder, beveiligd met een wachtwoord, en daar kom je als ouder niet bij. En op die functie praat de jeugd met elkaar. Het lukte ons om het te ontrafelen en wat er toen boven tafel kwam, de lijst met jongeren, meer dan tweehonderd… Je wilt er zó graag iets mee, om ouders te waarschuwen, want je weet dat ze allemaal bezig zijn met drugs. Maar je weet niet hoe het wordt ontvangen. Ik kan alleen maar zeggen dat ouders met hun kinderen moeten blijven praten en er ook naast moeten gaan zitten om te bespreken wat er zoals op de telefoon gebeurt.” ,,Ik heb mijn dochter nooit van me afgeduwd. Daardoor bleef onze band sterk. En toen de gezinsbegeleider na enige tijd het voorstel deed om eens samen te gaan wandelen, vond zij dat goed. Zo kon ik voor mijn puber weer de moeder zijn waar ze allerlei dingen tegen aan kon houden. En dat ene onderwerp liet ik even voor wat het was. We wandelden door weer en wind. Totdat haar relatie werd verbroken en de mensen waar zij veel verbleef en die veel voor haar hadden betekend, aangaven dat ze daar niet meer kon blijven. Vervolgens duurde het niet lang voordat het weer mis ging, omdat het schoolvakantie was en ze buiten rond fladderde. Er was ook geen contact meer met de psycholoog, want daar kwam ze niet verder mee, zo zei ze. Terwijl wij dachten dat het onderdeel ‘verslaving’ wel aangepakt zou worden, maar dat gebeurde niet. Wij hadden het gevoel dat we weer terug bij af waren.”

Slag- en daadkracht
,,We gingen weer naar de gemeente en de persoon die ons te woord stond, was van goede wil, maar het werk groeide hem boven het hoofd. Hij verdiepte zich ondertussen wel in de problematiek, voerde gesprekken met meerdere jongeren en daar heb ik enorm respect voor, hij deed fantastisch werk. Dan kom je er achter hoe dit netwerk van kinderen – want dat zijn het – te werk gaat. En daar schrik je behoorlijk van, want dan krijg je een heel ander beeld van je eigen kind. Dan ontdek je dat ze meer berekenend zijn dan jij denkt. Je wordt bespeeld waar je bij staat. En denk niet dat het jou niet kan overkomen. Maar het ontbrak de man van de gemeente aan man- en vrouwkracht om tot slag- en daadkracht te komen en er iets aan te gaan doen. Dat kan te maken hebben met het gebrek aan capaciteit, maar misschien ook met het gebrek aan prioriteit bij de gemeente.”

Een nieuwe fase in de lijdensweg brak aan. ,,Thuis komen was voor ons geen optie. We gingen op zoek naar een plek voor ons kind en dan begint er iets nieuws. Als je een keer een tv-aflevering hebt gezien van ‘Jojanneke en de Jeugdzorg’, dan weet je genoeg en vraag je je meteen af: ‘kan zoiets in dit land? En wij weten dat het écht zo gaat. Als ik nu zie hoe weinig tijd, energie en geld in onze eigen jeugd wordt gestoken en dat vergelijk met bijvoorbeeld vluchtelingen – waar ik als ruimdenkend mens absoluut niet over wil oordelen want die mensen verdienen een dak boven hun hoofd – dan vind ik het verwonderlijk dat van de 1700 kinderen die in ons land weggehaald zijn bij hun gezin, nog geen ouder iets geks heeft gedaan. Onze dochter kan niet bij haar vriend en diens ouders wonen, niet bij ons thuis, maar ze wil een plek en gaat daar éindelijk in mee, maar vervolgens krijgt ze te horen: daar is geen plek, daar is geld voor, daar is geen… Op een gegeven moment heb ik bij de gemeente aangegeven dat als er niet binnen een maand iets wordt gevonden, dat ik dan…” Ze vecht tegen haar tranen, maar verliest de strijd.

