Walibi
Walibi, een ommuurde wereld waar je je twintig jaar jonger voelt, maar die dertig jaar van je leven opslokt. Niet vanwege de prikkels, mensenrijen of prijzen van een bakje koffie. Nee, vanwege de angst die je wang-vel doet opkrullen als je met 106 kilometer per uur vanaf 48 meter hoogte in een verticale lijn naar beneden raast. Je houdt je hart vast, in de hoop dat het niet verschuift naar de plek waar je nieren zitten.
Nog steeds een beetje beduusd van het achtbaangeweld kijk ik terug op de prachtige dag die we hadden. Met man, dochter van vijftien, zoon van negen en buurmeisje van veertien. Ik zie hoe zoon in een jaar tijd is getransformeerd tot allesdurver en hoe dochter met glans haar eigen puberale achtbaan rijdt. Toch houdt ze lief mijn hand vast als we in het donker de laatste rit pakken: de Speed of Sound.
Speed of Sound. Alleen bij het horen van de naam gaat er al een flinke rode vlag op stok in mijn hoofd. Terecht, bleek wel. Het karretje rakketakt achterstevoren recht omhoog een tunnel in. Juist op het moment dat mijn claustrofobie zich uit z’n winterslaap probeert te briesen in die smalle tunnel, schieten we de oneindigheid in. Het gaat hard. Ik weet niet meer wat boven of onder was, hoe ik mijn moeders achternaam spel of in welke stad Edammer kaas wordt gemaakt. Een vreemdsoortige angst die ik niet onder woorden kan brengen heeft me bij de kladden. Opeens staan we met een ruk stil. Mijn benen beven, ik controleer of ik het niet in mijn broek had gedaan, dank Christus aan het kruis dat het niet zo is en waggel achter het enthousiaste gekakel van mijn kinderen aan. Wat. De. F*ck. Was. Dit.
,,Ik schaam me dood voor jullie,” zegt mijn dochter even later als mijn man en ik dansen op de slechte rap die tegen sluitingstijd op het plein wordt gedraaid. Ik kan inmiddels weer normaal ademen. Ik zie hoe onze dochter zich plagerig van ons verwijdert en ik lach terwijl zij zich doodschaamt. Ik ben trots. Op ons. Daar in die donkere, ommuurde wereld. En ik voel aan alles dat mijn hart – goddank – nog op de goede plek zit.