Vandaag geopend: 08.00 - 17:30

All posts by Eddy Veerman

De laatste avonden van Nick & Simon

Zes avonden achtereen afscheid in Ahoy: vanavond is in de Rotterdamse muziektempel de aftrap van de laatste reeks afscheidsconcerten van Nick & Simon. Voordat maandag – Tweede Paasdag – het doek definitief valt.

Door: Eddy Veerman

Enkele jaren na de eerste optredens in de aula van het Don Bosco College, brak het duo in 2006 zelfstandig door. Op bijgaande foto bij het eerste NIVO-interview – bij het verschijnen van hun eerste single ‘Steeds weer’ – keken de mannen nog naar een ongewisse toekomst. Wat daarna volgde, is ongekend. Goud, platina, diverse records, talrijke duetten, solo in het theater (Simon), de buitenlandse uitstapjes in ‘The Dream’, het samen met Kees Tol op zoek gaan naar de roots van hun idolen (Simon & Garfunkel en Abba), tv-programma’s presenteren, Symfonica in Rosso, Gelredome, Carré, een eigen strip, een single in Zuid-Afrika, juryleden in The Voice of Holland, gasten ontvangen tijdens de Sterren Camping. Vorig jaar augustus werd aangekondigd dat de samenwerking eindig zou zijn. Sindsdien deden ze geen interviews meer samen, ook deze week rondom de afscheidsconcerten gebeurt dat niet. Maandag is het voorbij, althans, qua live-optredens. De liedjes zullen voortleven. En of het ooit weer tot een reünie komt, dat is ongewis, dat ligt in de toekomst verscholen.

Fotogalerij

‘Tijd dat we de gemeenschap uitnodigen en bedanken’

Memorabele dag voor CarMar: officiële opening en afscheid mede-initiator Jan Tol

Het draait al enige tijd en de mensen waarvoor het allemaal is bedoeld en gedaan, hebben er hun eigen plekje gecreëerd. ,,CarMar is uniek in Nederland”, zegt Jan Tol (nonnie), één van de initiatiefnemers en de grote aanjager van alles. Op 18 maart gaat CarMar – het particuliere initiatief om zestien jong volwassenen met een beperking een eigen woonruimte te geven – eindelijk z’n officiële opening beleven. Tegelijkertijd wordt dan officieel afscheid genomen van Jan als voorzitter. Een memorabele dag voor een bijzonder huis, dat met een sterk staaltje sociale samenhang is gerealiseerd, vóór en dóór mensen. Jan neemt ons mee, op een turbulente reis.

Door: Eddy Veerman

,,Het heeft een behoorlijke ontstaansgeschiedenis gehad”, begint hij. ,,Met betrokkenheid van de héle gemeenschap. We deden bij aanvang in januari 2018 wekelijks een oproep in de Nivo, of mensen wilden sponsoren en deelnemen aan onze obligatielening. Op zeker ogenblik werd gevraagd ‘wat kom je nu nog tekort?’, hetgeen resulteerde in een slotactie onder het motto ‘een kwart miljoen-samen doen’. Een fantastische dag op zaterdag 26 oktober 2019, die live te volgen was door een uitzending van onze lokale omroep LOVE. De opbrengst van die dag en avond met spontane medewerking van artiesten, was maar liefst € 368.500,-….. Je kunt je voorstellen wat dat betekende. Kinderen, mensen, bedrijven, artiesten, ze hebben allemaal een bijdrage gedaan. Uiteindelijk is het gebouw gerealiseerd, met een totale bouwsom van 4,2 miljoen euro.” Op 6 januari 2020 konden de eerste bewoners hun intrek nemen, waarbij 24/7 zorgverlening aanwezig zou zijn. ,,Wat betreft de zorgmedewerkers, werden we op het laatste moment geïnformeerd, dat het benodigde aantal medewerkers nog niet beschikbaar was. We begonnen daardoor met acht kinderen in plaats van de geplande veertien. Dat was wel even een dingetje. Na een maand stond er een iets uitgebreider team van medewerkers en konden de anderen hun intrek nemen. Een paar weken later werden wij – en de rest van de wereld – overvallen door Covid-19. Ik werd gebeld door de geneeskundige dienst van onze zorgverlener: de bewoners en medewerkers moesten in preventieve quarantaine, vanwege de coronamaatregelen. Als ouders besloten om hun kind – gedurende de maatregelen – niet in huis terug te nemen, dan mochten ze ook niet op bezoek komen. Een aantal jongeren bleef hier, die konden gezien de grote verandering die het met zich meebracht niet meer terug.”

,,Het zorgteam moest zichzelf uitvinden, ouders mochten niet naar binnen en moesten bij bezoek achter het glas blijven, managers kwamen niet meer binnen en medewerkers draaiden twaalfurige diensten om het aantal contactmomenten zo gering mogelijk te laten zijn. Je kunt je voorstellen dat het een waanzinnige situatie was. Het was de ellende die je ook bij bejaardentehuizen zag. Voor de ouders was het een groot drama. Ze hadden al een behoorlijke overweging moeten maken om tot de beslissing te komen hun kind ‘de deur uit’ te laten gaan, dan heb je na dat dilemma de stap genomen en dan mag je er plotseling niet meer bij.”

,,Het was best een hele intensieve periode.” Verschillende coronamaatregelen, persoonlijke beschermingsmiddelen, besmettingen, vaccinaties, dagbestedingen die waren gesloten en een nieuw team van medewerkers met leiding op afstand. ,,Bijna vanzelfsprekend ontstond een situatie waarbij we in goed overleg moesten besluiten om de samenwerking te beëindigen. Negen maanden na de start moesten we op zoek naar een andere organisatie voor de zorgverlening en dat werd Woondroomzorg uit Geldermalsen. Een onderneming die inmiddels circa dertig vergelijkbare ouderinitiatieven begeleidt. Zij hebben het team uitgebreid en we beschikken nu over een fantastische groep van medewerkers. Er kunnen nog altijd mensen bij, maar het draait.”

‘Het is onvoorstelbaar, de medewerking die we hebben gehad’

In al die tijd deed zich nog geen mogelijkheid voor om tot een officiële opening te komen. ,,Het wordt nu wel gelegenheid dat we de hele gemeenschap kunnen uitnodigen. Toen de bovenverdieping met PVC gelegd was hebben we open dagen gehad voor vrienden, familie. Er zijn al tientallen mensen geweest, maar heel veel mensen nog niet. Het is iets om trots op te zijn. Het zijn de mensen die geld gegeven hebben, je wilt dan graag laten zien wat je met die centen gedaan hebt. En dankbaarheid uitspreken.”

Alleen al de gedachte aan de genereuze gebaren van al die mensen maakt Jan emotioneel. 18 maart wordt er ook nog eens afscheid van hem genomen, als voorzitter. ,,Er moet een woordje gehouden worden en ik kan een hele dag praten, maar dat gaat mij dan niet lukken. Maar ik wil wél heel graag al die mensen bedanken. Als het over CarMar gaat, raakt dat me. Vandaar dat ik dat in ieder geval alvast vanaf deze plaats doe. Aan alle obligatiehouders, heb ik reeds een brief gestuurd met een toelichting over de actuele situatie van Stichting CarMar. Daarin aangegeven, dat reeds veel obligaties waren omgezet in een schenking en daarbij de vraag of ze wellicht ook deze overweging wilden maken. Deze oproep was niet tevergeefs, want inmiddels hebben we 420 obligaties terug ontvangen, ofwel een bedrag van € 105.000,- en dat is een rechtstreekse vermindering van onze schuldenlast. Voor mij persoonlijk ook een fantastisch cadeau bij mijn afscheid als voorzitter. Dat is Volendam op z’n grootst. Het is onvoorstelbaar, de medewerking die we hebben gehad. Er zijn winkeliers geweest die allerlei acties hadden voor CarMar, ook winkeliers waarvan nu de deuren gesloten zijn door corona.”

Vanwege zijn tomeloze en belangeloze inzet ontving Jan Tol een lintje. ,,Ik ben heilig verklaard”, glimlacht hij. ,,Daar gaat het allemaal niet om, maar om dat vertrouwen, puur het vertrouwen dat alle mensen hebben gehad, mensen die samen voor de totstandkoming van CarMar hebben gezorgd. Tot op de dag van vandaag blijft het doorgaan. Mensen die komen met de vraag ‘ik heb nog een tafel, heb jij daar wat aan?’ En dan is dat een prachtige eiken tafel, die dan vervolgens door een bouwbedrijf naar boven wordt gehesen. Te gek voor woorden en zo kan ik drieduizend anekdotes vertellen wat mij is overkomen.”

‘Inmiddels waren er verschillende ouderparen die op dat moment hun hele toekomst in rook zagen opgaan.’

,,Daarnaast hebben we ook de nodige drama’s meegemaakt. Dit hele initiatief is in 2009 opgezet en in 2013 werd ik gevraagd als ambassadeur van Stichting CarMar. Ze zochten iemand die er voor zou kunnen zorgen dat het initiatief verder kwam. Ik ben met wethouders gaan praten en uiteindelijk is er is een verklaring getekend waarbij wij een jaar de tijd kregen om te bewijzen dat er genoeg belangstelling zou zijn. Na een langdurige voorbereiding lag er een plan en was er overeenstemming met de Gemeente, toen bleek dat het toenmalige bestuur de financiering niet rond kreeg en besloot om het hele initiatief af te zeggen. Inmiddels waren er verschillende ouderparen die op dat moment hun hele toekomst in rook zagen opgaan. Dat stak mij tegen de borst, toen dacht ik bij mezelf ‘dit is doodzonde’, nu zijn we zover, we moeten nu door en werd zelf voorzitter van Stichting CarMar.”

