Ouders van Jim Schilder proberen zin te geven aan het leven
‘Skillie’ echoot na
Die ontwapenende blik. Als je maar lang genoeg kijkt naar zijn foto’s, krijg je vanzelf een smile op je gezicht, vergeef je hem alles en bekruipt je het gevoel dat deze jongen op zijn ontdekkingsreis zoveel mensen vrolijk maakte en nog had kúnnen maken. Jim Schilder kon jong en oud laten smelten, vrienden konden alles met hem delen, hij vormde volgens medescholieren ‘het lijm van de groep’. Hij stond midden in het leven. Tot Jim in die nacht van 26 op 27 november vorig jaar plots werd geschept. Omstanders en artsen vochten, maar er was geen redden aan. Vijftien lentes jong nog maar. Groot was het verdriet bij honderden generatiegenoten, die naderhand samendromden bij de plek des onheils tussen het Don Bosco College en de Bowling, waar tevens een gedenkteken kwam. ,,Gezond de deur uit en zomaar weggerukt”, zeggen zijn ouders enkele honderden meters verderop, een jaar na het ongeluk. Ze laveren tussen dankbaarheid, diepe droefenis, een ver gaand verlangen en die priemende vraag van ‘waarom?’
n
Verscheidene boeken met foto’s en verhaaltjes komen op tafel in het ouderlijk huis. Het gezin geraakte in shock door het immense verlies, maar werd in de dagen na zijn dood gedragen door de betrokkenheid van zovelen. Waaruit bleek hoe geliefd Jim zich had gemaakt. ,,Zonder opsmuk, gewoon in al zijn eenvoud”, zegt zijn moeder Diane. ,,Zijn lach was er altijd en hij kon overal lekker van genieten, dat draag je dan ook over op een ander. Hij was niet zo materialistisch, had niet zoveel nodig en hield van mensen. Dat was z’n kracht.”
De voormalige leerling van De Spinmolen keepte op dat moment bij RKAV Volendam, in de Onder 16-1, samen met één van zijn vrienden, Ron Buys, die ook keeper is. Vader Richard: ,,Jim was ook keeper in de zaal – met dezelfde jongens – en daar werd hij steeds beter in. Het hoefde van hem niet te serieus. Hij deed het voor zijn plezier.” Op school was hij een niveau gedaald, van HAVO naar VMBO. Diane: ,,Daardoor was hij meer relaxed. Bepaalde vakken hadden niet zijn interesse. Als iets zijn interesse had, ging hij er vol voor. Dat is wat de meeste kinderen hebben.” Richard: ,,Ze hadden pech met de coronasituatie, dat eerste jaar hadden ze nauwelijks les. Als je dan vervolgens bij moet spijkeren, dat vond hij moeilijk. En hij was er klaar mee, wilde niet verder met leren, in die zin dat hij graag wilde werken. Het liefst bij mij, als elektricien.”
,,Hij werkte bij Smit Bokkum en Haringhandel en Rokerij De Groot en hij ging regelmatig met mij mee. Hij hield net als z’n vrienden van een potje PlayStation, maar soms had hij geen zin in uren hangen en zei hij ‘pa, ik ga met jou mee’, bijvoorbeeld tijdens schoolvakanties. Hij was een doener en graag buiten. Spaarde voor een tweedehands scooter, net als z’n vrienden. Toch zou die er niet komen, want dan moest hij een helm op en dat was niet cool. Toen hij het geld bij elkaar had, zei hij ‘nou heb ik het, maar als ik het nou aan een scooter moest uitgeven, dat is wel zonde’. Jim was emotioneel gezien best ver, voor zijn leeftijd.” Diane: ,,Vrienden konden van alles bij hem kwijt, vertelden ze ons. Er gebeurt van alles bij die jeugdige groepen en ik gaf Jim vaak mee: het is simpel, wat voor jou niet fijn zou voelen, moet je ook niet bij anderen doen.”