,,…Omdat je niet kunt begrijpen dat er geen veilige plek is voor een tiener die probeert om weer in het leven te komen staan en schreeuwt om hulp. Het is – daar heeft het alles van weg – erger dat ze haar huiswerk niet maakt, dan dat ze drugs gebruikt. Zo erg is het gesteld. Deze kinderen worden behandeld als… erger dan vuil. Mijn man liep tijdens de gesprekken bij de gemeente de kamer uit, kon het emotioneel niet handelen. Je ziet het systeem falen waar je bij zit. Het neemt allemaal te lang in beslag. Degene die wel hard willen lopen, zoals de gezinsbegeleider, hebben te maken met een overvloed aan papierwerk. Dat is contraproductief.

‘Mijn ouders hebben altijd de deur voor haar open gehouden, terwijl ik soms niet snapte dat ze die deur niet dicht deden’

Deze mensen maken verschil, die zetten een deur open voor jouw kind en zorgen dat je als gezin weer een beetje bij elkaar komt en die mensen worden niet gefaciliteerd. En waarschijnlijk wordt er landelijk volgend jaar nog meer bezuinigd… Terwijl er juist een groeiende behoefte is aan hulp voor mensen met verslaving en psychische problemen. Er gaat te weinig geld naar onze eigen jeugd. Terwijl: wij kunnen zo’n hechte gemeenschap vormen, wij kunnen dit hier echt anders faciliteren. Zorg dat er een gebouw is waar iemand altijd binnen kan lopen voor een luisterend oor, wedden dat het loopt. We hebben echt mensen die willen, neem de wijkagenten, maar het is te weinig. Ik weet niet wat er nog moet gebeuren, voordat er intensiever op wordt ingezet…”

Ze waren er inmiddels achter dat veel jongeren allerlei drugs uitproberen. ,,Middelen waarvan ze niet weten wat het doet. Langzamerhand groeit het bewustzijn bij ons kind. Inmiddels is het verworden tot een partydrug, tijdens festivals. Niet meer dagelijks. Ze gaat haar weg, gaat naar school, heeft een bijbaantje en verblijft in een woongroep in Amsterdam, waar altijd begeleiding is en waar zelfstandigheid wordt gestimuleerd. Daar gaat het goed. We hebben bijna dagelijks contact en de band met ons en haar opa’s en oma’s is goed, daar eet zij ook regelmatig. We maken stappen. Onze dochter heeft door dat ze door het leven heen moet en kán zonder zich elke dag te verdoven.”

Even breekt ze weer. ,,Als ik kijk naar mijn ouders… Daar heb ik heel veel steun van gehad. Die hebben altijd de deur voor haar open gehouden. Terwijl ik soms niet snapte dat ze die deur niet dicht deden. Pas achteraf begreep ik hoe goed dat is geweest, dat ze dat niet hebben gedaan. Heel knap. Want als grootouders heb je ook verdriet.”

Ze wil zich graag inzetten voor verandering. ,,De meeste Volendammers zijn emotioneel en zitten er meteen bovenop als er iets gebeurt of wordt gezegd, vaak te snel oordelend. Maar we zijn tevens als gemeenschap in staat om heel veel moois te realiseren. Ik denk nu even aan de Sinterklaasshow, maar zo zijn er meerdere evenementen. Verenigingen zijn hier groot, we hebben veel vrijwilligers, we krijgen alles voor elkaar, bedrijven staan altijd klaar. En tóch krijgen we het niet voor elkaar de jeugd te faciliteren met wat zij werkelijk nodig heeft. Of dat wat er is, om ze daar voor te enthousiasmeren, zodat ze niet met andere dingen bezig gaan. Terwijl we dat echt wel samen zouden moeten kunnen realiseren in deze gemeenschap.”