,,Na alle Covid-19 perikelen werden wij geconfronteerd met het vertrek van twee bewoners. Daarnaast betreurden wij het overlijden van onze bewoonster Elles Bond, de dochter van ons bestuurslid Jaap Bond. Door de leegstand van appartementen en het niet kunnen verhuren van onze tweede verdieping werd het steeds moeilijker om aan al onze financiële verplichtingen te kunnen voldoen.” Desondanks werd de bovenverdieping verbouwd. ,,Die wilden we inzetten voor allerlei groepen, ofwel huisvesten voor het algemeen belang. We kregen tal van materialen gesponsord en dan heb je zo’n mooie ploeg van ouders met allerlei kwaliteiten. De één heeft de ruimtes betimmerd, de ander de elektrische installatie aangelegd, stukadoors, schilders, alles werd in eigen beheer gedaan.”

Inmiddels wordt de verdieping dagelijks gebruikt. ,,Angelique van den Hogen en Ella Aberson (KunstopStap) geven schilderlessen aan groepen kinderen en volwassenen. Namens PX is er een club 3-D handwerken en Invident (visueel gehandicapten) heeft er zijn wekelijkse bijeenkomst. Verder worden er Yoga-lessen en Mindfulness trainingen gegeven. Daarnaast zijn er twee lokalen in gebruik door De Zorgcirkel, waarin lessen worden gegeven voor hun medewerkers en uiteraard maken onze eigen bewoners ook gebruik van de ruimte voor sport- en spel, creatieve bezigheden en muziek.”

,,Nu ik stop als voorzitter, wil ik wel betrokken blijven als vrijwilliger technische zaken. Dat is leuk werk. We hebben inmiddels ook een fantastisch team van vrijwilligers voor techniek, de tuin en dames die ’s morgens om zeven uur of s’ middags om vier uur aanwezig zijn om te helpen met het eten. De extra handen en ogen die je nodig hebt, dat geeft de medewerkers de gelegenheid goed werk te doen. Anderen ruimen dan bijvoorbeeld de tafel op. Dat is geweldig. Nu dat allemaal voor elkaar is, alle kamers bezet, de bovenverdieping verhuurd, nu is het een mooie gelegenheid om echt te stoppen. Maar het bestuur moest wel worden aangevuld. Je ziet bij heel veel van dit soort stichtingen en ouderinitiatieven, dat de meerderheid van stemmen berust bij ouders of bloedverwanten. Die ouders willen zelf invloed hebben op de verzorging van hun kind. Ook bij ons is dit aangepast naar een structuur met zeven bestuursleden, waarvan vier ouders en drie externe leden.”

,,Nogmaals wil ik iedereen bedanken voor het vertrouwen. We hebben ook een CarMar Club in het leven geroepen, met bedrijven die 500 euro per jaar schenken voor een periode van vijf jaar. Een aantal zijn reeds in 2017 begonnen en hebben in 2021 hun laatste bijdrage voldaan. Ook aan deze bedrijven heb ik een brief gestuurd met een toelichting over de actuele situatie en daarbij aangegeven dat we hun ondersteuning nog steeds heel goed kunnen gebruiken. Op de vraag of ze deze steun zouden willen voortzetten voor een nieuwe periode van vijf jaar, wordt vrijwel zonder uitzondering positief gereageerd.”

Hij houdt vinger aan de pols. ,,Elke dag gebeurt er wel iets. Dan staat de voordeur open of de lift doet het niet. Dan moet er een monteur komen en dat moet snel worden geregeld, wat niet gemakkelijk is, als particulier initiatief. Maar het moet en lukt, het gaat tenslotte om zestien jongeren die hier zitten met een reden, niet voor zweetvoeten, zeggen we hier vaak.”

,,En weet je, als ik binnen stap, zie ik zoveel liefde en gezelligheid bij de bewoners, medewerkers en vrijwilligers. Ze hebben allemaal ‘hun eigen zweetvoeten’, maar het is wel leuk. Ze zitten met z’n allen aan tafel, met eten, doen samen mee aan de spelletjes. Ze hebben een eigen ruimte, maar ze zijn in alles niet alleen. Ze delen dat ze een beperking hebben, maar ze delen ook de mooie spontane dingen. Dat kan hier. Het draait allemaal, met dank aan de gemeenschap.”

 

Opening en Open Dagen

Op 18 maart is de opening en op de 18e en 19e zijn er tevens twee Open Dagen. ,,Voor iedereen die het graag wil zien. De opening wordt verricht door Anneke, de vrouw van Pius Schilder, die wekelijks een foto nam voor de NIVO wanneer we weer een cheque met donatie hadden ontvangen. Vanaf de start in januari 2018 hebben we iedere week een artikel mogen aanleveren met de laatste financiële stand van zaken. Ik durf zelfs te beweren dat het realiseren van ons CarMar (t)huis niet was gelukt zonder deze medewerking. Pius overleed in mei 2021 en als eerbetoon aan hem vinden wij het heel bijzonder dat Anneke de opening zal verrichten.”

 

Quotes van bewoners en ouders

‘Jan en ook Marie, want achter elke geweldige man staat ook een geweldige vrouw, anders kom je nergens aan toe. Wat zij voor ons hebben gedaan, is niet in woorden te vangen. Eeuwige dankbaarheid is op zijn plaats.

Zonder Jan was CarMar er nooit gekomen. Het prachtige thuis voor onze kinderen. Ze wonen er echt geweldig en daar zijn we heel erg dankbaar voor.’

– Margreet

 

‘Het was als een sprookje: onze zoon zou gaan wonen op het dorp, in een soort paleis! Helaas heeft ieder sprookje ook een mindere periode: met tegenslag, verdriet en verlies. Maar zoals een goed sprookje betaamt: er was een….Jan, een held zonder cape.

Jan stond aan de wieg van de bouw van het paleis en heeft ons door roerige periodes heen geloodst. Hij heeft eindeloos gestreden, gepraat, geluisterd, geklust, gevraagd, gezorgd. Met een niet aflatend enthousiasme en vaak met zijn vrouw Marie aan zijn zijde. Marie is de stille kracht, maar o zo belangrijk.

Wij zijn nog niet bij ‘ze leven nog lang en gelukkig’, want er zijn altijd weer nieuwe uitdagingen. Maar Jan heeft een stevig fundament neergezet en ons rustig aan geleerd om op eigen benen te staan zodat Jan elders heldendaden kan gaan verrichten. Al blijft hij elke dinsdag nog beschikbaar om samen met zijn klusteam ons hightech paleis in optimale staat te houden. Jan en Marie, oneindig veel dank voor wat jullie voor ons betekend hebben en altijd zullen blijven doen.’

– John en Elza

 

‘Jan is voor Tim de man die alles maken kan. Is er iets stuk of werkt het niet, dan zegt Tim: ‘Jan moet komen, Jan maken.’’

– Johan en Jolanda

 

‘Jan heeft met z’n inzet en z’n hele hebben en houwen ervoor gezorgd dat al onze kinderen een gezellig, liefdevol, mooi en warm onderkomen hebben. Hijzelf zou zeggen ‘ik heb m’n best gedaan en ik hoef geen standbeeld’.

Onze zoon Tommy en Jan komen elkaar regelmatig tegen in de gangen, of Jan loopt even bij hem binnen. Dan verwelkomt Tommy hem met ‘opa’. ‘Nee Tommy’, zegt Jan dan. ‘Ik ben geen opa, ik ben bap’.’

– Lia en Jan

 

‘Jan Tol nonnie… één van de mensen zonder wiens betrokkenheid het CarMar huis simpelweg niet had bestaan. Zijn ziel en zaligheid heeft hij erin gelegd en wij zullen hem daar altijd dankbaar voor zijn!’

– Harrie, Mona en Rens

 

‘Hé pa.’
‘Ja, Michel, wat is er?’
‘Pa, Jan Nonnie…
dat is mijn vriend.’

– Bewoner Michel Binken

(als je hem kent, weet je
hoe bijzonder dit is)

 

‘Jan, wat hebben we gelachen toen jij echt dacht dat ik vast zat in de lift, terwijl dat een truc was om jou naar jouw afscheidsfeestje te lokken.

Ik wil jou bedanken voor dat jij altijd klaar staat voor ons, in voor- en tegenspoed. Van grote klussen tot kleine klusjes, niets is teveel voor jou! Nogmaals dank en ik zie je weer als ik je nodig heb.’

– Thomas (bewoner)

 

‘Wij zijn Jan eeuwig dankbaar voor het opzetten en leiden van zijn ‘kindje’, het CarMar huis. Zijn bevlogenheid, liefde, passie en inzet zijn van onschatbare waarde geweest, voor de prachtige en veilige leefomgeving van de bewoners en hun ouders.’

– Simon, Judith, Juliet, Mathilde en vooral Emma

 

‘Mensen die een meerwaarde aan de samenleving toevoegen op dit niveau, zijn op één hand te tellen, dus een diepe buiging voor Jan.’

– Evert en Suzanne

Werkgeversontbijt moet leiden tot kruisbestuiving met jobcoaches en mensen met afstand tot arbeidsmarkt

‘Zet de deur van je bedrijf open’

Hoe kunnen we samen de afstand verkleinen voor mensen die juist een afstand hebben tot de arbeidsmarkt? Zoals mensen met een beperking, mensen die re-integreren na een ziekteperiode of statushouders. Met die vraag nodigde de gemeente onlangs een vijftiental bedrijven uit, om tijdens een werkgeversontbijt van gedachten te wisselen. Met name Simon Butter, HR manager van KBK Bouw, zwengelde een discussie aan die tot kruisbestuiving moet leiden, met als bottom line: ,,Als de jobcoaches van de gemeente naar de bedrijven komen om kennis te maken, krijgen zij een beter inzicht wie daar past en vervolgens is de kans op goede matches groter tussen bedrijven en toekomstige werknemers.”