‘‘Als je zo gigantisch veel mensen op de been krijgt bij je begrafenis, met zo’n korte levensduur, dat zegt veel’’
Richard: ,,Op feestjes was hij ook één van de gangmakers. En het was een knuffelaar. Zijn oma’s kregen altijd een knuffel en als hij zijn zus Julie in de gang op school tegenkwam, kreeg ze er ook een. Op de meeste foto’s zie je hem ook zo staan of zitten.” Diane: ,,‘Het lijm in de groep’, zo werd hij genoemd. Een mooi woord. Niet dat hij alwetend was, hij was immers nog maar vijftien. Jim was gewoon Jim. Hij was zichzelf.” Richard: ,,Hij droeg positieve energie met zich mee, was een allemansvriend, een mensenmens. Als je zo gigantisch veel mensen op de been krijgt bij je begrafenis, met zo’n korte levensduur, dat zegt veel. Verhaaltjes genoeg rondom Jim. Hij zei regelmatig ‘waarom ik nou weer?’, als hij pech had. Hij was wel vaker op de verkeerde plek.” Diane: ,,Maar dit, dit was wel de overtreffende trap.”
,,Toen hij overleden was, hoorden we al die verhalen van al die jongens en meiden die hier kwamen.” Glimlachend: ,,Bijvoorbeeld met wie hij allemaal had gezoend. Jim kon overal en altijd aansluiten, want als hij ergens was, was hij ook behulpzaam. Hij kon ook ondeugend zijn en dat is ook oké, anders valt er niks te beleven. We kregen naderhand volgeschreven kaarten en brieven van leerkrachten, leeftijds- en klasgenoten, ploeggenoten, zelfs van mensen die we niet kennen, dat is zó waardevol voor ons. Want op deze leeftijd zijn ze veel buiten de deur. Thuis hebben ze vaak de telefoon in de hand en airpods in.” Vijftien jaar betekent immers ook de puberteit en alles wat daar tegenwoordig bij hoort. ,,Dan zie je als ouder soms het mooie van je kind niet, omdat je vooral aan het opletten bent. ‘Doe je je huiswerk, wil je dat even opruimen, kom je op tijd thuis’, als ouders probeer je ze een beetje te sturen, maar ben je vaak aan het zeuren.” Op de zaterdagavonden had zij als moeder wel vaker een onderbuikgevoel. Richard: ,,Diane is altijd overbezorgd geweest.” Diane: ,,M’n moeder had dat ook. Die stuurde mij dan op zaterdagavond een berichtje, of hij al thuis was. Dan zocht ik regelmatig even contact met zijn vrienden. Of ik appte met onze buren Jennifer en Cor Bond, of hun zoon Sem al thuis was. Vervolgens zocht ik contact met Jim.”
Richard: ,,Die zaterdagavond had hij een toto met voetbalwedstrijden gewonnen en kwam hij rond kwart voor tien nog even thuis.” Diane: ,,Onze buren waren ook hier. Later ging Jim weer weg, hij wilde zijn toto-geld ophalen en zijn vrienden trakteren op een broodje met lekkers, ‘een kapsalon’. Toen Jennifer en Cor naar hun huis gingen, berichtte Jennifer even later dat Sem thuis was. Dus ik appte Jim. ‘Kom lekker naar huis, vriend. Het kan wel weer. Het was tegen één uur. Niet wetende dat toen al… Ik was boven en even later ging de bel. ‘Daar zal je ‘m hebben’, dacht ik. Maar het was de politie. Twee agenten.” Richard ,,Ze vertelden dat Jim een ernstig ongeluk had gehad. En dat er sprake was van ernstig hersenletsel.” Diane: ,,We hebben meteen Jennifer en Cor ingelicht, om voor onze andere kinderen te zorgen. En ik dacht ondertussen: ‘Al moet ik nog twintig jaar aan z’n bed zitten, als-ie maar blijft leven’.”