,,Ik kijk dan even naar de vrouwen hier, wat zij hier qua vrijwilligerswerk doen. Dat komt nog van vroeger, toen de mannen op zee waren en de vrouwen het thuis rooiden. We zijn een bijzonder volkje, maar we zijn op een of andere manier niet goed in een bepaald sociaal aspect. We doen wel dingen, maar het communiceren daarover laat te wensen over. Neem als voorbeeld het jezelf voorstellen aan iemand anders, bijvoorbeeld aan mensen van buiten. Iemand van buiten zei eens tegen me: ‘jullie kunnen zoveel bereiken, maar sociaal zijn jullie wel een beetje gebrekkig’. Dat heeft ongetwijfeld met vroeger te maken, toen ze gezinnen hadden van tien of meer kinderen. Dan werd er nooit met ‘ik ben trots op je’ of ‘ik hou van jou’ gestrooid. Dus dat was daarna – en is nog steeds – voor veel mensen ook moeilijk om te zeggen. We weten dat het goed zit met elkaar, maar om dat uit te spreken… Dat vinden veel mensen moeilijk. Ik zal nooit vergeten hoe ik enkele jaren geleden werd gesteund, in de tijd dat ik het financieel moeilijk had. Eten werd gebracht, visschalen uit viswinkels, enveloppen in de brievenbus. Dat is ook Volendam. Maar vaak lieten die personen niet hun gezicht zien. Veel Volendammers vinden het ook moeilijk om een compliment te ontvangen. Terwijl die gebaren juist anderen inspireren. Ik hoop echt dat we meer open gaan staan voor elkaar, zonder het oordeel te snel klaar te hebben, meer te luisteren en elkaar te bevragen. Zodat we samen open staan voor de problematiek die hier heerst en er samen iets aan doen. Het kán zo mooi zijn.”

Fotogalerij

‘Dankbaar naar de mensen hier’

Drie jaar na hartstilstand geeft Walter Hollenkamp startschot Zeevangsloop

De start van de 41e Zeevangsloop was zondagmorgen in meerdere opzichten bijzonder. Niet alleen vanwege de prachtige weersomstandigheden waaronder de lopers zich verzamelden bij ’t Wapen van Middelie, of het feit dat het evenement twee keer geen doorgang kon vinden. Het startschot werd gegeven door Walter Hollenkamp en dat was de man die in 2019 na afloop van de laatste editie in ’t Wapen in elkaar zakte, ter plaatse werd gereanimeerd door de lokale huisarts en vrijwilligers met de AED en ’s avonds vanuit het ziekenhuis een teken van leven kon geven. De inmiddels 74-jarige inwoner van Purmerend vroeg de organisatie zelf zondag de lopers van de 10 kilometer weg te mogen schieten. ,,Dit is wel een heel bijzonder moment. Ik ben heel dankbaar naar de mensen hier.”

Even poseert hij voor de foto en dan draait Walter Hollenkamp zich om, om zich tot de lopers te richten en hen succes te wensen. Altijd stond hij aan die kant, nu heeft de Purmerender een andere rol. Noodgedwongen, omdat het hart op 15 september 2019 protesteerde. 37 keer liep hij de Nijmegen Vierdaagse, de marathons van Amsterdam, Rotterdam, Berlijn, New York, Boston stonden al op zijn lijst. ,,Ik heb 42 jaar aan hardlopen gedaan en mijn vrouw en ik hebben geen auto, dus naast het openbaar vervoer wandelde ik heel veel. Na die evenementen las ik wel eens dat iemand gereanimeerd was of zelfs overleden, maar ik heb het nooit van dichtbij meegemaakt. En toen was ik me hier binnen in ’t Wapen aan het omkleden en ging onderuit. Daar weet ik niks meer van. Wel dat ik ‘m nog heb gelopen en daar zijn ook foto’s van. Ik voelde in de laatste twee kilometer wel pijn in mijn borst. Dacht: misschien heb ik te hard gelopen. Dan doe je het wat rustiger aan, ik wandelde ook over de finish.” Achteraf bleek zijn kransslagader dichtgeslibd.
Zijn vrouw vergezelde hem vaak, maar zat die keer thuis. ,,Zag ik opeens een politieman voor de deur staan. Wij wonen in een flat en ik dacht ‘hij is vast verkeerd’, maar hij vroeg me toch open te doen. En toen ik de vraag, of mijn man had hardgelopen, met ‘ja’ beantwoordde, vertelde hij dat Walter naar het ziekenhuis werd vervoerd. Bij aankomst in het ziekenhuis werd gezegd dat het slecht met hem ging.”