Door: Eddy Veerman

De gemeente kan een rol spelen als het gaat om het bemiddelen tussen werkgevers en mensen die de gemeente onder haar hoede heeft vanuit de participatiewet. De wethouders Vincent Tuijp (Samenleving) en Angelique Bootsman (Economische zaken) woonden het ontbijt bij. ,,Om te leren, informatie op te halen, om zo te weten wat er nodig is”, zei wethouder Tuijp naderhand, die ook aangaf dat de kaartenbak met mensen die afstand hebben tot de arbeidsmarkt ‘niet noemenswaardig is’. ,,De gemeente mag echt trots zijn op de zelfredzaamheid van de maatschappij hier. Die is echt uniek”, merkte Simon Butter op. Tuijp, instemmend: ,,Daar mogen we ook trots op zijn. Toen Bart Smit ophield te bestaan, kwamen er best veel plaatsen vrij vanuit het magazijn, maar daar hebben wij bijna niets van gezien.” Butter: ,,De gemiddelde Volendammer werkt ‘kneppelhard’ en in zo’n situatie zegt de omgeving tegen mensen zonder baan: ‘wij gaan werk regelen voor jou’. Het is ook zaak dat je de werkgevers beloont daarvoor, dat je dat wilt behouden en de tools aanreikt hoe je mensen gaat binden.” Butter was zoals gezegd de man die het ontbijt van wat meer smaak voorzag. ,,De jobcoaches moeten de client kennen, alsmede de werkgevers uit de gemeente leren kennen. Om een goede match te kunnen realiseren.” Eén van de jobcoaches reageerde daar positief op: ,,Door de persoonlijke benadering en een kijkje in de keuken te nemen, kunnen we de samenwerking krachtiger maken.”
,,Zo kom je tot maatwerk”, erkende wethouder Tuijp. ,,Dit zijn voor ons leermomenten.” Zijn collega Angelique Bootsman: ,,Daarom is het goed dat dit georganiseerd is.” Tuijp: ,,Waar wij wel mee te maken hebben, zijn de statushouders, daar zitten veel hoogopgeleide personen tussen of mensen die een ambachtelijk vak verstaan. Vaak is alleen de taal een barrière. Het is een speerpunt bij Team Werk van de gemeente om goed te bemiddelen. En nogmaals, het gaat om een kleine groep. Sommige mensen zijn er al zo lang uit, dat het geen zin heeft om die te activeren. En sommige mensen kunnen echt niet meer werken. Daar moeten we als gemeenschap voor zorgen.”
,,Een andere zorg is – omdat ik denk dat dat ook voor een maatschappelijk effect zorgt – dat wij hier best veel vroegtijdige schoolverlaters hebben. De economische omstandigheid is best groot, de meeste vinden wel werk, alleen ze hebben geen startkwalificatie. Werkgevers zouden dat moeten promoten.”
,,En wat betreft de mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, willen ondernemers eigenlijk worden ontzorgd: kom bij mij met twee kandidaten waarvan je denkt dat ze hier passen en zet de instrumenten in die nodig zijn.” Bootsman: ,,We kunnen vervolg geven aan dit initiatief door bij bedrijven langs te gaan. Ik was daar zelf al mee begonnen vanuit mijn portefeuille.” Simon Butter refereerde tevens aan de ‘Kom binnen bij bedrijvendagen’, die elders in Noord-Holland worden georganiseerd. ,,Omarm dat als gemeente, schrijf werkgevers aan en er kan worden meegelift op dit initiatief. Bedrijven die mee willen doen, zetten dan hun deuren open. Dat stelt mensen in de gelegenheid zelf langs te gaan.” Bootsman vond dat een goed idee: ,,Zoiets zouden wij ook op poten kunnen zetten.”

Fotogalerij

‘Hij heeft zichzelf nooit opgehemeld’

Wim Kras jr over overleden vader, de jongste eredivisiedebutant ooit

Hij is één van de mannen die de roemruchte Volendamse voetbalhistorie belichaamd en maakte geschiedenis die waarschijnlijk nooit meer zal worden overschreven. Telkens wanneer een jonge speler in de eredivisie debuteert, wordt zijn naam er bij gehaald. Wim Kras meldde zich op 22 november 1959 als vijftienjarige jongen aan de zijlijn, om tijdens FC Volendam-Ajax (0-3) in te vallen en te debuteren. Vorige week dinsdag overleed hij, op 79-jarige leeftijd.

Door: Eddy Veerman

Kijkend naar het wijde shirt dat hij draagt, dat folklore uitstraalt, die blik, de veters in/en zijn schoenen, op de achtergrond Ajax-spelers, publiek dicht op het veld. Het geeft een romantisch beeld van toen, toen er nog gevoetbald werd in alle straten van de oude kom. Wim Kras groeide op in de Pastoor Van der Weidenstraat. 15 jaar en 290 dagen telde hij nog maar, toen hij zijn opwachting maakte in het eerste elftal. Het zou nu ondenkbaar zijn. Daarover zou hij zelf later zeggen: ,,Eigenlijk was het niet zo moeilijk om te debuteren, want het waren allemaal Volendammers onder elkaar. Bij andere clubs was dat moeilijker geweest. Ik werd gelijk geaccepteerd. Toch denk ik dat ik eigenlijk te jong was om op die leeftijd in het eerste te komen. Je bent niet volwassen, niet lichamelijk, maar vooral geestelijk niet. Dat laatste is misschien nog wel zo belangrijk. Je bent te jong om alle ervaringen te verwerken. Daarom kreeg ik later ook te maken met een terugslag. Hier op het dorp hielden de supporters namelijk geen rekening met je leeftijd en was ik meteen onderdeel van kritiek. Deed je het goed dan werd je de hemel in geprezen maar o wee als Volendam een slechte wedstrijd speelde en verloor, dan werd je door diezelfde supporters afgebrand.”
Kras speelde tussen 1959 en 1974 381 wedstrijden in het eerste elftal van FC Volendam. Hij scoorde daarin 94 doelpunten, onder meer twee maal in de Rotterdamse Kuip, toen de dorpsclub in 1962 met 2-5 won van Feyenoord. Na zijn actieve voetbalcarrière stak hij heel veel jaren tijd en energie in de opleiding van tal van Volendamse talenten bij RKAV Volendam.
Zoon Wim haalde ook de hoofdmacht van FC Volendam. Afgelopen week hoorde hij tal van verhalen aan over zijn vader. ,,Een lieve en bescheiden man”, zegt junior. ,,Bij het condoleren kwamen veel oud-voetballers vertellen, wat voor een veelzijdige speler hij was. Hij heeft zichzelf nooit opgehemeld. Pakte, toen ik jong was, wel eens de plakboeken er bij en liet foto’s en verslagen zien. Ik kon mezelf er destijds geen voorstelling van maken van hoe goed hij daadwerkelijk was. Hij heeft een grote indruk achtergelaten, merkten we tijdens de condoleancemomenten. Er waren veel mensen die vertelden over wat voor voetballer hij was, wat voor trainer hij was, mensen die zeiden dat ze nog steeds dingen van hem gebruiken tijdens hun trainingen.” Wim sr. trainde en coachte destijds de C1 van de RKAV, de huidige Onder 16. ,,Mijn vader stopte voor twee seizoenen, toen ik zelf in die selectie zat en daarna ging hij weer verder. Hij ging altijd met me mee naar wedstrijden, samen met mijn moeder en m’n zus. Dan stond hij vaak aan de kant waar ik speelde (linksbuiten, red.) en gaf aanwijzingen.”
,,Mijn vader had als voetballer een hele goede mentaliteit, dronk niet en rookte niet. Mijn voetbalcarrière is juist op de dijk gesneuveld. Ik had ook alles om een profvoetballer te blijven, maar alles valt en staat met hoe je mentaliteit is. Ik weet dat hij er moeite mee had, hoe ik er voor leefde, maar dat zei hij niet steeds. ‘Je moet graag willen’. Dat was hij hoe hij er in het algemeen naar keek en zo is het ook.”
,,Ik weet nog dat hij later veel bij wedstrijden van de Zondag-1 ging kijken, met toen nog spelers als Jan ‘Barre’ Molenaar en Dick Kes.” Kras junior zou ook voor dat team gaan spelen. ,,Er is een periode geweest dat hij niet bij ‘de’ voetbal kwam, omdat er wat onenigheid was geweest. Later weer wel, om zijn kleinkinderen te zien.” De laatste tijd leed Wim Kras onder de ziekte van Parkinson. ,,In het verpleeghuis liet iemand op Youtube de wedstrijd Volewijckers-Volendam zien, van 1961. Mijn vader wist alle namen nog. Het lange termijn geheugen was nog goed.”
Uiteindelijk werd een val – met een gebroken heup tot gevolg – hem fataal. Het stadion van FC Volendam werd zaterdagmiddag voor de thuiswedstrijd tegen Vitesse eenmalig omgedoopt tot het Wim Kras Stadion. ,,Ons gezin was uitgenodigd door de FC, het was super geregeld en ik had kippenvel toen de twee supportersgroepen applaudisseerden. Het was een hele mooie afsluiting van een bedroefde week. Bij de samenvatting op tv van Volendam-Vitesse was zijn foto in het veld geprojecteerd, dat was ook heel bijzonder.”

Fotogalerij

Weissensee-avontuur buurvrouwen smaakt naar meer

Niet alleen op het ijs maakten ze indruk, met hun uniforme verschijning. Ook daarbuiten zorgden de Fanatics vorige week voor een legendarisch bezoek aan de Oostenrijkse Weissensee. Acht buurvrouwen uit Volendam – Geeske de Jong, Hind Voorn-Kabil El Hak, Ellen Schilder, Brigitta Plat-Zwarthoed, Eline Tol, Lisa Schokker, Linda Kes-Diepersloot en Bianca Klouwer – voltooiden de 100 kilometer van de Alternatieve Elfstedentocht. Ze hopen niet alleen andere vrouwen en moeders te inspireren, het avontuur smaakt bovendien naar meer. ,,Volgend jaar gaan we voor de 200 kilometer.”

Door: Eddy Veerman

Waar een bevroren watertje op de Broeckgouw toe kan leiden. ,,Twee jaar geleden lag er ijs op de sloot hier tussen de Breewijd en het Amsteldiep, was het mooi weer en hadden wat mannen een baantje uitgezet”, zegt Eline. ,,’s Avonds kwam het idee van één van de vrouwen: ‘We kunnen ook een tocht doen morgen… Zo verzamelden we de volgende morgen en haalde iedereen de oude ‘noren’ uit de tas, alleen Hind verscheen op kunstschaatsen. We hebben toen 25 kilometer volbracht.”