‘‘We zijn zó verschrikkelijk blij dat zoveel mensen voor hem hebben gevochten op de plek van het ongeluk’’
Ze stapten in bij de twee agenten, om naar het ziekenhuis te gaan. Richard: ,,De mannen vertelden dat Jim al was afgevoerd met de ambulance. Alleen wisten zij – uit Hoorn komend – niet precies waar het ongeluk was gebeurd, dus ze reden met ons de Heideweg op en daar zagen we in de verte al die zwaailichten en schermen staan. Ik keek Diane aan. Dit kan nog wel eens verkeerd aflopen…” Diane: ,,Dan weet je dat het echt ernstig is. En hersenletsel… de medici kunnen tegenwoordig zoveel, ze zullen ‘m toch wel kunnen ‘maken’, dacht ik. En toen moest ik aan die man en zijn dochter denken”, doelt ze op de conversatie van een dag eerder. ,,Ik had de kamer van Jim lekker schoongemaakt, toen opeens de bel ging. Stonden er twee mensen voor de deur die vanuit een bepaalde geloofsovertuiging kwamen. Een man met z’n dochter. Vroeg hij aan mij ‘denkt u dat God het eeuwige geluk kan brengen?’ We raakten in gesprek. ‘Weet je wat het is’, zei ik: ‘Wij vinden God meestal als we het moeilijk hebben. In tijd van nood leert men bidden.’ Hij gaf me een boekje en ik ging daarna weer verder. Dus toen ik die volgende avond in de verte al die zwaailichten zag, moest ik opeens ook aan die man en zijn dochter denken…”, zegt ze huilend. ,,…En dan vraag je God om hulp…”
De agenten draaiden de auto meteen om, zodat ze via Edam naar het VU-ziekenhuis reden. Eenmaal daar gearriveerd, kwamen ze in een kamer. Diane: ,,Omdat er nog niemand bij ons kwam, hoopten we dat dat gunstig was, dat ze misschien met hem bezig waren, misschien een operatie. Ik belde ondertussen mijn zus Nadine, die is naar het VU gevlogen. Na een tijdje kwam een arts bij ons. En mochten we even bij Jim kijken. Er was ondertussen een scan gemaakt van zijn hoofd. Lag hij daar. Een grote jongen. Aan de beademing. ‘Wat ben je groot’, dacht ik. Geen schrammetje te zien… Alleen rondom zijn ogen was het opgezet. Door de klap.” Richard: ,,Zijn been was verbonden, die was gegrepen door de bumper.” Diane: ,,Ik keek om me heen en zag de neuroloog staan. Maar er werd geen actie ondernomen. Ik dacht: ‘actie, actie, toe nou’. We gingen even bij hem zitten… Zijn handen waren warm. ‘Jim, kom op…’, zei ik.”
De tranen glijden naar beneden. ,,Daarna gingen we weer naar de kamer om te wachten. En kwam er een hele delegatie binnen. Ze vertelden dat er zoveel schade was, dat het niet met het leven verenigbaar was. Ze konden niks meer doen…” Ze valt stil. ,,Is dit het dan…?”
Vervolgens werd Jim van het VU naar de kinderafdeling van het AMC gebracht. Richard: ,,Het is achteraf gezien een wonder dat de mensen op de Heideweg na het ongeluk het hart van Jim nog aan de praat hebben gekregen. Daardoor hebben we nog allemaal afscheid van hem kunnen nemen. Onderweg naar het AMC kreeg hij een hartstilstand en moesten ze weer reanimeren. Dat hart moest keihard werken.” Diane: ,,Zijn hoofd had immers de klap opgevangen en die klap was zo groot, dat er eigenlijk geen hersenactiviteit meer was toen hij op het wegdek lag.”
Richard: ,,In het AMC kwam de vraag of we organen wilden doneren. Daar hebben we positief op geantwoord.” Diane: ,,We mochten onze naasten en bekenden vragen om naar het ziekenhuis te komen. Maar ik zag dat Jim aan het vechten was en ik wist natuurlijk niet of hij dat nog wilde. Ik zei tegen hem: ‘Ma doet ook maar wat ze denkt dat goed is’, waarna ik aangaf: ‘Jim, je hebt nu genoeg meegemaakt, als je er geen zin in hebt, dan hoeft het niet meer, dan ga je maar. De keuze is aan jou…’” Jim bleef nog even. ,,Zijn zus, broertje, onze familieleden, bekenden, vrienden van hem, vrienden van ons, iedereen mocht op de intensive care, om afscheid van hem te nemen nu zijn hart nog klopte. Hij is ook nog bediend door de pastoor van het ziekenhuis. Het was zo warm allemaal, zulke lieve mensen daar.”
,,En we zijn zó verschrikkelijk blij dat zoveel mensen voor hem hebben gevochten op de plek van het ongeluk. Personeel van de Bowling, andere omstanders, de mannen van de Brandweer, de politie, het is een roeping, wat zij deden en doen. Het had geen kans meer, maar ze zijn zó voor hem gegaan, daar zijn we ze zo verschrikkelijk dankbaar voor. Want als hij daar op de weg al was overleden, dan zou het heel anders zijn geweest voor ons. Nu konden we nog bij hem zitten en zijn warme hand voelen, zijn hart horen kloppen, dat is zó waardevol. Ook al was hij hersendood, voor ons was hij er nog.”