Hardloopschoenen
,,Ik had de mazzel dat ik een sportief lichaam had, niet dronk en rookte. En ik ben er na wat operaties en therapie gelukkig heel goed uit gekomen. Heb gesproken met lotgenoten en dan deel je heel veel met elkaar.” Of hij naderhand aan zijn arts de vraag stelde of hij ooit zijn hardloopschoenen nog kon aantrekken? ,,Door covid waren er geen loopjes meer georganiseerd, daardoor zakte mijn motivatie. Ik was wel in de sportschool bezig en wandelde veel. Maar ik slik ook veel medicijnen. Op een gegeven moment moet je het een keer afsluiten en het is mooi dat dat nu hier kan. Tussentijds heb ik wel contact gehad met de mensen hier, maar nu heb ik de vrijwilligers en de huisarts weer even op deze plek gezien. Dat is bijzonder. Ik heb geluk gehad. Als het ergens tijdens een trainingsloopje tussen de weilanden was gebeurt, had het langer kunnen duren voordat iemand me had opgemerkt…” Zijn vrouw kijkt toe: ,,Ik ben blij dat je er nog bent, het had ook anders kunnen aflopen.”
Nu kan hij nog vertellen over de marathonavonturen. ,,Ik heb foto’s in albums en de certificaten en medailles bewaard. Hele mooie herinneringen. En ik blijf veel wandelen en fietsen. In het begin was ik wat angstig, om alleen op pad te gaan. Ik moet gewoon wat meer gedoseerd leven.” Hij heeft extra tijd gekregen. ,,Dankzij de mensen hier”, besluit zijn vrouw.

De 41e Zeevangsloop trok 322 deelnemers. De uitslagen, 10 km: 1. Thijs Mossel 34.55, 2. Kasper Koeleman 35.20, 3. Tyas Visser 35.22. 3 km: 1. Thom Butter 11.04, 2. Tijm Wijsman 12.05, 3. Lynn Hoogendijk 12.56, 4. Lars Nouwen 13.19. 21,4 km: 1. Barry van Langen 1.19, 57, 2. Tim Meijer 1.21,05, 3. Dennis Degeling 1.21,37. 15 km: 1. Bouke Bouma 54.44, 2. Marck de Haan 57.36, 3. Vincent van der Kooij 57.44, 4. Jim Schilder 59.28.

Fotogalerij

Kemper opgelucht dat Kuijt operatie stimuleert

Het waren al tropenjaren voor de voetballer Boy Kemper: na de degradatie met ADO Den Haag en het bizarre mislopen van promotie wachtte hem gistermorgen een operatie aan de achillespees. Er werd bot weggeschraapt. ,,Ik liep er al twee jaar mee, dus ik ben blij als ik straks eindelijk van de pijn verlost ben”, zegt de Volendamse aanvoerder van ADO Den Haag, die er rekening mee houdt dat hij rond de winterstop terugkeert op de vaderlandse velden.

