Johan Bond neemt zijn levenslessen mee en draagt ze uit
Van de school naar een b&b in Friesland
Veertig jaar lang zette Johan Bond (62) zich in voor het onderwijs in Volendam. Langdurig was hij het boegbeeld van groep 8 van de J.F. Kennedyschool en St. Petrusschool. De laatste jaren leidde hij als directeur ’t Kofschip op de Broeckgouw. Een periode waarin hij onder meer actief bijdroeg aan de komst van een schoolbibliotheek, een ‘groen plein’, een plusklas voor hoogbegaafden en bijzonder goede resultaten behaalde. Mede door de huidige pandemie ging onlangs versneld een langgekoesterde wens van Johan in vervulling. Hij verkocht zijn huis in Volendam en startte zijn eigen bed & breakfast. De Nivo zocht hem op in zijn nieuwe woonplaats, Makkinga, in Friesland.
Door Laurens Tol
,,Kijk daar zie je er één en daar nog één. Dat is een witte wallaby. Je vertelt mensen er wel over dat ze hier zitten en dan denken ze waarschijnlijk: ‘Ja, hij kan het mooi vertellen’. Maar als ze dan hier komen, zien ze dat deze buideldieren hier werkelijk rondlopen. Echt heel bijzonder”, vertelt Johan lopend door zijn nieuwe achtertuin, die meer weg heeft van een bos. Aan de rechterkant van zijn erf grenst een uitgestrekt weiland. De namiddagzon verlicht een boerderij in de verte. Links ligt een bos van Staatsbosbeheer, afgescheiden door een smal slootje. Het contrast met de drukte in de Randstad is groot.
[ads id=66]
,,Mijn vriendin Ina en ik zijn nu een tijdje samen. Op een gegeven moment ga je dan praten en checken bij elkaar: wat is je verlangen? Beiden kwamen we op: samen iets maken. Toen gingen we zoeken en nadenken. Want er moest wel eerst een huis verkocht worden. Je kunt niet ‘en, en’ doen. Deze woning was de eerste die we tegenkwamen, maar leek boven ons budget. We zochten door en kwamen toch iedere keer weer op dit huis terug. Het idee ontstond om mijn huis te verkopen. Dat doe je niet zomaar, want ik woonde er toch al heel lang en maakte er veel mee. Het ging snel. Vorig jaar oktober verkocht ik het en toen konden we dit onderkomen kopen.”
Hartproblemen
Vanwege hartproblemen kon Johan al enige tijd niet meer voltijds zijn functie als schooldirecteur uitoefenen. In eerste instantie reed hij nog vaak op en neer van Makkinga naar Volendam, een slordige twee uur. Totdat het nieuwe coronavirus de wereld platlegde en hij thuis kwam te zitten. Vanaf dat moment deed hij zijn werk vanuit Friesland. Uiteindelijk nam hij onlangs zelf het besluit om vervroegd met pensioen te gaan. Na veertig dienstjaren vertrok meester Johan met stille trom. ,,Dat had ik natuurlijk liever anders gezien. Collega’s uit mijn team belden me ook. Die vinden dit verschrikkelijk. Ze willen erg graag een afscheid, omdat het niet ‘af’ is zo. We gaan kijken of dit na de vakantie lukt.”
Het lag niet meteen voor de hand dat Johan onderwijzer zou worden. De eerste jaren van zijn leven woonde hij in Dieren, op de Veluwe. Daar ontstond zijn grote bewondering voor de schoonheid van de natuur, die zich uitte in een wens om boswachter of dierenarts te worden. Daarnaast trok een dienstverband bij de politie hem aan, om te kunnen bijdragen aan meer rechtvaardigheid in de wereld. Uiteindelijk koos Johan toch voor het onderwijs. Hij schreef zich in voor de opleiding ‘Leraar Aardrijkskunde’ aan de VU. Tevergeefs, omdat hier te veel aanmeldingen voor waren. Zijn tweede optie was de Pedagogische Academie (PA), waar hij wel meteen kon beginnen. Hij kon zich gaan storten op het onderwijzerschap.