Het zaadje was geplant. Geeske: ,,Het was zo leuk, ‘we gaan op schaatsles’, klonk het daarna.” Eline: ,,We begonnen te trainen bij dorpsgenoot Edwin de Boer op de schaatsbaan van Hoorn. Na les één zei één van de meiden: ‘We kunnen ook de Weissensee doen’. Ik moest lachen. Maar Bianca belde meteen haar vader, een ervaren schaatser, om te vragen wat er nodig was.” Corona gooide echter al snel roet in het eten. Tijdens de afgelopen herfstperiode pakten de dames de draad weer op. ,,Na les één begonnen we weer over de Weissensee. Tijdens Halloween waren we samen en zei Linda ‘wij gaan dat wél doen’. De dag erna was alles geboekt.” Geeske: ,,Die tocht stond al op mijn bucketlist, maar ik vond nooit een paar gekken die mee wilden doen.” Die had ze inmiddels gevonden.

Saamhorigheid
Eline: ,,Aan ons enthousiasme lag het niet, zei Edwin steeds. En aan de voorbereiding – qua outfit – ook niet.” Voor de solidariteit en saamhorigheid was ook uniformiteit nodig. ,,Handschoenen scheenbeschermers, allemaal dezelfde pakken, allemaal nieuwe en dezelfde klapschaatsen, skeelers werden aangeschaft, een schaatsbril, een schaatstas met Fanatics en onze naam er op bedrukt…” Brigitta: ,,Elke dag maakte Ellen Schilder een vlog. Zij had contact met de ijsmeester ter plaatse. Dat was hilarisch.”

Het avontuur kwam steeds dichterbij. Eline: ,,Mijn man zei af en toe ‘denken jullie nou echt dat je dat gaat halen?’ Ik zag mezelf ook geen 100 kilometer schaatsen, was al blij als ik de 50 zou volbrengen. Het plan was om ondertussen een strak trainingsschema aan te houden en elke week rondjes te rijden op de baan, met tips van Edwin.” Brigitta: ,,We moesten onder meer de bovenbenen trainen, maar daar heb ik me niet bepaald aan gehouden.” Eline: ,,Mensen die de tocht al hadden gereden voorspelden ons ‘beren op het ijs’ En wij wilden natuurlijk niet afgaan.” Brigitta: ,,We hadden voorafgaand op Facebook van alles geplaatst, dus onderweg naar Schiphol zeiden we al tegen elkaar dat het een blamage zou zijn als we het niet zouden halen. We hadden ook de link van de livestream naar iedereen doorgestuurd, dus íedereen kon ons volgen.” Geeske: ,,Wát er ook zou gebeuren, we zouden elkaar over die finish trekken.”

Brigitta: ,,We werden in de weken voorafgaand goed opgevangen door de schaatsers van Hard Zat. Zij namen bovendien al onze spullen mee in de bus naar Oostenrijk. Terwijl wij met het vliegtuig gingen. Toen de bus klaar stond, kwamen wij aan met acht trolleys, acht koffers en acht rugtassen… Dus zij zaten wel wat krapper.”

Bij de voorbereiding hoorde ook het ‘droog staan’. Brigitta: ,,Dry January leek ik te halen…” Geeske: ,,Toen we aankwamen op zondag, hebben we eerst geschaatst, vervolgens vroegen de Kneusjes of we een borrel wilden. Dat werden er twee en het werd uiteindelijk erg gezellig.” De volgende dag togen sommigen het ijswater in, om te herstellen. ,,In het hotel hebben de mensen ons die zondagavond gezien én gehoord. In de grote tent wisten ze ook wie wij waren. Al die mensen dachten ‘die gaan het niet halen’.”

Brigitta: ,,’s Morgens vroeg voor de start had ik een brok in mijn keel bij het ontbijt. Dan is er toch spanning opgebouwd en je hebt nauwelijks – door de gezelligheid maar ook de zenuwen – een oog dicht gedaan in de nachten ervoor. Het was -15 graden. Dan vraag je je af of het echt gaat lukken.” Eline: ,,Toen we begonnen kwamen we na de eerste ronde Thames Kroon (aris) tegen en die gaf ons een tip. ‘Jullie gaan eigenlijk te hard van start’. Elk rondje had-ie weer een tip..”

Ontlading
De dames gingen echter elke ronde wat sneller. Genoten, zagen ook af, werden geholpen (na valpartijen) en hielpen zelf waar het kon. Geeske, die net als Linda nog rondes extra reed en tot 140 kilometer kwam: ,,Wij reden die laatste rondes mee met Jaap van Santen. Hij zat er helemaal doorheen. Hij was ook emotioneel toen hij over de finish kwam.” Eline: ,,Dat waren we zelf ook. Ik belde na afloop met mijn man en huilde aan de telefoon.” Brigitta: ,,Dan is er toch de ontlading. Je deelt iets met elkaar daar. Voor Paula Tol van Hard Zat was het haar laatste Weissensee-avontuur. En daarna was het wachten op bijvoorbeeld Ronald Tol, in de hoop dat hij op tijd binnenkwam. Toen dat gebeurde moesten we ook huilen, zo blij waren we dat hij het had gehaald.” Geeske: ,,Je bent er voor elkaar. Geert-Jan Koning, Jannig Kroon, partners van schaatsers die de rijders verzorgden, of het nou ging om een plakkie dikke koek of een aspirientje. Zó’n bijzondere sfeer.”

,,En er komt zeker een vervolg”, want alles smaakt naar meer. ,,Het hotel is voor volgend jaar al geboekt. En dan willen we voor de 200 kilometer gaan. Het lijkt ons ook hele mooie ervaring om in het donker te beginnen, met een lampje op je hoofd.” Eline: ,,We gingen er blanco in en zijn als dikke vriendinnen teruggekomen. Ik wist niet dat het zo’n happening was. Zoveel mensen hebben thuis meegeleefd, kinderen, collega’s, vrienden.”

Brigitta: ,,Misschien kunnen we ooit de echte Elfstedentocht rijden. We gaan sowieso volgend jaar de 200 op de Weissensee doen en dat gaan we halen ook. Woensdag (vandaag, red.) gaan de voorbereidingen beginnen. We hebben allerlei plannen, naar het klooster, mediteren, bergbeklimmen, we laten niets aan het toeval over om die finish volgend jaar te halen.”

Fotogalerij

FC Volendam bevindt zich buiten het veld in impasse

Op het veld heeft FC Volendam in de eredivisie de weg omhoog gevonden, maar daarbuiten heerst chaos. Onenigheid over de te volgen koers – vooral met wie – zorgt voor een patstelling. De Raad van Commissarissen wees afgelopen week het verzoek af om Keje Molenaar toe te laten treden tot het bestuur. De gemoederen lopen intussen hoog op en discussies gaan al lang niet meer over de inhoud, omdat niet iedereen die tot in detail kent. De interventie van tv-voetbaldeskundigen en mensen op social media heeft inmiddels gezorgd dat schade wordt aangericht bij betrokkenen en hun gezinnen.

Door: Eddy Veerman

Succes heeft vele vaders en vrienden, maar die saamhorigheid blijkt een beperkte houdbaarheidsdatum te hebben als de prestaties minder zijn. Nog geen half jaar nadat een deel van de bevolking de ‘promotiebotter’ met kippenvel binnenhaalde en betrokkenen met tranen in de ogen dat legendarische onthaal in de haven beleefden, is er sprake van verdeeldheid. En hebben zich vanuit allerlei geledingen zoveel mensen tegen verschillende dossiers aan bemoeid, dat de club FC Volendam niet voor het eerst in de geschiedenis speelbal is geworden van een machtsspel. Door verspreiding van desinformatie – zowel binnen als buiten de club – wordt al dan niet bewust aan het beïnvloeden van de beeldvorming gedaan. De situatie tussen de bestuurlijke organen bevindt zich in een impasse. En die zal spoedig moeten worden doorbroken, gezien de impact die het nu al – nu nog buiten de lijnen – heeft.

Fotogalerij

Superperiode meegemaakt'

Debbie Bont stopt na dertien jaar en 216 keer Oranje

Ze was in 2019 lid van de gouden ploeg op het Wereldkampioenschap en speelde dertien jaar in Oranje, maar het recente EK was voor handbalster Debbie Bont het laatste evenement. Vorige week maakte de Volendamse rechterhoekspeelster, die dit seizoen nog wel voor het Franse Metz uitkomt, bekend te stoppen als international.

Door: Eddy Veerman

,,Er spelen enkele factoren mee bij zo’n beslissing. Het Nederlands team is begonnen met een project richting de Olympische Spelen van volgend jaar zomer en het WK in eigen land in 2025. Als straks de eerste oefenwedstrijden zijn, moet je zeker weten dat je door wilt gaan tot die tijd, om tot dat team te willen behoren. Dan komen er allerlei vragen. Zie ik mezelf nog in het team, wil mijn lichaam dat nog zo’n tijd? Ik was niet supertevreden over het laatste toernooi in december. Je moet er voor de voel honderd procent achter staan, telkens nog dat wauw-gevoel hebben als je wordt geselecteerd. Maar dat werd minder en ik vond het niet fair om dan straks toch aan te sluiten bij Oranje. Dan kan ik beter de ruimte geven aan anderen.”

,,Eigenlijk was het gevoel heel natuurlijk, ik heb er daarom niet zo lang over gedaan. Tuurlijk zal het gek zijn als straks in maart de meiden oefenwedstrijden spelen en ik dan bij de club in Frankrijk zit. Maar ik denk niet dat ik spijt ga krijgen.” Bont maakte al het EK van 2010 in Noorwegen mee en won later brons (WK) en zilveren (EK) medailles met Oranje, veroverde goud op het WK van 2019 en deed mee tijdens de Olympische Spelen in Tokio. ,,Ik heb een superperiode meegemaakt. Moest laatst nog denken aan hoe we begonnen zijn: een groep meiden die als vriendinnen op een veld stonden en interlands voor vijftig mensen – voor vrienden en familie – speelden. Tot uitverkochte hallen met 4500 toeschouwers. Het was een mooie ontwikkeling van het handbal in Nederland.”