,,Aan het einde van mijn laatste seizoen bij Jong Ajax kreeg ik last en dacht ik ‘na de vakantie is het wel weer goed’. Maar het was niet goed toen de voorbereiding bij ADO begon. Maar ik wilde uiteraard gelijk spelen in de eredivisie. Ik had veel last, maar ik wilde per se spelen.” Ook na de degradatie en periode van rust ging het niet weg. ,,Vorig seizoen kon ik er mee spelen, maar voortdurend met pijnstilling. Maar in deze voorbereidingsperiode gebeurde er iets, dat het verergerde. Tegen Excelsior Maasluis stapte ik in een kuil, mijn enkel kreeg toen ook een klap, alsmede de achillespees. Ik trainde en speelde met heel veel pijn, de trainer (Dirk Kuijt, red.) zag dat. Een operatie stond gepland, maar dan in de winterstop. Uit bescherming zei de trainer onlangs ‘laat je nu opereren’. Hij zag aan mij dat ik er niet uit mezelf uit zou stappen.”
,,Dat klopte. Ik ben aanvoerder en als het dan niet lekker gaat, dan laat je je team niet in de steek. Maar ik ben opgelucht dat de trainer het tegen me zei. Ik zei altijd ‘het gaat wel’.” Vorige week wisselde Kuijt Kemper in de 78e minuut. ,,Om de nieuwe speler (Absalem, red.) ook ritme te geven.” Kuijt roemde de Volendamse verdediger, vanwege zijn rol in en buiten het veld. ,,Zeker in deze tijd waarin we zitten, is het belangrijk om er te zijn voor de jongens en de club, dus ik blijf er zoveel als mogelijk komen.”
In de eredivisie wonnen PSV en Joey Veerman ternauwernood van RKC Waalwijk (1-0), nadat eerder in de week met 1-1 gelijk werd gespeeld tegen het Noorse Bodo Glimmt. Cambuur en Marco Tol aasden lange tijd op de gelijkmaker tegen FC Groningen, maar die zou niet vallen, waardoor het 0-1 bleef. Jari Vlak en FC Emmen verloren thuis op de valreep met 1-2 van Excelsior. De Volendammer stond nog aan de basis van de goal van de noorderlingen.
In de eerste divisie kwamen VVV Venlo en Kees de Boer nog goed terug in Almelo tijdens de doelpuntrijke ontmoeting met Heracles. De Volendammer maakte zelf nog de 4-3, maar uiteindelijk won de thuisploeg met 5-3. NAC en Alex Plat speelden met 1-1 gelijk tegen De Graafschap, maar verloren maandagavond met 3-1 bij Jong Ajax. Johan Plat, assistent-trainer bij FC Zwolle, zag die ploeg een 0-2 achterstand goed maken tegen Willem II (2-2) en maandagavond winnen (2-3) bij De Graafschap.

Fotogalerij

Jongerenwerkers zien en horen wat er gebeurt op straat en in huizen

‘We moeten samen de zwijgcultuur doorbreken’

De maatschappelijke overlast, feesten, partijen, opstootjes, de zitjes, het drugsgebruik, het wordt inmiddels als normaal ervaren. Maar veel gezinnen gaan er zwaar onder gebukt. Wat doe je in zo’n situatie? Durf je naar de politie, BOA, je buur of de ouders van kinderen (die drugs dealen, gebruiken of overlast veroorzaken) te stappen? Durf je het gesprek aan te gaan, of hulp te zoeken? De Jongerenwerkers van LINK hebben enkele coachingstrajecten met jongeren lopen, begeven zich vaak op straat en observeren. ,,Is het gemeenschapsdruk, is het schaamte?”, vraagt Jongerenwerker Rick zich af. ,,Op deze manier, door te zwijgen, versterken ze het probleem juist.”

Neem het drugsgebruik. Het wordt steeds maar erger en erger. We zien of horen vaak wat er speelt, maar besluiten niet iemand (uit zijn of haar omgeving) er op aan te spreken en dus om niet te helpen. Uit angst voor de reactie, angst voor een gevoel van ‘iemand aan te moeten geven’. Een moeder die zich tot de Jongerenwerkers wendde, vertelt: ,,Ik wist dat mijn zoon de jongerenwerkers kende, kennelijk een connectie had en het voelde vertrouwd. Thuis liep het uit de hand en de jongerenwerkers kwamen langs voor een interventie. Zij zorgden er ook voor dat we andere hulp kregen. Alleen was de hulpverlening die we via de gemeente kregen, niet goed. Maar Rick hield steeds contact en door de band die was opgebouwd, belde mijn zoon ook regelmatig met Rick, als hij zich niet goed voelde. Dan luisterde hij ook beter en voelde hijzelf dat er naar hem werd geluisterd.”
,,In die periode gebruikte hij geen drugs en was hij in zijn doen en laten goed. Ik ben Jongerenwerk en Rick erg dankbaar, ook al is het nadien opnieuw geëscaleerd. Dit gun je niemand, maar ik weet dat ik niet de enige ben op het dorp. Jongeren komen ook niet uit het kringetje vandaan. Op basisscholen begint het vaak al: als je er dan niet bij hoort of niet meekan, dan blijft dat in de jaren daarna zo. Er ligt ook een grote rol bij de ouders, hoe zijn zij er mee bezig? Ik heb veel geprobeerd, maar op een gegeven moment zijn je ideeën als ouder op. En als je kind niet wil, kun je ook weinig.”