‘Het grappige is
dat ik eigenlijk
heel bang was
om in het openbaar
te spreken’
,,Het grappige is dat ik eigenlijk heel bang was om in het openbaar te spreken. Ik was echt een verlegen jongetje. Iemand zei tegen mij: ‘Ga jíj het onderwijs in?! Dan moet je voor een groep staan en dát met jouw verlegenheid…’. Ik zei: ja, want je zwakke punten moet je soms aanpakken. Ik ben het gaan doen en het viel achteraf wel mee. Er zaten maar liefst vijftien Volendammers op de opleiding, waaronder Loek Kras en Evert Kroon. In 1980 kreeg ik mijn eerste volledige baan op de J.F. Kennedyschool. Dan sta je voor de klas en dan begin je gewoon. Je moet wel eerst het vak leren. Je komt van de PA en kent de theorie wel, maar de praktijk niet. Bij het stage lopen leer je het ook niet. Als onderwijzer moet je flexibel zijn, inlevingsvermogen hebben, contact kunnen onderhouden met collega’s, enzovoorts. Het is net als met autorijden, een kwestie van veel doen.”
Johan werkte vele jaren op de Kennedyschool en ging er op den duur tot het meubilair behoren. Hij bewaart met name dankbare herinneringen aan het oude gebouw aan de Saturnusstraat. Daar vroeg de juffrouw van groep 3, die lesgaf aan de andere kant van de school, hem soms of hij iets zachter kon praten. Door zijn enthousiasme werd zijn stemgeluid harder en gonsde daardoor door het gebouw. Deze locatie had zijn beperkingen, maar ademde daardoor wellicht een bijzondere sfeer. Johan voelde zich als leraar verbonden aan groep 8. Het jaarlijks opvoeren van de musical en het schoolkamp, het leverde hem een schat aan onvergetelijke momenten op.
Kamp
,,Ik weet nog dat we tegen de leerlingen op kamp zeiden: om 0.00 uur aantreden in badkleding. Het was nat, koud en helemaal niet leuk, maar ze stonden er wel. En dan ineens gingen alle lampen aan en dan stond ik met een camera een foto van iedereen te maken. Er gingen met kamp ook zakken vol met eieren en poedersuiker mee. Laatst haalde iemand dat nog bij mij aan, op het online netwerkplatform LinkedIn. De kinderen namen dit soort dingen zelf ook mee en dan ontstond er soms een gevecht tussen de meester en de leerlingen. Nu zou dit niet meer kunnen. Het mag niet meer. Ik kreeg op kamp ook nog een keer te maken met de politie. Ik was verkleed en bewoners hadden mij als ‘verward persoon’ gemeld. Toen ik uitlegde wat ik aan het doen was, mochten we doorgaan.”
Tijdens een ander kamp werd Johans groep door de leiding van een protestants-christelijke schoolklas aangezien voor ‘satan’ en ‘de duivel’. Met deze kinderen ging ook een predikant mee, die elke dag voorging in gebed. Toen Johan vroeg of deze groep zin had om tegen zijn leerlingen te voetballen, kreeg hij nul op het rekest. Dat wil niet zeggen dat de Volendamse leraar op een katholieke school niets met religie deed. Jarenlang begeleidde hij zijn klassen bij het Heilig Vormsel. Johan zegt dat na het ontvangen van dit sacrament meestal ‘de geest over de klas kwam’. De leerlingen waren daarna anders en gingen toeleven naar het einde van hun basisschoolperiode. Naast het kamp was de schoolmusical daarbij altijd belangrijk.
,,Het verdelen van de rollen was een heel psychologisch spel. Je moest zorgen dat iedereen iets speelde dat bij hem of haar paste. Soms moest ik daardoor ook rollen erbij schrijven, veranderen of aanpassen. Het moest natuurlijk gewoon goed, maar het was prachtig om te doen. Gelukkig lukte mij het altijd wel om iedereen tevreden te laten zijn met zijn aandeel in de musical.”
‘Dan moet je tegen
je jonge kinderen
gaan vertellen
dat hun moeder
gaat overlijden’
Leven en dood, ze spelen zeker ook in het werk en privéleven van een onderwijzer een rol. Johan heeft altijd geprobeerd zich kwetsbaar op stellen door persoonlijke informatie met zijn leerlingen te delen. Het maakt volgens hem de band tussen leerling en leraar sterker. Zijn klas kon daardoor intens meeleven met hun meester toen zijn eerste kind overleed. Bij de begrafenis stonden de leerlingen op het kerkhof in een haag het ‘Onze Vader’ te bidden. Dit maakte grote indruk op Johan. Toen zijn tweede dochter Celine geboren werd, kwam zijn toenmalige klas ook op kraamvisite. Een groot compliment dat hij ooit van zijn directeur kreeg is: ‘Je weet altijd op het randje te zitten. Je bent net niet hun vriend, maar hebt wel elk jaar weer een bijzondere band met je klas.’