‘‘In de tijd voor de dood van Jim zei ik regelmatig: wat moet er terecht komen van deze generatie? Maar ze hebben mij versteld doen staan’’
Richard: ,,We wisten dat hij om twee uur ’s middags zou worden gehaald door de artsen. En ze zouden alles op alles zetten om hem dezelfde dag thuis te brengen. Dat lukte, hetzij om kwart voor twaalf ’s avonds. Het huis zat vol met mensen, om Jim op te wachtten. Toen iedereen weg was, ben ik hier ’s nachts in de bank bij hem gaan liggen. Zoals ik vaak met hem ’s avonds beneden zat.” Van allerlei kanten kwamen steunbetuigingen. ,,Je vervloekt die telefoon vaak, maar in een situatie als deze komt het goed van pas dat ze als vrienden zoveel vastleggen. Die eerste avond kwam een van hen al met een opgenomen collage van videobeeldjes van Jim. Ze hadden zijn lach ook opgenomen. Met de muziek van Paolo Nutini eronder. ‘Through the echoes’ zou later ook op de begrafenis klinken, toen we de kerk verlieten. Die filmpjes, dan zie je hem weer even, zoals hij kon zijn. Dat hebben we al zo vaak gekeken. En elke keer weer tranen in je ogen. Jennifer had een boekje met foto’s en een tekst. Zij nam wel vaak foto’s, wat wij niet deden. ‘Leuk voor later’, zei ze dan. En inderdaad. Alleen komt later soms veel eerder… Maar we hebben die foto’s gelukkig.”
,,De band die we met zijn vrienden en vriendinnen hebben, is erg waardevol. Zij hebben het er moeilijk mee. Wat ze allemaal hebben gedaan dit jaar, wat ze ons hebben gegeven, dat is zó bijzonder. Ze vroegen ons ook laatst ‘wat gaan we doen als het een jaar later is?’ Dat ze daar mee bezig zijn op die leeftijd, vind ik zo speciaal. Onze jongste, Luke, nu negen jaar, zoekt via Snap regelmatig contact met de vrienden van Jim. Hij zoekt zijn broer in die jongens. En zij komen dan vaak hier een potje FIFA doen. Zoals Luke ook met buurjongen Sem naar het graf gaat. Dat voelt veilig voor hem. Als hij met ons gaat, weet hij dat wij verdrietig worden en dat vindt hij moeilijk om te zien.”
,,Het zorgeloze – dat onbevangen zijn wat bij die leeftijd hoort – is er in één klap van af bij onze kinderen en zijn vrienden. Ik hoop en gun het de jongens en meiden echt dat ze het leven weer oppakken. Maar zoals het was, wordt het niet meer. Want er ontbreekt er één.” Richard: ,,Voor hen is het enorm lastig, op deze leeftijd waarin je vooral lol wilt hebben. In het begin zaten ze bij elkaar, met één lege stoel en de foto van Jim daar op. In de tijd voor de dood van Jim zei ik regelmatig: wat moet er terecht komen van deze generatie? Maar ze hebben mij versteld doen staan, hoe ze hebben meegevoeld met ons.”
Diane: ,,Waar het om gaat is dat de jeugd elkaar wil ontmoeten. Dat deden wij destijds op jonge leeftijd in de bar. Nu gaan ze in huizen zitten. Tijdens coronatijd mocht er niks, dus daarna hadden ze meer behoefte om gezellig met elkaar te zitten. Maar ik zei wel eens tegen hem: jullie hebben levenshaast. Willen overal bij zijn en allerlei dingen doen. Deze jongens zitten altijd ‘in the sky’, zo noem ik dat. Door die telefoon zijn ze met van alles bezig, alleen soms wat minder met wat hier om hen heen speelt. Maar Jim kon van alles wat hij deed genieten. Vlak voor zijn overlijden was hij bij De Toppers in de Arena. Ging hij tijdens het optreden even naar buiten om wat te eten, om vervolgens te merken dat zijn telefoon leeg was en de QR-code niet meer kon worden gescand. Heeft hij een tijd lang met wat Rotterdamse meiden staan praten buiten de ingang. Tot-ie weer naar binnen wist te glippen. Dat was ook Jim.”