‘Dit gun je niemand, maar ik weet dat ik niet de enige ben op het dorp’

Rick: ,,Vertrouwen maakt dat de jongeren ons blijven opzoeken. Het probleem van drugsgebruik is ongelofelijk aanwezig hier, maar mensen durven het niet aan te kaarten. Er zijn gezinnen waar de problematiek jaren speelt. Het gaat hier in Volendam heel erg om het systeem, presteren op school, feesten. Met onze jongerencoaching bouwen we aan een duurzame relatie. Jongeren zitten met dillema’s en bellen mij op zaterdagavond, terwijl ik met mijn gezin op de bank zit. Dan moet je investeren in de relatie. Ook zondag weer even bellen hoe het gaat. Die momenten kunnen ontstaan omdat je kunt ‘levellen’ met de leefwereld van die jongeren. Wij zijn ervaringsdeskundigen. Veel jongeren groeien ook hier in Volendam op met de straatcultuur, conformeren zich aan de regels van de straat en die zijn cultuur- en etnisch overstijgend. Dan kun je als ouders denken: we hebben een mooie woning, auto en baan. De ideale setting, denk je. Maar het kind voelt zich misschien onvoldoende thuis, krijgt een ‘schijt aan alles houding’ en heeft moeite met gezag. Ouders denken ‘hoe kan het dat mijn kind buiten de pas loopt’, maar die voelt zich misschien thuis in de setting van de straat en vindt daar kameraadschap. Ouders komen daar niet.”
Jongerenwerker Victor is 21 en komt makkelijk in contact met de jeugd. ,,Wij gaan een paar keer per week de straat op. Wij weten wat er speelt en de jeugd weet ook dat wij dat weten. We gaan sinds korte tijd naar de scholen om Gelukslessen te geven, preventielessen, bewustwording over alcohol en drugs. En proberen op een leuke manier met de kinderen in gesprek te gaan, laagdrempelig. In het voortgezet onderwijs vervolgen we dat. Ik sta ook één keer per week op het Don Bosco College. Ik praat daar ook over drugspreventie en ik ga ook in gesprek met jongeren, over hoe ze zich voelen en ze mogen mij altijd bellen. Het op locatie zijn geeft voor ons een meerwaarde, dat is beter dan iemand uit te nodigen op kantoor.”
Rick: ,,Door onze coachingservaring herken je ook patronen bij jongeren. In de eerste tijd zijn ze moeilijk te bereiken, op een gegeven moment kom je dichterbij. Dan durven ze zich kwetsbaar op te stellen, dan durven ze meer los te laten en contact te zoeken als het dreigt mis te gaan. Het gaat er dan ook om hoe wij anticiperen en dat wij dus ook bereikbaar zijn. Wij moeten dus ook offers brengen. Je komt in contact met de ouders en hoopt te deëscaleren. Soms kunnen we hogere opschaling vermijden, soms kom je als ouder in de zorgmolen, voor het opschalen van de hulpvraag. Dan moet je mazzel hebben dat na onze overdracht die mensen dezelfde aanpak hebben. Dat gaat niet altijd naar tevredenheid.”
Rick en Victor ‘zitten’ 28 uur op Volendam: ,,We zijn maar met z’n tweeën en zoeken naar manieren om de ouders te bereiken. Ook zij kunnen ons benaderen. Als ze iets hebben gezien of gehoord, moeten ze weten dat ze terecht kunnen. We willen zoveel mogelijk jongeren helpen.” Rick: ,,Op een strenge- en rechtvaardige manier. Het gaat niet alleen om thee drinken, we handelen meteen. We gaan ergens heen, ook na escalerende situaties met pestgedrag. Dan spreken we ook de jongeren aan. Dat gebeurt allemaal achter de schermen.”
,,Ook tijdens kermis zaten we er bovenop”, zegt Victor. ,,Daar hebben we bij incidenten met jongeren gesproken, om te deëscaleren. En er zijn ook jongens door ons naar huis gebracht.” De huidige situatie gaat Rick kennelijk aan het hart. ,,Ik ben sinds ik hier werk verliefd geworden op Volendam, maar wat ik nu steeds meer merk, is dat ouders de boel verzwijgen. Ze spreken óver elkaars gezinnen, maar niet met elkaar en ze zijn niet kritisch naar het eigen kind: dat is niet-Volendam-waardig. De warmte en gastvrijheid die Volendam altijd had, als wij ’s nachts op straat liepen bijvoorbeeld, dat is goud waard. Maar sommige ouders die nu de kop in het zand steken en wegkijken, snappen niet dat ze zo hun geliefde Volendamse aanpak kapot maken en ten tweede hun eigen gezinsgeluk uit handen glipt. Want dat is wat gebeurt in veel gezinnen.”