Een andere ingrijpende gebeurtenis in Johans leven is het overlijden van zijn vrouw Margriet. Dit stelde hoge eisen aan hem. Persoonlijk en als vader van twee jonge dochters. ,,Er was borstkanker geconstateerd. Daarna gingen we een traject in van negen maanden onderzoek, operatie en behandeling. Intussen werk je gewoon door. Op een gegeven moment kregen we dus de boodschap te horen dat Margriet zou gaan overlijden. Ik was zo plichtsgetrouw dat ik er moeite mee had om te vragen of ik minder kon werken om voor haar te zorgen. Het ging allemaal zo snel. Op een gegeven moment dacht ik: is dit nou werkelijk? Dan moet je tegen je jonge kinderen gaan vertellen dat hun moeder gaat overlijden. Je weet dat het moment gaat komen en achteraf hebben we het op een heel goede manier gedaan samen. Het is mooi dat we nog altijd kunnen uitdragen waar mijn vrouw voor stond.”
Roofbouw
Om zo goed mogelijk voor zijn jonge dochters Celine en Marinde te kunnen zorgen, regelde hij dat zij werden ondergebracht op de J.F. Kennedyschool. Dit verlichtte de situatie iets. Al bleef het op vele fronten een zware periode voor Johan. ,,Het leven gaat door en dat is soms keihard. Je wilt én je werk goed doen, én kinderen goed opvoeden. Daarbij ging ik ook nog opleidingen volgen. Nu zie ik in, dat ik roofbouw op mijn lichaam heb gepleegd in die jaren. Ik wilde te veel goed doen. Daar moet je veel voor betalen en dat eist nu nog zijn tol. Maar je moet er ook van leren.”
Tijdens deze zware periode had Johan meer dan genoeg tijd om na te denken. Hij kwam tot het inzicht om langgekoesterde wensen niet meer eindeloos uit te stellen. ,,Mijn vrouw had zoveel geleerd. Ze was een lopend woordenboek in haar vakgebied. Toen ze overleed, dacht ik: daar gaat al die kennis. Ter eer en glorie van wat? Je bos bloemen wordt echt niet groter aan het eind. Het kan zo voorbij zijn. Je moet proberen om te genieten en voor mij is dat rust en niks moeten. Wat ik dus heb geleerd in al die jaren, is dat morgen en later niet bestaan. Het gaat om nú. Daar komt ook het idee voor ons nieuwe huis vandaan en het hier uitnodigen van mensen. We hebben al prachtige gesprekken gehad. Mensen verklaren je voor gek als je je huis gaat verkopen, maar degenen die hier te gast waren, begrijpen wat ik bedoel. De rust die je hier vindt, is prachtig.”
‘Het gaat om nú’
Het ontvangen van gasten bevalt Johan en Ina goed. Daarom zijn zij een bed & breakfast begonnen. Achter hun eigen huis staat een gastenverblijf dat van alle gemakken is voorzien. Johan heeft er allerlei plannen mee. ,,We zijn het precieze concept nog aan het zoeken. We zijn bezig met een website en zitten al op social media. Inmiddels hebben we hier al een verscheidenheid aan gasten gehad. Ik zou ook graag wat willen doen met ‘coaching’, waar ik veel opleidingen voor volgde. Stel dat mensen om wat voor reden dan ook willen ‘bijtanken’, dan kan dat hier. Ze kunnen dan ook met mij afspreken om te praten. Ik kan dan eventueel een luisterend oor bieden. Maar gewoon wat gaan fietsen of wandelen kan natuurlijk ook.”
Veertig jaar onderwijs, het bracht Johan veel. Hij deed een schat aan kennis op en kwam in contact met een groot aantal mensen. Het bracht hem ook tot het directeurschap van ’t Kofschip, waar hij weer een andere kant van zichzelf leerde kennen. Zijn ervaring zou hij willen delen door leraren te begeleiden, maar hij wil eerst genieten van de rust. ,,Voor je het weet, zit je de hele week weer vol. Dus daarom doe ik rustig aan, maar lang stilzitten kan ik toch niet goed. De laatste jaren kon ik mij niet meer volledig inzetten voor mijn werk. Ik had minder energie vanwege mijn hartproblemen. Daardoor ben ik soms geneigd om te onderschatten wat ik bijgedragen heb in al die jaren. Terwijl ik wel denk dat ik van waarde ben geweest. Soms mag ik best met tevredenheid terugkijken”, besluit hij bescheiden.