‘‘Ik zou zó graag die voetstappen van Jim willen horen als hij de trap af komt…’
,,Onze deur zal altijd open staan voor de jongens en de meiden.” Richard: ,,Je weet dat naarmate ze ouder worden, hun levens ook drukker worden, dan gaan ze gezinnetjes opbouwen en zien we ze minder. Maar nu vinden zij het ook prettig om er samen over te praten.”
Niet dat Diane het alledaagse voor lief nam, maar tot die dag dat het leven een dramatische wending nam, leefden ze gewoon hun leven. Diane: ,,Als de kinderen alle dagen om je heen lopen, dan is dat zo gewoon. Maar nu… Ik zou zó graag die voetstappen van Jim willen horen als hij de trap af komt… Of die zak chips van zijn kamer willen opruimen omdat hij die heeft laten liggen. Al die simpele dingetjes. Dat mis je… Ik mis zijn aanwezigheid. Dat, waar je, als alles gewoon is, niet bij stil staat. En nu is het er niet meer…” In de huiskamer worden ze omringd door Jim, met allerlei voorwerpen die aan hem herinneren. Diane: ,,Zijn broertje Luke zei onlangs: ‘Er staan wel erg veel foto’s van Jim in huis, mogen er van mij ook een paar?’ Dat zijn kinderdingen. Daarom hebben we een foto van Luke samen met FC Volendam-speler Robert Mühren neergezet. Het is niet moeilijk om te doen, maar je moet het zien en dat lukt niet met alles. Je voelt dat je er voor hen nog iets van moet maken. We moeten proberen Jim te verweven in ons leven en je wilt ook dat Luke en Julie een mooi leven krijgen. Dat verdienen ze. We hebben iets om voor op te staan.” Richard: ,,Ik denk dat je anders in je bed zou blijven liggen.” Diane: ,,Voor hen proberen we ook het dagelijkse ritme aan de dagen te geven. En dan moet je soms je eigen verdriet even parkeren. Gelukkig zijn kinderen erg veerkrachtig, maar ze moeten niet het gevoel krijgen dat zij er niet meer toe doen omdat Jim weg is. Dat kan ik mooi vertellen, maar het is moeilijk. Het zijn lessen die we moeten leren en ik ben me daar bewust van. Dat heeft tijd nodig. We doen ons best…”
,,Het is zo tegenstrijdig. Je wilt best nieuwe herinneringen gaan maken. Maar dat is zonder Jim. Bij alles wat je doet, kom je het tegen. En het gebeurt elke dag, dat mensen hun kind verliezen aan een ongeluk of ziekte. Ook hier in Volendam. Vrienden van ons hebben het ook meegemaakt. Verschrikkelijk. Er zijn zoveel mensen hier, die net zo zitten zoals wij. En daar sta je niet zozeer bij stil, totdat het jezelf treft. En dat vond ik zo erg om te zien, toen we op Wereldlichtjesdag al die andere ouders zagen waarvan ik dacht ‘dat gemis hebben jullie al zo lang’.”
Richard: ,,Zoals Jaap en Annemarie, de ouders van Tim van Vlaanderen, vrienden van ons. Ik zie mezelf nog hun deur uitlopen, toen Tim daar lag opgebaard. ‘Het zal je overkomen’, dacht ik. En zo sta je er zelf.” Diane: ,,Toch ga je weer verder, als het jezelf niet treft. Gelukkig maar, want je kunt niet de hele wereld op je schouders nemen. Nu zijn er ook wel eens vriendinnen die zich wat schuldig voelen en me zeggen ‘jeetje, nou heb ik een feestje’. Dan zeg ik ‘gank gaan’, want je moet het leven nemen. Het kan morgen anders zijn.”
Naderhand draaiden ze uiteraard de film terug. En stuitten ze op eigenaardigheden. ,,Op de avond van het ongeluk vroeg mijn telefoon opeens om een update. Als dat eerder gebeurde, had dat bij mij nooit verdere gevolgen, maar nu zag ik dat beeld dat ik altijd had de foto van mijn oma met ons gezin erachter – opeens was verdwenen. Het beeld was zwart. Zo gek. Kort daarvoor stond mijn oma, 98 jaar, nog met een interview in ’t Bedakkertje. Waarin ze terugging in de tijd en vertelde over wat haar was overkomen. Mijn oma verloor namelijk ook een kind door een autoongeluk. Toen Jim hier lag opgebaard en mijn oma kwam, zei ze meteen ‘Vraag niet waarom, want op dat antwoord wacht ik al 67 jaar…’ Nu moest ze het wéér meemaken. Ze wist exact nog te vertellen wat zich die ene dag allemaal had afgespeeld, zo lang geleden. In september is zij overleden en vlak daarvoor vroeg ik haar ‘laat je wel weten of er iets is, daarboven?’”