‘Als je dan vanuit de helikopter kijkt: is het normaal wat wij doen? Denk aan je medemens’

,,Waarom weten we wat er bij de overbuurman gebeurt, maar praten we niet in ons eigen gezin? Waarom spreken ze als ouders niet met elkaar rondom de opvoeding? Ik snap het niet, in zo’n hechte gemeenschap. Daar zit een deel van het probleem. Het is de zwijgcultuur die we hopen open te breken. Wij praten met contactpersonen bij de gemeente, zij willen ook in contact komen met ouders, maar mensen melden niet.”
,,Als we allemaal, school, ouders, verenigingen, jongeren, hulpverleners, een uur in de week investeren in een logistieke route die in openheid zegt hoe we in één korte lijn elkaar kunnen vinden en doorpakken, dat zou mooi zijn. Misschien moet Volendam zijn eigen systeem van communiceren krijgen in plaats van een extern programma dat je toepast. Een constructie van werkgroepen in een piramidevorm. Dan moeten ouders zich ook committeren. Ouders die nu vaak de zitjes faciliteren en zelf de deur uit gaan. Daar ligt wel de basis. We moeten kritisch in de spiegel kijken wat dat teweeg brengt. En ook op een goede manier met je kinderen in gesprek blijven. Als we kunnen samensmelten op dat niveau, komt er een begin. Tot die tijd zijn wij zoekende in een complexe wereld naar zingeving en proberen een bijdrage te leveren.”
,,Wij hebben ’s nachts meegemaakt dat mensen in huizen met een huilende baby zaten, kijkend naar de partytent van de buren, met volle verlichting en geluid. Niemand die zegt ‘stop het feest’. Dat eigen feest is meer waard dan het welzijn van de ander. Die dus ook niet durft aan te spreken. Als je dan vanuit de helikopter kijkt: is het normaal wat wij doen? Denk aan je medemens. Het laatste wat je wilt, is dat je je over twintig jaar achter de oren krabt omdat je eigen zoon of dochter naar de kloten gaat en denkt: shit, ik heb het ergens gefaciliteerd. Ik heb zitjes gefaciliteerd met alcohol, terwijl ik zelf ondertussen ook uit ging. Ik hoop dat die wake up-call binnenkomt.”
,,Als jongerencoach geef ik water aan het proces, net als je aan een plant geeft. De cliënt geeft ook water, zo laten we ‘m samen groeien. Die begeleiding en persoonlijke aandacht zijn belangrijk. Naar elkaar toe. Dat moeten we ons allemaal realiseren.”

