Nou breekt m’n klomp
Ik fiets op de Julianaweg ter hoogte van de Mariakerk. Mijn snelheid matigend, het zebrapad nadert. Drie jongens op de inmiddels beruchte Fatbikes sjezen me voorbij. Het stoplicht staat op rood, terwijl een meneer op leeftijd netjes met zijn fiets aan de hand oversteekt en alleen nog het stukje fietspad over moet.
Een van de knulletjes op de Fatbikes rijdt door rood, rakelings langs de meneer. Ik wil hem terugfluiten om hem netjes excuses aan te laten bieden, fouten zijn menselijk, kan de beste overkomen. Eerst scan ik de meneer. Hij mankeert godzijdank niks, maar staat stijf van de schrik. Heel beleefd, zonder enige agressie, roept hij het kereltje na in iets van de trant: ,,Ik loop hier op een zebrapad, voor jou is het stoplicht rood.”
We staan met ingehouden adem te wachten op de reactie van de knul. Waar het met de meneer veel slechter had kunnen aflopen, ontstaat schade: mijn klomp breekt. Een vreemde satanische, haast psychopathische schaterlach schalt met een luid volume uit de keel van de Fatbiker. Ik weet niet wat ik moet zeggen, kan de woorden niet vinden. Waar is de verborgen camera? De jongen remt, kijkt nogmaals over zijn schouder om zijn slachtoffer recht aan te kijken, lacht deze opnieuw uit en geeft gas.
‘t Huftertje verdwijnt uit het zicht. Meneer loopt net zo beduusd als ik de stoep op en ik blijf nog even staan om met hem te praten. Hij noemt de woorden ‘Fatbike’, ‘ouders’ en ‘opvoeding’ en ik kan alleen maar beamen. Word ik oud en verbitterd? Ligt het aan mij of zijn respect en beleefdheid inmiddels een speld in een hooiberg? Geef me maar geen nieuwe klomp, die blijft toch maar breken in de huidige maatschappij.