‘‘Jim hield beslist niet van onrecht, maar hij zag altijd het goede in de mens. Zo wil ik het zelf ook graag blijven zien’’
Richard: ,,Toen ik mijn moeder die nacht belde met het verschrikkelijke nieuws, had zij meteen een gevoel van ‘Jim is dood’. Ze zag een puzzel die ineens afbrokkelde…” Diane: ,,Die donderdag was Jim nog bij haar geweest. Toen hij vertrok, zei hij ‘Oma, we gaan toch wel Sinterklazen?’ Heel raar waarom hij dat vroeg, want dat deden we elk jaar. Zijn laatst toegevoegde liedje op zijn playlist van 41 uur was ‘Heaven knows I’m miserable now’, van The Smiths. Ook zo gek. Ik denk dat Jim een oude ziel was. Ook getuige zijn muzieksmaak, met veel liedjes van veertig tot vijftig jaar geleden. Maar ook gezellige muziek. Een veelzijdige lijst. Ik zet vaak als ik thuis ben even de muziek op die hij draaide. Dan ben ik even met Jim.”
Zoals ze dagelijks zijn kamer binnengaat. Richard: ,,Het is als een museum, met al zijn spulletjes.” Diane: ,,Het voelt goed, daar vind ik mijn rust. Als iedereen weg is en het verdriet komt, dan ga ik daar even zitten. Dat je iemand zó kan missen, elke dag weer. Ik had graag nog zoveel jaar van hem willen genieten. Je hebt elkaar nodig binnen een gezin. Ieder gezinslid heeft zijn eigen pad, maar ook een eigen rol. En nu valt het uit elkaar en moeten we onze weg weer zien te vinden in een andere opstelling. En dat is erg verschrikkelijk moeilijk.”
Richard: ,,Gemis is hartenpijn.” Diane: ,,Je moet door. Je hoofd weet dat het moet, maar de uitvoering… En we staan nog maar aan het begin van onze reis.” Richard: ,,Er is een deel van je leven weg. En met die grote wond moet je leren leven.” Diane: ,,Alles wat had moeten zijn, wordt anders. Elk huis heeft iets, ieder z’n eigen zorgen. Wij hebben dit.”
En ‘dit’ heeft nog geen einde. Sowieso niet qua rouwproces, maar er loopt ook nog een strafzaak tegen de taxichauffeur die Jim schepte. Een jaar na dato is er nog geen datum bekend wanneer het voorkomt. Richard: ,,We hebben gehoord dat hij te hard gereden en geblowd zou hebben. Als je het talud, met daarop het zebrapad waarop Jim fietsend overstak, nadert, dan behoor je al af te remmen.” Diane: ,,En die man heeft ook heus niet gedacht: ik zal even een kind aanrijden.” Richard: ,,Ik ben boos, ik ben woest.” Diane: ,,Je wilt iets oprechts horen, vanuit zijn hart, dat hij het betreurt. Mensen om ons heen vroegen of hij iets van zich heeft laten horen. We hebben alle kaarten naderhand nog een keer nagelezen, kijken of er iets van hem tussen zat. Maar nee.” ,,Het zijn onze emoties. Een ongeluk kan iedereen overkomen en zoiets gaat niet in je koude kleren zitten. Alleen knaagt in deze situatie het gevoel van dat er dingen bijkomen: de te hoge snelheid, dat hij iets zou hebben gebruikt. Daarom komt die vraag zo vaak voorbij. Als dat niet zo was geweest, was het dan anders afgelopen?”
,,Het leven, hoe het nu is… we hebben het gemis van Jim, dat is ondraaglijk. We moeten verder voor onze twee andere toppers. Ik kan niet álles, dus niet óók nog de verbitterdheid meedragen van dat die man niets van zich laat horen. Ik heb dat geparkeerd. Ik snap Richards boosheid heel goed. Ik probeer bezig te zijn met het rouwen, maar ook bezig te zijn met het verweven van Jim in ons leven. Jim was geen haatdragend persoon. Hij hield beslist niet van onrecht, maar hij zag altijd het goede in de mens. Zo wil ik het zelf ook graag blijven zien. De boosheid moet niet ons leven gaan beheersen.”