Fotogalerij

Luc kijkt ogen uit in The States

Om even op adem te komen na het lange baan-seizoen, vloog zwemmer Luc Kroon een dag na terugkeer van het EK door naar de Verenigde Staten. Daar verbleef hij anderhalve week bij landgenoot Casper Corbeau, een collega-topzwemmer die in Texas woont, studeert en zwemt. De Volendammer verwerkte er op zijn manier dat het EK in Italië op zijn favoriete afstanden niet bracht wat hij er van hoopte en keek er zijn ogen uit.

Er wordt inmiddels in het zwemlandschap anders gekeken naar de 21-jarige Kroon. ,,Ze kennen me wel, maar ik ben op de korte baan veel beter, een van de beste zwemmers. Ik word niet moe op de korte baan, voel zelfs rust bij het keerpunt en kan het tempo volhouden. Ik bouw de race op en heb meestal nog over op het laatste stuk. Het verschil met lange baan – 50 meter-bad – is dat je dan veel minder keerpunten hebt en juist daar ben ik goed. Maar het gaat steeds beter:
In het open lucht-zwembad – Stadio del Nuoto – was er nog een kleine kans op een medaille, bij de 4 x 200 meter mix. ,,Alleen zwom Marit Steenbergen (zij was op andere onderdelen uitermate succesvol in Rome, red.) niet mee in de finale en dat scheelt twee seconden. Dat ik dit keer meedeed aan twee estafette-onderdelen, maakte het toernooi intensiever, maar ik vind dat leuk om te doen.”
Op de 400 meter vrije slag op de korte baan werd Kroon in november Europees kampioen, op de lange baan zwom hij in de serie bijna twintig seconden langzamer en dat had een oorzaak. ,,De avond ervoor kwam ik door de andere wedstrijd pas om elf uur op de hotelkamer en een uur later werd ik wakker met buikpijn. Bij het ontbijt voelde ik me nog steeds slecht, had geen honger. Ik zat te trillen aan de tafel. Dan denk je aan afmelden, maar het was de laatste afstand van het jaar.”
Hij ging toch het water in. ,,Dat had ik beter niet kunnen doen, want ik zwom zo ontiegelijk langzaam.” Die hele dag voelde hij zich beroerd. Een fikse domper voor Kroon, die op de 200 meter vrije slag voor de halve finale ook al werd geconfronteerd met vermoeidheidsklachten. Vervelend voor een sporter die geen excuses wil aandragen voor het niet kunnen presteren. Maar dit keer kon hij er niet omheen. ,,Het was ook een heel lang toernooi. Je bereidt je een week lang voor daar, dan mag je eindelijk zwemmen, zwem je in vier dagen tijd meerdere onderdelen en word je nog ziek ook. Dat is kloten en heb ik nog niet eerder meegemaakt.”
Kroon weet dat er nog mooie momenten kunnen komen. ,,Ik word beter en sterker. Kan zelfs op de lange baan nog groeien, maar ik weet ook dat ik daar nooit grootse prestatie ga neerzetten. Ik accepteer dat wel.” Op de korte baan zou Kroon zijn beste jaren nog in het verschiet moeten hebben. ,,Daarvoor moet je geduld hebben en dat is gekoppeld aan plezier houden. Je bent steeds vaker van huis, het wordt steeds serieuzer, dus als je even niet hoeft te zwemmen, moet je je ook even kunnen losmaken en lachen. Als ik thuis ben, zie ik mijn vrienden en doen we leuke dingen.”
,,Die jongens zijn inmiddels weer aan het werk, dus vandaar dat ik een ruime week naar Amerika ben gegaan.” Hij nam onder meer een kijkje in het honkbalstadion van San Antonio Spurs. ,,Dit slaat nergens op, het is hier zo groot. Een stadion waar 105.000 mensen in kunnen, een gigantisch complex voor de universiteit en sportaccommodaties. De zwemmers hebben een eigen eetzaal, waar álles aanwezig is. Alle smaken en alles is ook lekker. Echt indrukwekkend, alle faciliteiten.” De Volendammer kreeg zelf een aanbieding om voor een Amerikaanse universiteit uit te komen. ,,Maar de cultuur, dat er soms zo overdreven wordt gedaan, past niet bij mij.”

Fotogalerij

× Hoe kan ik je helpen?