‘Een groep meiden die voor familie en vrienden speelden, tot uitverkochte hallen met 4500 toeschouwers’

,,We merkten de laatste jaren met Oranje hoe moeilijk het is om weer aan de top te komen, werden zesde of negende op grote evenementen. Het is erg hard werken en dat moet je lichaam – met weinig tijd voor herstel – ook kunnen. Het is goed zo. En prettig dat ik het zo kan afsluiten, niet door een blessure en niet omdat ik niet gekozen word, ik kan het zelf bepalen.”

Doel is om haar periode bij het Franse Metz mooi af te sluiten. Afgelopen weekeind werd in de Champions League thuis gewonnen van het Roemeense Rapid Bucuresti (36-34), waarbij Bont vier keer scoorde. Komend weekeinde gaat de reis naar het Noorse Storhamar. Door de koppositie in de poule slaat Metz de play-offs in maart over en wacht in april de kwartfinale. ,,In de competitie staan we ook aan kop. Het kan nog een mooi jaar worden.”

Fotogalerij

‘Rowan is een voorbeeld voor anderen’

Noah en Faye Suurmond zetten zich in de geest van hun overleden broer in voor kankeronderzoek

Op één van zijn reisfoto’s neemt hij het adembenemende landschap in zich op, de wereld aan zijn voeten. In zijn reislust trok Rowan Suurmond er afgelopen voorjaar ook met een maatje op uit, naar India en Nepal. Zich begevend tussen de locals en andere culturen. Na enkele weken voelde hij zich niet oké. En dat bleef. Hij brak zijn trip voortijdig af. Nauwelijks geland, kreeg de 22-jarige Edammer meteen een dramatische diagnose te horen. Een melanoom werd ontdekt, een agressieve vorm van kanker. Slechts enkele weken later overleed de voormalige voetballer van EVC. ,,De ideale zoon”, zeggen zijn zussen Noah en Faye. Komende zaterdag, 4 februari, is de dag dat jaarlijks wereldwijd wordt stilgestaan bij de impact van kanker, een ziekte waar 1 op de 3 Nederlanders op een zeker moment mee te maken krijgt. Noah en Faye gaan, samen met enkele betrokkenen, vanuit hun ervaring op 23 maart meedoen aan Spin for Life, Fight Cancer. Ze gaan ‘Fietsen voor Rowan’ en daarmee voor onderzoek naar kanker, gericht op jongvolwassenen.

Door: Eddy Veerman

De eerste kerst en jaarwisseling zonder Rowan zijn net gepasseerd. Als de zussen vertellen over hun broer, doen ze dat regelmatig in de tegenwoordige tijd. Alsof hij nog fysiek in hun midden is. Terwijl zij zelf met een aangrijpende gebeurtenis wordt geconfronteerd, heeft Noah (21) wekelijks een luisterend oor voor oudere mensen en hun verhalen. ,,Ik studeer Internationaal Toeristisch Management en heb al vijf jaar een bijbaantje bij de Zorgcirkel. De ouderenzorg past goed bij me. Het schoonmaken als huishoudelijke hulp is niet het leukste, maar een praatje maken wel. Dan drink ik een koppie met de mensen waar ik kom. Ze vinden het leuk om over vroeger te vertellen, over hun families en ik ben geïnteresseerd. Soms ben ik voor hen – één keer per week – het enige bezoek dat zij nog krijgen. Daar schrok ik wel van. Dat heeft mij bewuster gemaakt, ik ben daardoor vaker naar oma gegaan. De mensen waar ik kom, voelen zich soms bezwaard om hun eigen kinderen iets te vragen, bang dat ze helemaal niet meer komen. Als hulp bouw je een band op met deze mensen, het is bijzonder om iets te kunnen betekenen, ook al is het maar als schoonmaakster.”

Taxichauffeur
Zus Faye (18) zit nog op de middelbare school, het Hyperion in Amsterdam-Noord. ,,Daar zat Rowan ook, voordat hij naar de Universiteit ging.” Ze spreken vervolgens lovende woorden over hun broer. Noah: ,,Rowan had van beide kanten de goede eigenschappen gekregen, zegt mijn moeder altijd. Was heel rustig, hield niet van aandacht of in het middelpunt van de belangstelling staan. Toen hij ziek werd, wilde hij ook niet dat we het tegen anderen vertelden, hij zat niet op medelijden te wachten. Hij was intelligent. Een jongen die uit zichzelf de vaatwasser leegde, ging stofzuigen, de perfecte zoon. Hij speelde ook als taxichauffeur voor zijn twee jongeren zussen. Zonder te zeuren, het maakte niet uit welke tijd. Een voorbeeld voor anderen.”

Faye: ,,Hij was net afgestudeerd en wilde meteen zijn Master Duurzaamheid gaan doen, hij had zich ingeschreven in Kopenhagen. Dat werd afgewezen, waarop hij de tijd vulde met een stage bij Basic Fit, om qua verduurzaming met al hun locaties in Europa bezig te gaan.” Noah: ,,Rowan hield zich bezig met de wereld netjes houden voor de volgende generaties. Alles was doordacht. Hij drong ons niks op zei, maar zei wel waarom hij de dingen deed zoals hij ze deed.” Faye: ,,Sterk beargumenterend, hij wist waarover hij sprak.”
,,Hij was vanuit zijn werk gevraagd om op een festivalterrein in Australië te gaan werken, maar dat ging niet vanwege corona. Hij zat in die coronatijd veel op zijn kamer, veel vrienden zaten in een andere levensfase.”

‘Ik zat vol ongeloof. Je verwacht niet dat zoiets bij jouw gezin gebeurt’

Noah: ,,Daarop besloot hij te gaan reizen met een vriend, waarmee hij nog samen een bijbaantje had in De Pieterman. Nepal en India waren wel open, dus dat werd de bestemming. Rowan wilde nieuwe mensen leren kennen en wat van de wereld zien. Ze begonnen met vrijwilligerswerk in Nepal, stond-ie tot z’n knieën in de rijstvelden.” Faye: ,,Daarna gingen ze naar India, maar na negen weken hield het op.” Noah: ,,Tot dusver kregen wij af en toe een fotootje, maar hij vond het lekker rustig, prettig om van het moment te genieten en niet op zijn telefoon te gaan. Vaak waren het kort en bondige antwoorden op onze vraag van hoe het was.” Faye: ,,Hij was sowieso niet zo’n prater, maar had het naar zijn zin.”
Noah: ,,Op een gegeven moment kregen we te horen dat hij vroegtijdig naar huis kwam en zich niet goed voelde. Rowan was geen klager, dus dan moest er echt wel iets aan de hand zijn. Blijkbaar had hij daar al last van donkere urine en het gevoel dat het niet goed was. Toen hij vaker pijn kreeg en aangaf wellicht naar huis te komen, heeft mijn moeder meteen een ticket geboekt.” Faye: ,,Toen we hem hier terugzagen, zag hij er al geel uit. En mager. We dachten aan één van de hepatitis-varianten.”

De volgende dag ging Rowan naar de huisarts. Noah: ,,Hij moest meteen naar het Antoni van Leeuwenhoek-ziekenhuis. Er werd een melanoom ontdekt. Dezelfde dag kwam de dokter bij ons thuis vertellen dat Rowan ernstig ziek was. Toen ging het heel snel.” Faye: ,,Hij wist meteen waar hij aan toe was, er werd geen valse hoop gegeven. Hij heeft nog immuuntherapie gekregen.” Noah: ,,Toen hij het hoorde, is hij een rondje gaan lopen om tot zichzelf te komen. Hij wilde er vervolgens totaal niet over praten.” Faye: ,,’We zien wel hoe het loopt’, zei hij. Hij stond er nuchter in, uitte geen emotie. Ik zat vol ongeloof. Je verwacht niet dat zoiets bij jouw gezin gebeurt. Ik was nooit eerder zo dichtbij geconfronteerd met de levensbedreigende ziekte kanker.”

,,Hij droeg het voornamelijk in zijn eentje”, vervolgt Noah. Faye: ,,Als hij niet kon slapen en lag te woelen, liet hij nog wel een woordje gaan richting mijn moeder.” Noah: ,,Hij liet ons niet in zijn bubbel.” Faye: ,,Dat vond ik moeilijk.” Noah: ,,Hij had zoveel pijn, kon amper lopen, je zag dat hij aan het lijden was.” Faye: ,,Hij was zichzelf aan het vergiftigen, werd warrig en dat wist hij ook.” Noah: ,,Onze oma was aan het dementeren en als Rowan merkte dat hij iets vergat, dan zei hij ‘môge, ik word dement’. Hij behield sterk zijn karakter, voelde dat hij steeds meer achteruit ging.”

Faye: ,,Jij hebt nog wel sapjes ge voor hem gemaakt.” Noah: ,,Ik zocht uit welke voedingsstoffen nog een goede uitwerking zouden hebben op zijn lever, kocht een juicer. Maar hij kon het niet hebben. ‘Sorry, ik hoef geen sapje meer’, zei hij. Ik deed wat ik kon, dat waardeerde hij. Hij zag dat wij het moeilijk hadden, maar wilde ons niet nog meer verdriet aandoen. Hij heeft geen traan gelaten bij ons, waarschijnlijk wel voor zichzelf. Ik heb er zelf heel veel om gehuild, maar ook op mijn eigen kamer, zonder dat hij het zag. Als ik hem dan een keer over zijn bol aaide, met betraande ogen, dat raakte hem wel. Toen hij te horen kreeg dat de immuuntherapie niet aansloeg, hebben we samen films gekeken. Er werd nauwelijks iets gezegd, maar we waren bij elkaar.”