‘‘Jim is al op de plaats van bestemming. Tachtig jaar te vroeg, dat wel. Ons levenspad loopt ook daarheen. We zullen elkaar ooit weer zien’’
,,Wij kijken vooral naar wat er allemaal is gedaan voor Jim. Het Don Bosco College, de Triade, z’n voetbalploeg van de RKAV toen ze kampioen werden. Droegen ze shirtjes met de tekst ‘Skillie, deze is voor jou’. Bij FC Volendam was zijn beeltenis op het scorebord, waar de HekSide een gigantisch spandoek maakte met zijn gezicht er op, zijn vrienden met fakkels langs de kant. Zó mooi dat ze dat allemaal hebben gedaan. Daar moeten we troost uit halen. Voor zover dat kan. Iedereen wil je helpen en dat kan tot zover. Want rouwen is een eenzaam bestaan. Iedereen doet het op zijn of haar manier. Ook al wil de hele wereld je helpen. Maar wat al die mensen voor ons hebben betekend, hoe ze met Jim bezig waren, zoveel liefde wat daar in zit, dat hebben wij niet als vanzelfsprekend ervaren, dat heeft zóveel teweeg gebracht bij ons. Aan al die dingen klampen wij ons vast.”
In het voorjaar zijn ze bij een waarzegster geweest, in Enkhuizen. ,,Die vrouw zei enkele rake dingen”, zegt Richard. Diane: ,,Ze gaf ook aan: Jim zegt dat jullie er wel een mooie Kerst van moeten maken. Nou, dat was wel wat vroeg in het jaar. Maar Jim hield heel erg van de Kersttijd. Dus gaan we straks een boom optuigen en het gezellig aankleden. En ze zei dat we ook ’s avonds vaak iets met Chinees deden. En dat klopte. Want regelmatig kwam hij doordeweeks thuis en dan zei hij rond kwart voor tien ‘hé pa, we kunnen ook een loempiaatje doen?’ Nou, dan gingen er een paar in de pan.”
Richard heeft in de loop van het jaar aangeklopt bij een psycholoog. ,,En ik bezocht ook een lezing Manu Keirse, een rouwexpert. In het begin wil je alles verzamelen van wat er van Jim bestaat en dat krijg je ook aangereikt. Wij hebben al die jaren met Jim hier geleefd, als ik wil kan ik hem in die stoel zien zitten of door het huis zien lopen. Maar op een gegeven moment komt de stilte. En hoe je daar mee omgaat, dat ligt grotendeels aan jezelf. En het is mede van belang hoe de buitenwereld met jouw situatie omgaat. Dát bepaalt immers ook hoe jij er mee omgaat.” Diane: ,,Je ervaart over het algemeen warmte en begrip. Niet iedereen weet het goed te benoemen. Niemand heeft hier voor geleerd. Het is geen onwil, het is onwetendheid. Veel mensen vragen ons vaak ‘wat kunnen we voor jullie doen?’ Er wordt zoveel gedaan.” Met trillende stem: ,,Maar wat ik ook mooi zou vinden, is dat ze over twintig jaar nog af en toe zijn naam noemen. Zodat Jim niet wordt vergeten. Dat zou het allermooiste zijn. Ik denk dat iedereen die een dierbare heeft verloren, dat ook zo voelt.”
En dat er meer is tussen hemel en aarde… Richard: ,,Ik ben elektricien van beroep. Ik weet dat energie niet vergaat. Ze kunnen je lijf wegnemen, maar energie gaat niet weg. Er is meer dan dit alleen.” Diane: ,,Ik heb ook niet het gevoel dat Jim verder van ons afdrijft. Hij komt elk jaar een stapje dichter bij ons. Hij is al op de plaats van bestemming. Tachtig jaar te vroeg, dat wel. Ons levenspad loopt ook daarheen. We zullen elkaar ooit weer zien. Daar geloof ik in”, zegt ze snikkend, terwijl de tranen weer over haar wangen rollen.
,,Dat houdt je op de been. Ik geloof dat er meer is. Je hoopt dat-ie ‘daarboven’ zijn weg vindt en gelukkig wordt. Dan zwoegen wij hier wel door en zoeken ook onze weg. Hij is niet meer hier, maar Jim is nog wel bij ons. Al kunnen we hem niet zien. Ik hoop dat hij ons helpt hiermee om te gaan.”