Zenuwachtig

,,Al met al duurde het vier weken tussen de diagnose en zijn dood. Dat had hij zelf ook niet bedacht. Rowan dacht ‘dit rock ik wel even’. De dag dat hij overleed, was de dag dat hij zijn tweede immuuntherapie zou krijgen. Hij leefde daar echt naar toe. Om drie uur ’s nachts wilde hij al gaan douchen, terwijl hij om zeven uur in het ziekenhuis moest zijn. Zo zenuwachtig was hij. Hij ging die morgen – weliswaar moeilijk – lopend het ziekenhuis in, dacht echt: ‘hier gaan we voor, dit is mijn laatste kans. Als die therapie aanslaat, heb ik nog wat tijd’. Maar toen hij in het ziekenhuis kwam, merkten de medici meteen dat het niet goed was.”
,,Er stonden op een gegeven moment verschillende doktoren om zijn bed, te vertellen wat er allemaal mis was. Met zijn laatste krachten klonk het ‘concreet…?’ uit zijn mond. Hij is tot het laatste moment zichzelf geweest, had geen zelfmedelijden. Wilde niet getroost worden of zielig gevonden worden.” Faye: ,,Wij moesten die dag eigenlijk naar school, wisten ook niet dat dit stond te gebeuren.” Noah: ,,Maar ik vroeg Faye of ze mee wilde gaan, we wilden Rowan steunen waar we konden bij de immuuntherapie die hij zou krijgen.” Faye: ,,Achteraf gezien ben ik je daar heel dankbaar voor. Want nu konden we meteen bij hem zijn. Het ging heel snel en het was eigenlijk al te laat om een normaal gesprek te voeren.” Rowan gaf de medici aan naar huis te willen, om daar zijn laatste dagen door te kunnen brengen. Faye en Noah keerden terug naar Edam, om alles klaar te maken en in de woonkamer een anti-doorligbed te plaatsen. Noah: ,,Dan konden we met z’n allen om hem heen zijn. Maar hij is nooit thuis gekomen… Het lag allemaal klaar, maar het was niet meer nodig…”

‘Ik ben heel bang dat hoe verder de tijd gaat, des te vager het allemaal wordt’

,,En toen het zo ver was, hadden we geen flauw idee wat voor muziek hij wilde, of hoe het er uit moest komen te zien. We hebben niet alles kunnen uitspreken, daar is niet echt de tijd voor geweest. Hij is er zelf ook niet vanuit gegaan dat hij zo snel zou komen te overlijden. Daarom had hij zelf ook niks voorbereid of opgeschreven.”
,,Ik ben dankbaar dat wij elkaar hebben. Voor ouders is het verwerkingsproces toch anders, zij hebben hun zoon verloren, wij onze broer. In het begin zaten we heel veel momenten bij elkaar. Inmiddels pakken wij ons leven op, af en toe laat je een traantje bij elkaar. Vooral ’s avonds als je alleen in je bed ligt, is er geen afleiding en ga je vaak terug naar de leuke momenten, maar ook naar zijn sterfdag. Ik kan me nu iets beter inleven in hoe het voor hem moet zijn geweest. Ik vond het verschrikkelijk voor hem. Niet zo erg voor mezelf. Maar hij is er nu niet meer. Je gunt het niemand, maar vooral hem niet.”

Faye: ,,Ik had al snel examens en stopte het weg. Ging daarna op vakantie. Nu merk ik dat het vaak terugkomt en realiseer ik het pas echt. Hij was destijds al negen weken op vakantie. Nu besef je dat hij echt niet meer terugkomt.” Noah: ,,En nu kan ik nog zo voor me halen hoe hij eruit ziet, hoe hij klinkt, zijn karakter, hoe hij bepaalde dingen zou zeggen. Ik ben heel bang dat hoe verder de tijd gaat, des te vager dat allemaal wordt, ook de herinneringen.”
Faye: ,,We hebben foto’s en filmpjes om naar te kijken.” Noah: ,,Wij worden straks ouder, maar hij blijft op die filmpjes dezelfde. Je gunt hem bijvoorbeeld het vaderschap of dat hij oom kan zijn van onze kinderen. Je weet dat hij dat nooit mee gaat maken. We zijn deze kerst- en oud & nieuw-periode samen met onze ouders met vakantie geweest, dan ben je in een andere omgeving, kom je andere mensen tegen. Hier word je steeds met je neus op de feiten gedrukt.” Faye: ,,We houden allemaal van reizen. Dat was altijd met z’n vijven, nu waren we met z’n vieren. Dat was heel vreemd.” Noah: ,,We willen vaker samen tijdens die periode weg gaan. Want Kerst was ‘zijn’ ding. Dan ging Rowan voor ons koken. Zaten we met z’n allen thuis op de bank, af en toe een cadeautje uitpakken, stond hij in de keuken. Kerstmis gaat niet meer worden zoals het was.” Anderhalve week terug was zijn eerste verjaardag terwijl hij niet meer hier is. Noah: ,,Het was voorafgaand een beetje zoeken. Er is geen handboek, dat zegt ‘dit is goed, dit is fout’. Zijn vrienden zijn naar ons huis gekomen en daar hebben we er samen bij stil gestaan.”

Enkele vrienden zullen volgende maand net als de zussen op een spinningbike klimmen, met Rowan in hun gedachten. Noah: ,,Meteen na zijn overlijden zijn we bezig gegaan met het inzamelen van geld.” Faye: ,,We kwamen bij het KWF uit, iedereen mocht bij de begrafenis iets doneren, als hij of zij dat wilde.” Noah: ,,Daarna hebben we nog iets gedaan voor het Antoni van Leeuwenhoek-ziekenhuis – Rowan’s vriendin Romee heeft een fundraising gedaan en toen €11.000 opgehaald – en onlangs kwamen we via Romee uit bij Spin for Life, Fight Cancer. Dit voelt heel fijn, omdat je zelf iets gaat doen en het is gericht op onderzoek naar kanker, gericht op jong volwassenen. Voor ouderen zijn er veel vormen van onderzoek, voor jongeren nauwelijks iets.” Faye: ,,We fietsen een uur en zoeken zelf als deelnemer sponsoren. Het streefbedrag is 300 euro per persoon en hoe meer hoe beter.” Noah: ,,Rowan zette zichzelf in ook voor de wetenschap. Gaf bijvoorbeeld bij elk onderzoek twee extra buisjes bloed af, voor onderzoek.”

‘Je mist het niet, totdat je het niet meer hebt’

De zorgzame helper. Er wordt veel aan hem gedacht. Faye: ,,Als je in de avond aan hem ligt te denken, zijn er zo vaak dingen die je hem had willen vertellen, dat had ik vandaag nog met iets. Dan heb je zo’n realisatiemoment. Ik bewandel nu op school hetzelfde pad als hij deed. Hij hielp me heel vaak. Bijvoorbeeld met wiskunde. Ik deed er niet zoveel aan, was onzeker. Dan zei Rowan ‘met deze instelling ga je het niet redden’. Ondertussen ondersteunde hij mij.” Noah: ,,Er komen vaak ineens herinneringen voorbij, En als je langs zijn kamer loopt en je verwacht dat hij dan achter zijn bureau zit, dan kijk je even twee keer. Het is ook iets wat je heel graag wilt. Zo komt hij elke dag wel een paar keer voorbij.”
Faye: ,,Ik ben heel dankbaar voor de momenten die we met elkaar hadden. Heel dankbaar dat we echt goed met elkaar konden opschieten. Daarvoor hoefden we elkaar niet eens elke dag te zien. We eten eigenlijk altijd wel met z’n vijven”, zegt ze toch weer alsof het nog ís. Faye glimlacht. ,,Dan werd de dag altijd even besproken. We hadden wel onze dingetjes als broer en zussen, maar nooit heftige ruzies. En als er iets was, werd het uitgepraat. We hadden een hele goede band.” Noah: ,,Ik merk ook om me heen dat het iets gedaan heeft met de broer-zus-relaties van anderen.” Faye: ,,Je mist het niet, totdat je het niet meer hebt.” Noah: ,,Zoiets doet je realiseren dat je blij moet zijn dat je je broer of zus nog hebt. De oudere mensen die ik spreek voor mijn werk, die door iets wat is gebeurd in de relationele sfeer hun broer of zus niet meer zien en spreken, dat kan ik me niet voorstellen. Dat ik mijn ouders en zus nooit meer zie. Als je eenmaal weet hoe definitief het kan zijn, voelt dat nog sterker. En ik vind het oprecht leuk om tijd met mijn ouders en zus te spenderen. Ik ben er, nu en als ze me nodig hebben.”

Wil je Team Rowan helpen:
fightcancer.nl/fundraisers/fietsenvoorrowan

‘Er komen allerlei documenten boven water’

60-jarige IJsvereniging Edam in bloei, graaft in haar verleden

‘Koud? Koud was het in ’63.’ De oudere generaties onder ons refereren vaak aan die strenge winter uit de vorige eeuw, als jongere generaties mopperen bij lage temperaturen. Juist in die winter, vlak nadat de meest legendarische Elfstedentocht werd gereden, zag IJsvereniging Edam het levenslicht. Wederom, want in 1883 werden de koppen voor het eerst bij elkaar gestoken. Er bestaan nog relikwieën van die langgerekte historie. ,,Ik had niet verwacht dat er nog zoveel bewaard is gebleven van vroeger”, zegt het onlangs afgetreden bestuurslid Wim Oudhuis rondom de viering van het zestigjarig bestaan.

Door: Eddy Veerman

,,We hebben ook op de tamtam geslagen, omdat we graag wilden terugblikken op die 60 jaar”, zegt voorzitter Kees Zwarthoed. ,,Er komen allerlei documenten boven water. Zo zijn er bijvoorbeeld oude handgeschreven notulen en kaarten gevonden. Het is ook één van de oudste schaatsverenigingen van Nederland”, zegt Jacques Snoek, jarenlang secretaris binnen het bestuur. Van een vereniging die ook prat kan gaan op het schaatstalent die het voortbracht. ,,Zoals Coen de Koning, die twee keer Elfstedentochtwinnaar werd.” Naar hem is ook een straat vernoemd in de stad. ,,Nu hebben we Merel Conijn en Johan de Wit.” Conijn behoort momenteel tot de wereldtop en De Wit was tot voor kort bondscoach van Japan. Ook Jorn Gorter, die nota bene aan de Balkenhaven woonde, was enkele jaren een gevestigde naam in het nationale marathonschaatsen.

Wakker
Onlangs kon Nederland kort genieten van ijspret en lag er ook een laagje op de Balkenhaven. Kees: ,,Dat is onze officiële ijsbaan, maar voordat je leden er op kunt laten schaatsen, moet het ijs tien centimeter dik zijn. Het kan zijn dat half Nederland dan al op de slootjes schaatst, maar wij dragen als vereniging verantwoordelijkheid.” Wim: ,,We hebben aangegeven dat het beter was om er niet op te gaan. Want er werd wel op geschaatst, maar dan rijd je alles aan gort. Plus dat het gevaarlijk is, het is daar diep. Dus als er iets gebeurt… lig je daar wakker van. Dus je waarschuwt de mensen.”

De laatste keer dat er kort genoten kon worden door jong en oud was twee jaar geleden. Bestuurslid Anneke Molenaar: ,,Misschien was het maar anderhalve dag, maar het was in coronatijd, dus het feit dat we naar buiten konden maakte iedereen vrolijk. In 2018 hadden we langer goed ijs en hebben we in die week nog jeugdwedstrijden georganiseerd.” Wim knikt: ,,Ik dacht: er komt alleen veel jeugd op het ijs, maar de ouders bonden ook de schaatsen onder en toen ontstond er wat water op het ijs. Toen kneep ik ‘m wel even. We waren toen ook wat onderbezet. En vanwege het mooie weer had ik mijn jas met daarop het logo van de IJsvereniging niet aan, dan ben je niet herkenbaar. Ik zei dat het beter was om op wat meer afstand te gaan kijken, maar het gaf niet.”
Anneke: ,,Om op de Balkenhaven te kunnen schaatsen, moet je dus geduld hebben en daarom blijft onze wens van een landsijsbaan – bij het weiland waar nu de auto’s geparkeerd staan – van kracht.” Die wens koestert de vereniging al heel lang. Kees: ,,We zijn weer in gesprek met de gemeente.” Jacques: ,,Het zou een gemiste kans zijn als dat niet eens gerealiseerd wordt.” Kees: ,,In andere kernen, zoals Oosthuizen, Warder en Middelie, is er wel sprake van een onder water gelopen stuk landje. Dat gaat stukken sneller, want voordat de Balkenhaven dicht ligt… Uiteindelijk gaat het om de periode van 1 december tot 28 februari.”

‘Kinderen van toen zijn de schaats-leiders van nu’

In de beleving lag er verder terug in de vorige eeuw altijd ijs, ook al was dat niet zo. Tegenwoordig lijkt het door de opwarming van de aarde minder te worden. ,,Je houdt elk jaar hoop, we zijn tenslotte schaatsliefhebbers”, zegt Kees. ,,Het is jammer dat we nauwelijks schaatswinters hebben, want het nieuwe bestuur heeft daardoor nog weinig ervaring op kunnen doen. Dan vooral met het jeugdschaatsen op het kunstijs. Daar drijft de vereniging ook op”, doelt ze op de hordes kinderen – en ouders – die al jaren naar de baan – sinds enige tijd De Westfries in Hoorn – gaan voor lessen. Kees: ,,Dat doen we al 41 jaar. Er was een dip in de aanwas, maar inmiddels is er weer sprake van een stijging. We doen ook veel qua communicatie. Louis Meerman is daar ooit mee begonnen, hij begon met brieven uitdelen op de scholen. Later kwam het internet, dan hoeven kinderen of ouders alleen nog maar op de knop te drukken. De goede opkomst heeft voor een groot deel te maken met het enthousiasme van de leiders. Al tien jaar hebben we het rondje schaatsen voor het goede doel, met als thema ‘kinderen helpen kinderen’. We zien de opbrengst groeien, dat is prachtig.”

,,En het is nu zo dat de kinderen van toen de leiders van nu zijn”, vervolgt Anneke. ,,Zij hebben zelf geschaatst en vinden het normaal dat zij les gaan geven en gunnen hun kinderen ook dat plezier van de schaatsles.” Kees: ,,Qua kern is Edam lang niet de grootste, maar als je kijkt naar de groepen op de baan in Hoorn, dan zijn we na Volendam de grootste. Daar zijn we wel trots op.

‘Gelukkig zijn we nog steeds groeiende en blijven mensen betrokken’

We zijn tegen de verhouding in gegroeid.” Anneke: ,, We krijgen de complimenten dat het schaatsen op een prettige manier wordt aangeleerd en de kinderen goed leren schaatsen.” Kees: ,,Plezier staat voorop. Daardoor zie je dat ze na een jaar weer terugkomen en als ze vijf, zes jaar meegaan, kunnen ze technisch gezien alles.” Jacques: ,,Daar komen nieuwe kampioenen uit, dus over een paar jaar zul je zien… Zoals Merel Conijn.” Kees lacht: ,,Dat zij zo goed gaat, heeft ze niet aan ons te danken, maar het is mooi om te weten dat ze lid is geweest en aan het jeugdschaatsen heeft meegedaan.”

Betrokken
De vereniging telt 900 leden en donateurs. Anneke: ,,Gelukkig zijn we nog steeds groeiende en blijven mensen betrokken.” Het bestuur van de vereniging is behoorlijk vernieuwd en dient immer een beroep te doen op vrijwilligers. Wim: ,,De vrijwilligers die er waren, zijn nu 80 jaar. Zij stonden onder meer in de koek en zopie-tent, maar tegenwoordig staan de bestuurders in die caravan. Maar als het echt een lange ijsperiode is, is het niet meer te behappen voor het bestuur. Je maakt dan hele lange dagen.” Kees: ,,Het is ook de taak van het nieuwe bestuur om weer een lijst met mensen te krijgen. Vroeger hadden bouwvakkers ook vorstverlet en waren dan beschikbaar, stopten mensen eerder met werken en werkten normaal gesproken niet allebei de ouders.”
Als de vriestemperaturen zich ook maar even aankondigen… dan gaat het kriebelen bij de bestuursleden. Kees: ,,Dan moet je half Edam van je afhouden, want mensen snappen soms niet dat de baan nog niet open is. Onze ijsmeester Ruud woont aan de Balkenhaven, hij gaat dan boren en meten. Het zijn de mensen met ervaring, die hebben een ijsmetercursus gedaan en daar moeten we op vertrouwen. Hopelijk kan hij snel weer eens boren en meten.”

Diverse jeugdschaatsleiders, die zich jaren hebben ingezet voor het jeugdschaatsen, werden zondag tijdens de receptie onderscheiden met een mooie award. Het betreffen: Martijn Sandstra (10 jaar), Rick Zwarthoed (10 jaar), Anneke Hoens (11 jaar), Jack Breed (16 jaar), Kees Zwarthoed (22 jaar), John Conijn (23 jaar), Ton Steur (27 jaar), Thames Zwarthoed (35 jaar) en Wim Oudhuis (39 jaar).

Fotogalerij

Gerrie Eijlers als keeperstrainer van Oranje op het eerste WK sinds 1961

Bevlogen man met een doel

Vrijdag om 18.00 uur doet zich een historische mijlpaal voor, als de Nederlandse handbalmannen in het Poolse Krakau het Wereldkampioenschap beginnen met een poulewedstrijd tegen Argentinië. Het is de eerste keer sinds 1961 dat Oranje aan het WK deelneemt en Volendammer Gerrie Eijlers mag stellen dat hij een aanzienlijke bijdrage heeft geleverd aan die geschiedschrijving. Als keeper en als huidige keeperstrainer van het Nederlands team. En daar wil Eijlers (42) het niet bij laten. Hij is bevlogen als het gaat om het vak van keeper zijn. Plant graag zaadjes voor de Nederlandse keeperstoekomst en helpt hen die graag geholpen willen worden met zijn parate kennis. ,,Waar we naar toe moeten, is dat keepers op hun vijftiende op een hoger niveau instappen”, zegt de man die tevens keeperstrainer van HV KRAS/Volendam is.

Handballiefhebbers herinneren zich ongetwijfeld dat beeld van de slotfase tijdens de EK-wedstrijd Nederland-Frankrijk, precies een jaar geleden. Gerrie Eijlers belandde – als keeperstrainer – noodgedwongen op het wedstrijdformulier, omdat Oranje door corona werd geplaagd. En met nog een paar minuten te spelen stond Eijlers op. 41 jaar en ongetraind. Topland Frankrijk had al een onoverbrugbaar gaatje geslagen en Eijlers besloot zichzelf in te wisselen. Een onverwachtse rentree waarbij de ervaren rot in de laatste vijf minuten zorgde voor drie stops. Zijn ‘ploeggenoten’ deelden in de ontlading en eigenlijk ook de hilariteit. Zoals ze bij de opkomst in de arena al een lach op het gezicht hadden toen Eijlers door de speakers het veld op werd begeleid. Ze weten hoe bezeten Eijlers van het spelletje – en het willen winnen – is. ,,De eerste bal stopte ik, daarna kwam er een ‘afroller’, die er alsnog in ging, dan baal ik, dan is het even precies hetzelfde als hoe ik vroeger dacht.”
De ingeruilde eerste keeper van Oranje, Bart Ravensbergen, sprak naderhand met respect over de ‘klasbak’ en ‘liefhebber’ die Eijlers is. De Volendammer keepte veertien seizoenen achtereen in de Duitse Bundesliga, uitkomend voor diverse clubs zoals Magdeburg. Vervolgens sloot hij als keeperstrainer aan bij de HandbalAcademie op Papendal en datzelfde doet hij sinds enkele jaren bij Volendam. ,,Hoe vanzelfsprekend het was dat ik daarna iets ging doen voor keepers? Voor mij erg vanzelfsprekend. Ik vind het leuk om met mensen om te gaan, een praatje te maken, maar ook om jongeren te helpen. Ik heb alles gezien en meegemaakt en kan die ervaring meegeven. We hebben weinig keeperstrainers in ons land, terwijl ik dat bij elke club heb gedaan. Vervolgens word je her en der gevraagd. Dan ben je constant met jonge jongens en soms ook meiden bezig. Je leert ze niet alleen keepen, maar ook met vertrouwen in het leven te staan. Je leven wordt immers anders, als je een goede sporter bent.”

‘Ik heb alles goed gedocumenteerd, via het HandbalVerbond maken we dat openbaar voor clubs en (keepers)trainers’

In zijn jeugdtijd wist Eijlers al vroeg wat hij wilde. De Nieuwjaarsbrand van 1 januari 2001 leek een wrede streep te zetten door zijn grote handbaldroom. Maar Eijlers pakte de draad na een ziekenhuisopname weer op, samen met zijn vrienden, die ook ploeggenoten waren en in de eredivisie speelde. In het jaar voor de eerste landstitel van Volendam was de talentvolle doelman verkast naar het Duitse Solingen, waar hij zijn eerste avontuur beproefde. ,,Ik had van mijn 17e tot 23e jaar Ruud van den Broeck aanvankelijk als keeper voor me en daarna als keeperstrainer. Die man wist zoveel, noteerde alles, was streng en dat had ik toen nodig. Dat was het beste dat me kon overkomen. Daarna had ik bij zowel Solingen als Tusem Essen geen keeperstrainer en bij SC Magdeburg begon ik zelf met de co-trainer aparte trainingen te maken voor de keepers. Je kunt wel wat gaan doen, maar je moet weten waar wie aan moet werken.”
,,Toen ik zeven jaar geleden uit Duitsland vertrok en terugkeerde naar Volendam, hadden de vier beste clubs van de Bundesliga een keeperstrainer. Inmiddels is daar een licentie aan gehangen in Duitsland, je kunt er je keeperstrainersdiploma halen en bij de Duitse bond is er ook speciaal iemand voor aangesteld. Omdat we dat niet hebben in Nederland, heb ik alles wat ik in die jaren heb verzameld goed gedocumenteerd. Oefeningen, beschrijvingen, video’s, met álle facetten voor keepers. Daar is veel werk in gaan zitten. Via het NHV gaan we dit openbaar maken voor clubs en (keepers)trainers.”
,,Zeventig procent van het keepen wordt gevormd door de basiselementen, die andere dertig door inspiratie hoe je op dat moment de schutter dwingt ergens te schieten en hoeveel vertrouwen je voelt. We moeten in Nederland gewoon betere keepers krijgen”, zegt Eijlers. ,,Als je kijkt naar het EK, dan hebben 18 van de 24 deelnemende ploegen keepers uit de Champions League en sommige landen zelfs dubbel bezet. Wij moeten stappen omhoog maken. Wanneer ik op de HandbalAcademie nieuwe keepers zie in de leeftijd van vijftien jaar, dan zie ik snel waar we de komende twee jaar aan moeten werken. Waar we naar toe moeten, is dat keepers op hun vijftiende op een hoger niveau instappen. Dat betekent dat ze in de jaren tussen twaalf en vijftien een completere jeugdkeeper moeten worden. Daarop is het materiaal dat ik heb gemaakt gericht.”
Zelf maakte hij op zijn 23e de overstap naar Duitsland. ,,Op mijn 20e was er al contact met het Deense GOG Gudme, waar ik ook een stage heb gedaan. Door de Nieuwjaarsbrand bleef het daarbij. In die tijd sprak ik er over met oud-keepers en ook met dorpsgenoot Marco Beers, die ook jaren in de Bundesliga heeft gespeeld. Ik wilde goed voorbereid zijn op wat ging komen.” Slechts een enkele keeper volgde zijn voorbeeld. ,,Ik liet destijds alles achter, was wel een beetje gek. Je moet uit je comfortzone gaan. Het moet moeilijk worden voor jezelf.
,,Wat je vaak hoort bij jonge spelers – of dat het hen wordt gevraagd – bij zo’n stap: kan ik dat wel? De enige manier om dat te ontdekken, is door het doen. En er alles voor te geven. Al moeten spelers en keepers niet te snel naar een buitenlandse competitie gaan. Je moet er psychosociaal ook klaar voor zijn. Het niveau van de BeNe League, waarop het eerste van Volendam speelt, is voor opkomende keepers uitstekend, mits je ook goede keeperstraining krijgt. En in die wedstrijden moet je eerst zorgen dat je je stempel op wedstrijden drukt. Als je dit consequent doet, kan je hierna in buitenlandse competities hoger instromen.”

Valletjes zetten
Rob Goudriaan maakte afgelopen zomer de stap van KRAS/Volendam naar Magdeburg. ,,Iets heel anders doen, daar word je ook als mens beter van. En in deze competities heb je veel wedstrijden op niveau. Evan de Lange (die van de zomer de overgang van Quintus naar Volendam maakte, red.) zal die stap naar bijvoorbeeld Duitsland ook wel gaan maken over enkele jaren.”
Als keeper ben je soms schietschijf en moet je een beetje gek zijn. ,,Of juist erg slim”, pareert Eijlers. ,,Als keeper ben je onderdeel van een team én een individualist. Het beste van twee werelden. Je kunt bepalend zijn. Leert hoe je met je eigen mensen omgaat, met de tegenpartij, winnen, verliezen, plannetjes maken wanneer schutters gaan schieten. In het hoofd van een speler kruipen. Constant heb je wedstrijd in een wedstrijd, wie is de slimste. Als keeper moet je valletjes zetten, niet te snel naar een hoek gaan, niet te voorspelbaar zijn en een speler uit zijn ritme zien te krijgen als die wel enkele keren scoort. Mentaal gezien is het van belang als je de eerste ballen stopt.”
Tegenwoordig kijkt Eijlers vaak beelden met de keepers die hij traint. ,,Ik kijk altijd eerst hoe het werkt bij bepaalde keepers, waar ze zich het beste bij voelen. De één kijkt graag beelden en haalt daar veel informatie uit, de ander wil eerst zelf de dingen ontdekken in het veld.” Ontdekken is iets wat zijn eigen kinderen ook graag doen: beide – Sophie en Daan – staan ze ook tussen de palen op het handbalveld. ,,Sophie is voor het Amsterdamse VOC gaan spelen en krijgt daar keeperstraining. Dat ervaart zij als erg prettig.”
Haar vader doet dat inmiddels ook met Volendamse jeugd van middelbare leeftijd. Vorig jaar zomer werd de ‘Handbalskoal’ opgericht, door voormalig topspelers van KRAS/Volendam, Eijlers, Tom Schilder, Dirk Tuip en Joey Duin. ,,In het land waren al meer handbalscholen. Wij geven kinderen de kans om ’s morgens vroeg twee keer te trainen en dat is ontzettend leuk Als je een goede keeperstrainer hebt, zie je de dingen samen sneller, dan gaat je vooruitgang ook sneller. Op je vijftiende duurt iets een paar maanden, qua progressie, op je twaalfde een paar weken.”

‘Een debuut op het WK, ik hoop er stiekem toch wel even op…’

Eén van de eerste exponenten van die lokale ‘Skoal’ – de zestienjarige Volendammer Mirddyn Tol – maakte onlangs in een week tijd zijn debuut in zowel het eerste van Kras/Volendam als Oranje Onder 17. ,,Eén van de keepers was ziek, normaal gesproken gaat de keeper van het tweede team, Mike Zwarthoed, dan mee, maar vanwege zijn ervaring was het beter om die met het tweede mee te laten gaan. Die staan in het rechterrijtje van de eredivisie en daar telt elk punt. Omdat het eerste in de BeNe League-wedstrijd een goede voorsprong had, kon Mirddyn invallen en dat was een mooie beloning voor hem. Hij is er goed mee bezig en groeit enorm. Bij Oranje Onder 17 zag ik hem in België heel sterk keepen tegen Letland, hij liet zich gelden, dat was goed om te zien.”
Straks debuteert Oranje op het grote WK (in 1961 was het voor B-landen), dus ook de keepers en Eijlers als trainer. ,,Op het Europese continent zie je weinig keepers van daarbuiten, misschien uit Tunesië, Egypte, maar niet uit de VS bijvoorbeeld. Japan en China hebben kleine en snelle keepers, dat vind ik leuk om te zien.” Argentinië is voor Oranje de onbekende tegenstander. ,,Ik heb vroegtijdig beelden gekregen van wedstrijden tegen Venezuela en Chili. In deze tijd blijft niks onbekend. Dus daar kunnen we ons voordeel mee doen.”
,,Argentinië is het sterkste team van Zuid-Amerika, maar wij moeten die wedstrijd wel winnen.” De eerste drie landen van de vier in de poule (met verder Noord-Macedonië en Noorwegen), gaan door. ,,Het is dus meteen een finale. We leven van wedstrijd tot wedstrijd. Hopelijk kun je tegen Noorwegen er wat vrijer in gaan. Je bent nooit kansloos, maar dat is een top zes-land.”
,,Ik kijk er naar uit, er is deze week hard getraind, iedereen heeft gespeeld in de oefenwedstrijden, iedereen heeft rust gekregen, we hebben videobeelden gekeken, we zijn goed voorbereid, zodat we die Argentinië vrijdag opeten.” Voor Eijlers is het een druk programma. ,,Voor het eerst is ook een Nederland B opgeroepen, die parallel aan het A-team traint. Dat is een hele goede zaak, dan zet en zie je de andere jonge keepers ook aan het werk. Zij zien het A-team trainen, de bondscoaches lopen rond, dat is een stimulans en zeer waardevol. Dat maakt het een druk schema, maar wel heel mooi, om met jongeren te werken.” En als dan straks de gelegenheid zich voordoet, ziet hij zichzelf nóg eens een rentree maken én een debuut op het WK, als veertiger? ,,Ik hoop er stiekem toch wel even op”, lacht Gerrie. ,,Dat was toch leuk, vorig jaar. Wie weet…”

Fotogalerij

× Hoe kan ik je helpen?